Honderdzestig jaar geleden besloot Nederland de slavernij in Suriname en op de Antillen af te schaffen. Op 1 juli is het Keti Koti (‘ketenen verbroken’) en staan we stil bij het opheffen van de slavernij. Dan bezinnen we ons op deze duistere eeuwen van het koninkrijk.
Sylvana Simons, voorvrouw van BIJ1 vertelt in een interview met de Kanttekening dat nazaten geen herstelbetalingen willen, maar vooral een einde wensen aan het huidige Nederlandse racisme.
De bewustwording van de Nederlandse schuld in deze eeuwenlange tragedie groeit. Steeds meer Nederlanders, waaronder veel jongeren, bezoeken de nationale slavernijherdenking in Amsterdam. Vanwege de verwachte hoge bezoekersaantallen zal de slavernijbevrijding worden gevierd op het Museumplein. Dat het Amsterdamse Oosterpark te klein is geworden is een goed teken.
Eindelijk begint de aandacht voor deze inhumane episode van de vaderlandse geschiedenis proportioneel te worden. Keti Koti verovert langzamerhand zijn plekje op de kalender van nieuwe feestdagen.
Dat deze piketpaal pas nu is geslagen is wonderlijk. De islamitische feestdagen, zoals het Ramadanfeest, zijn al vele jaren ingeburgerd in de samenleving. En wordt niet alleen onder moslims maar ook samen met niet-moslims onder het genot van een iftarmaaltijd gezamenlijk gevierd. Het was voor Surinamers en Antillianen niet makkelijk om in Nederland een goede positie te bemachtigen. Misschien is dat niet zo vreemd, als je weet dat de slavernij hen een grote achterstand heeft gegeven in politieke en maatschappelijke organisatiekracht. Turkse en Marokkaanse Nederlanders konden in tegenstelling tot zwarte Nederlanders gebruik maken van hun culturele en religieuze tradities en gaven elkaar onderling financiële steun om die tradities hier in ere te houden.
Nu breekt eindelijk het tijdperk aan dat zwarte burgers van Nederland zichzelf op de kaart zetten. Nieuw zelfbewustzijn hoort daarbij. De Black Lives Matter-demonstraties in 2020 en succesvolle protesten tegen de figuur van Zwarte Piet hebben de acceptatie van Keti Koti versneld.
De logische vervolgstap is een nationale vrije dag op Keti Koti, zeggen biculturele Nederlanders in een rondvraag van de Kanttekening. Een andere, meer vrijblijvende optie is het cafetariamodel: een keuzemenu waarin je zelf bepaalt welke vrije dagen je wilt: Ramadanfeest, Pinksteren, Bevrijdingsdag of Keti Koti.
Keti Koti zou als een nationale vrije dag een belangrijke symbolische waarde hebben. Want het symboliseert de overgang van slavernij naar vrijheid. Het zou een symbool zijn van hoop, veerkracht en het overwinnen van onrecht. Het vieren van Keti Koti zou een stap zijn in de richting van sociale rechtvaardigheid en gelijkheid. Het zou een erkenning zijn van het feit dat de gevolgen van het slavernijverleden nog steeds voelbaar zijn en dat er verdere inspanningen nodig zijn om ongelijkheid in de samenleving aan te pakken.
‘Misschien moet de overheid toch eens een stap extra zetten in de strijd tegen institutioneel racisme’
Een andere reden waarom wij Keti Koti als nationale feestdag uit zouden moeten roepen is dat het een belangrijk middel is om het gevoel van gemeenschap en saamhorigheid te bevorderen. Al met al is de afschaffing van de slavernij een heel belangrijk moment in de geschiedenis van Nederland, dat gevierd en herdacht moet worden.
Is met deze groeiende bewustwording een begin gemaakt met het verminderen van racisme en discriminatie? Dat is wellicht te rooskleurig gedacht. Met het toeslagenschandaal van de Belastingdienst in gedachten, is het recente incident bij de Dienst Uitvoering Onderwijs verontrustend. In juni werd bekend dat studenten met een migratieachtergrond vaker van fraude met de basisbeurs worden verdacht.
Het heeft er alle schijn van dat dit meer zegt over de opsporingsmethode dan over de fraudeurs. Wederom zijn er aanwijzingen dat racisme is geïnstitutionaliseerd. Er is weer een algoritme dat etnisch profileert. Daardoor kan het bijna niet anders of de boosdoener wordt gevonden in biculturele hoek.
Minister Robbert Dijkgraaf van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap heeft gereageerd door de selectie per algoritme per direct stop te zetten en een onderzoek in te stellen. Er mag nu alleen met hulp van een steekproef onder studenten worden gecontroleerd. Dat is al meer dan wat minister Wopke Hoekstra deed toen er institutioneel racisme werd geconstateerd op Buitenlandse Zaken. Hij zei te gaan werken aan een ‘cultuuromslag’, maar voegde toe dat dit een zaak ‘van de lange adem’ was.
Misschien moet de overheid toch eens een extra stap zetten, om daarmee te bewijzen dat het nu eindelijk echt menens is. Ik vraag mij oprecht af waarom het Openbaar Ministerie tot nu toe de verantwoordelijken voor bewezen institutionele racisme en discriminatie bij de Belastingdienst, met duizenden verwoeste mensenlevens als gevolg, niet heeft aangeklaagd. De overheid moet haar burgers dienen, faciliteren en beschermen. De overheid mag de levens van haar burgers niet verzuren. Kom voor je burgers op. Laat zien waar je staat.
Nu u hier toch bent...
Goede journalistiek kost geld. Leden en donaties maken onze gebalanceerde berichtgeving over biculturaliteit, zingeving en vrijheid mogelijk. Steun ons daarom als u ons werk belangrijk vindt.
Vertel mij meer!