2.5 C
Amsterdam

‘De rechter zei: ‘Jij bent een Turk, het kind hoort dan toch bij de moeder te zijn?’’

Ewout Klei
Ewout Klei
Journalist gespecialiseerd in politiek en geschiedenis.

Lees meer

Armand Sag is een verstoten vader. En hij is niet de enige. ‘Als vader moet je nooit met Jeugdzorg in aanraking komen.’ 

Lezers van de Kanttekening kennen Armand Sag misschien als een Turks-Nederlands historicus. Vorige week liet de NPO in de documentaire Verstoten vaders (BNN-VARA) een hele andere kant van de historicus zien. Sag is namelijk ook zo’n vader. Hij heeft nu bijna een jaar zijn vierjarige dochtertje niet mogen zien. Zijn ex doet er alles aan om hem het contact met hun kind te beletten.

Sag is er kapot van, maar blijft knokken. In gesprek met de Kanttekening blikt Sag terug op zijn strijd om zijn dochtertje te mogen zien. Ook kijkt hij naar de toekomst. ‘Ik ga er vanuit dat ik deze zaak niet ga winnen. Met deze documentaire wil ik het signaal afgeven dat veel vaders in hetzelfde schuitje zitten.’

Hoe gaat het nu met je? Heb je veel reacties gehad op de documentaire?

‘Het is nog steeds moeilijk dat ik mijn dochtertje niet mag zien. Ik voel mij wel gesterkt door de vele positieve reacties. Heel veel vaders die hetzelfde hebben meegemaakt hebben mij gemaild, maar ook veel gescheiden moeders die het met mij eens waren. Er waren maar twee gescheiden moeders die mij mailden dat het kind bij de moeder hoorde. Ook rechters en mensen van de politie hebben mij gecontacteerd. Ze schreven dat ze het zeer vervelend vonden dat het zo gaat, maar konden helaas niets voor mij doen. Jeugdzorg heeft echter niet gereageerd. Dat vond ik wel opvallend.’

Wat vond je advocaat eigenlijk van het feit dat je aan deze documentaire hebt meegewerkt?

‘Ik ben zelf benaderd door BNN-VARA en besloot om mee te werken aan de documentaire. Ze hebben mij een jaar lang gefilmd. Toen ik naar de rechtszaal kwam met een filmploeg was mijn advocaat niet blij: hij was bang dat dit mijn zaak zou schaden. Ik heb nog geen reactie van hem gehad, wat hij van de documentaire vond.’

Maar is de documentaire schadelijk voor je zaak?

‘Nou, ik ga er vanuit dat ik deze zaak niet ga winnen. Deze documentaire is mijn legacy. Hiermee wil ik het signaal afgeven dat veel vaders in hetzelfde schuitje zitten als ik.

‘Zij wil gewoon dat ik mijn dochtertje nooit meer zie’

De documentaire heeft positieve effecten. Rechters hebben gereageerd. Ze hebben nu meer begrip voor mijn situatie en die van andere vaders die hun kinderen niet mogen zien van hun ex. Ik heb ook contact met een Kamerlid van de VVD. Misschien dat de wetgeving wordt aangepast en vaders meer rechten krijgen.’

Hoe zit het nu precies? Waarom kun je je dochtertje niet zien? Kun je wel met haar bellen?

‘Op papier hebben we een omgangsregeling en is ze elke dinsdag bij mij. We werken officieel naar een co-ouderschap. Maar in de praktijk kan ik mijn dochtertje niet zien omdat mijn ex om de twee maanden aangifte tegen mij doet. Jeugdzorg zet dan alles stop, mijn dochter blijft dan bij mijn ex en ik mag haar dan niet zien totdat alles is uitgezocht. Ik heb afgelopen maandag gevraagd om op zijn minst te bellen via WhatsApp of Skype, maar mijn ex negeert mijn verzoek.

In het verleden heeft ze meermaals aangifte gedaan als ik haar ‘te vaak’ mailde met een verzoek om toch mijn dochtertje te zien, te spreken of minstens een foto te ontvangen. Ik heb mijn verzoek vrijdag neergelegd bij Jeugdzorg, maar die verwijzen me door naar mijn ex met als bijschrift dat ze ‘begrip hebben voor de actie van je ex en dit zullen gedogen’. Waarom ze begrip hebben, wilden ze niet zeggen: iets met ‘zorgsignalen die moeder ’s avonds om negen uur telefonisch heeft doorgebeld’. Jeugdzorg weigert mij te zeggen wat dit dan is. Het zou het coronavirus kunnen zijn, maar ook een nieuwe aantijging van – seksueel – misbruik.’

Jeugdzorg heeft in deze onverkwikkelijke geschiedenis dus een kwalijke rol gespeeld?

