9.7 C
Amsterdam

Anthony Uduba (VVD): ‘Je moet asielzoekers de mogelijkheid geven te gaan werken’

Chris Aalberts
Chris Aalberts
Journalist en auteur van o.a. ‘De puinhopen van rechts’. Doceert Media & Journalistiek aan de Erasmus Universiteit Rotterdam.

Lees meer

Diversiteit, inclusie en racisme staan steeds nadrukkelijker op de politieke agenda, net als de roep om een diversere volksvertegenwoordiging. In de aanloop naar de verkiezingen interviewt Chris Aalberts daarom biculturele kandidaten voor de gemeenteraden. Vandaag: Anthony Uduba (29), de nummer tien van de VVD in Den Haag. ‘Bij de JOVD maakte ik kennis met het liberalisme. Dat sprak me erg aan. De VVD wil mensen in hun kracht zetten en obstakels wegnemen om de beste versie van zichzelf te zijn. Alles wat ervoor kan zorgen dat dat niet lukt, nemen we weg.’

Je komt oorspronkelijk uit Nigeria. Hoe ben je hier gekomen?

‘Ik ben in 2009 naar Nederland gekomen voor gezinshereniging. In 2001 kwam mijn vader als vluchteling naar Nederland. We woonden in Nigeria in een olierijk gebied. Daar zijn veel problemen geweest. Nigeria is nu een democratie, maar destijds waren er militairen aan de macht. Mijn vader heeft als taxichauffeur ooit mensen naar een demonstratie gebracht. Volgens het militaire regime had hij dat niet mogen doen. Het regime zag hem als een van de facilitators van dat protest.

‘Het leger kwam mijn vader middenin de nacht ophalen. Hij werd vrijgelaten en is toen meteen vertrokken. Het was niet ondenkbaar dat hij van de straat geplukt zou worden en zou verdwijnen. Ons gezin heeft moeten verhuizen naar Lagos, een stad met 22 miljoen inwoners waar je redelijk onder de radar kunt leven. We hebben vijf jaar gedacht dat mijn vader overleden was. We wisten niet of hij was gepakt of dat hij zijn vlucht uit Nigeria had overleefd. Een kennis van de familie was hier in Nederland voor zaken en dacht mijn vader te hebben gezien. Zo kwamen we hem weer op het spoor.’

Je was zeventien toen je naar Nederland kwam. Hoe ging dat?

‘Ik mocht na een half jaar starten met Nederlands leren. Toen heb ik in zes maanden de taal geleerd. Dat was keihard werken: elke dag twintig woorden leren en die een dag later ook gebruiken in mijn vocabulaire. Na een half jaar sprak ik Nederlands. Na een jaar zat ik op het MBO. Die opleiding heb ik in drie jaar gedaan. Daarna heb ik in drie jaar ook HBO gedaan. Toen ben ik gaan werken als hypotheekadviseur en heb ik in de avonduren mijn masterstudie gedaan. Ik wilde meer, en werk nu als financieel toezichthouder bij het ministerie van Binnenlandse Zaken.’

Zitten er lessen in jouw succes voor andere migranten?

‘Ik denk dat ik heel erg gemotiveerd was om iets van mijn leven te maken. Ik ben dat nog steeds. Ik wil iets bewerkstelligen. Ik probeer het beste van mijn leven te maken en kansen te grijpen. Ik ervaar dat niet als een grote prestatie. Ik vind het logisch dat je dat doet.’

‘Ik heb bijgedragen aan de inburgeringswet die dit jaar is ingegaan. Dat deed ik op basis van mijn persoonlijke ervaring van wat er nodig is om mensen die hierheen komen zich snel te laten ontwikkelen. Voor mij was het heel belangrijk dat ik hier werkte. Ik werkte de eerste maanden bij McDonalds als keukenmedewerker. Vanuit die job kon ik me verbinden met Nederland en werd ik uit mijn comfortzone gehaald om de taal te spreken. Er kwamen elke dag twintig woorden bij en die ging ik meteen gebruiken. Je moet ook andere asielzoekers de mogelijkheid geven te gaan werken.

‘Ik denk ook dat we ruimte moeten creëren dat culturen elkaar kunnen ontmoeten, dat je van elkaar kunt leren. Praktisch zou ik zeggen: we hebben in Den Haag een mooi cultureel gebouw neergezet: Amare. Er zijn hier zo’n tweehonderd culturen aanwezig. Het is niet ondenkbaar dat die culturen zich eens per jaar in Amare kunnen presenteren. Ben je geïnteresseerd, dan krijg je in Amare alles te zien van muziek, kleding tot eten. Alles wat een cultuur uniek maakt. Geef de mogelijkheid om elkaar te leren kennen.’

‘We moeten ruimte creëren dat culturen elkaar kunnen ontmoeten, dat je van elkaar kunt leren’

Wat zou je in de toekomst willen bereiken?

‘Ik wil heel veel, maar ik heb drie speerpunten. Ten eerste geloof ik erg in de kracht van onderwijs. Je kunt daarmee de situatie van mensen in een uitkering doorbreken. We kunnen ons niet permitteren om geen energie in het onderwijs te steken. Hoe je dit moet doen verschilt per persoon, maar je moet ervoor zorgen dat iedereen de vrijheid heeft om het beste onderwijs te volgen.

‘Ik hoor vaak dat er onderadvisering is bij gekleurde kinderen. Veel ouders die niet uit Nederland komen, en niet bekend zijn met het Nederlandse systeem volgen het advies van de school. De gemeente kan dat niet veranderen, maar moet wel informatie verschaffen over de mogelijkheden. Ook zijn er enorme leerachterstanden door corona. Ouders in de goede buurten kunnen voor extra lessen betalen. Ouders uit armere buurten kunnen dat niet en zo ontstaat meteen achterstand. De gemeente moet daarom weekendscholen en zomerscholen faciliteren voor alle kinderen.

‘Je kunt scholen bovendien faciliteren doordeweeks langer onderwijs te geven. We moeten kijken welke maatregelen de gemeente daarbij kan nemen. Niet alleen kijken naar kinderen die het slecht doen, maar ook naar kinderen die het goed doen, want ook die hebben extra begeleiding nodig.’

Wat zijn je andere speerpunten?

‘Mijn tweede punt is woningen, vooral voor jonge gezinnen. Dit herken ik ook in mijn persoonlijke leven. Ik heb een vriendin en een dochtertje. Bij thuiswerk zit ik in de babykamer. Ik moet langzaam tikken, anders wordt de baby wakker. De woningnood is hier heel hoog. Ik maak me daar zorgen over. Ik krijg zelf al stress als ik bedenk dat ik over drie jaar moet verhuizen. Ben ik straks de helft van inkomen kwijt aan een woning? Kan ik een huis kopen? Er zijn veel jongeren die geen spaargeld hebben en in de problemen komen.

‘Mijn derde punt is de schuldenproblematiek. Dat is een groeiend probleem en dat is heel schrijnend. Mensen met schulden komen daar niet uit. Ik zou meer willen doen voor die gezinnen. Daar wordt al goed werk voor gedaan. De toeslagenaffaire is een goed voorbeeld: de gemeente Den Haag heeft als eerste schulden bij de gezinnen kwijtgescholden. Je ziet dat schulden klein beginnen, dus hoe kunnen we ervoor zorgen dat dit vroeg gesignaleerd wordt en hoe kunnen we daar adequaat op inspelen? Laten we ook voorkomen dat mensen in de schulden komen, bijvoorbeeld door financiële educatie, ook aan nieuwkomers.’

Wat is je ambitie?

‘Ik wil met voorkeursstemmen in de gemeenteraad komen. Ik heb er 1.400 nodig. Ik zou het heel stoer vinden om ooit mensen te vertegenwoordigen in de Tweede Kamer. Het is niet dat ik mijn hele leven omturn om ervoor te zorgen dat ik daar kom, maar als mijn reis daarheen leidt, zou ik dat niet onfortuinlijk vinden.’

Nu u hier toch bent...

Goede journalistiek kost geld. Leden en donaties maken onze gebalanceerde berichtgeving over biculturaliteit, zingeving en vrijheid mogelijk. Steun ons daarom als u ons werk belangrijk vindt.

Vertel mij meer!
- Advertentie -