‘Ja, dat kun je inderdaad wel zo stellen. Mijn ex zei tot twee keer toe dat ik mijn dochter zou willen ontvoeren naar Turkije. De rechtbank concludeerde uiteindelijk dat mijn ex geen enkel steekhoudend argument had om mij te beletten mijn dochtertje te zien. Maar toen beweerde mijn ex opeens dat ik mijn dochtertje zou hebben misbruikt, waarop de omgangsregeling door Jeugdzorg direct werd stopgezet. Uit onderzoek van Jeugdzorg bleek dat haar beschuldigingen ongegrond waren.

Ik heb mijn dochtertje na 311 dagen weer een half dagdeel bij me gehad – we zijn op 11 februari naar de dierentuin geweest – en sindsdien weer niks. Dit kwam door een kort geding dat ik had aangespannen tegen Jeugdzorg. De rechter noemde Jeugdzorg toen ‘tranentrekkend slecht’.

Na het bezoek aan de dierentuin is de omgangsregeling weer stopgezet door Jeugdzorg. Mijn ex beschuldigt mij nu van smaad en laster vanwege de documentaire.’

Armand Sag in zijn verlaten kinderkamer (Foto: ‘Verstoten vaders’)

Waarom gaat Jeugdzorg steeds mee in het verhaal van je ex, ondanks dat haar beschuldigen telkens ongegrond bleken?

‘Mijn ex speelt het spel heel geraffineerd. Ze zegt: ‘Jullie hebben geen bewijzen gevonden. Mijn dochter vertelt mij wel dat ze is misbruikt.’ Jeugdzorg is bang om fouten te maken, daarom zijn ze heel voorzichtig. Ook zijn ze uit op verzoening tussen de partners en kiezen ze daarom steeds voor een ‘gulden middenweg’. Maar door zich zo toegeeflijk op te stellen neemt mijn ex een steeds extremer standpunt in, zodat het compromis steeds meer naar haar richting opschuift. Zij wil gewoon dat ik mijn dochtertje nooit meer zie.

Als vader moet je nooit met Jeugdzorg in aanraking komen. Ik wist niet dat het zo erg was. Ik dacht: ze zijn professionals, zij gaan mij helpen. Maar dat doen ze dus niet. Vrienden en kennissen van mij die ook gescheiden zijn vertelden mij vroeger dat Jeugdzorg partijdig is, altijd partij kiest voor de moeder. Ik geloofde dat toen niet. Maar het is waar.’

Het doen van valse aangifte is strafbaar. Hoe kan het dat je ex hiermee wegkomt?

‘Ze zegt: ‘Ik dacht dat het echt zo was.’ Daarmee gaat de rechter akkoord. De overheid heeft mijn proceskosten vergoed, die zijn niet op haar verhaald. Ze kan valse aangiftes blijven doen.’

Had je je misschien niet wat voorzichtiger moeten opstellen en je ex wat meer moeten gunnen? Is ze misschien ontevreden over de hoogte van de alimentatie?

‘Ze wordt royaal onderhouden. Ze mocht het huis houden dat ik had gekocht, ik betaalde vijfhonderd euro maandelijkse kosten voor mijn dochtertje, duizend voor haar. Maar toen de wasmachine stuk ging eiste ze opeens dat ik eenmalig vijfhonderd euro extra moest betalen. Ik antwoordde mijn ex dat ze dat makkelijk kon betalen van haar alimentatie, maar daar was ze het niet mee eens. Hier is de ruzie ook begonnen.’

Je ex heeft een nieuwe partner. Is hij wel goed voor je dochter?

‘Tegen Jeugdzorg heeft mijn ex gezegd dat hij slechts een hele goede vriend is. Mijn dochter weet wie hij is. Ik vroeg een keer naar hem toen ik mijn dochtertje nog wel zag. Toen was ze verbaasd: ‘Hoe weet je zijn naam?’ Ze is denk ik geïnstrueerd door mijn ex om niets over hem te vertellen.’

‘Mijn ex beweerde dat ik mijn dochtertje zou willen ontvoeren naar Turkije’

Je bent op een gegeven moment zelfs gearresteerd en hebt in de cel opgesloten gezeten.

‘Dat was ook het meest heftige moment in de documentaire. De agenten waren heel agressief, maar hebben mij niet geslagen. Dat kwam omdat een agent de-escalerend heeft opgetreden. Ik wilde hem daarom nog een bos bloemen geven, maar agenten mogen zulke geschenken natuurlijk niet aannemen. Ik heb hem daarom alleen maar heel erg bedankt. Hij was op dat moment de enige die zijn hoofd koel hield.’

Je hebt de rechter tot drie maal toe gewraakt. Waarom?

‘De rechter in kwestie, ik mag zijn naam niet noemen, was partijdig. Tijdens de rechtszaak zei de rechter tegen mij. ‘Zij is bang. Een kat in het nauw maakt rare sprongen.’ Daarmee vergoelijkte hij haar valse beschuldigingen. Maar toen ik beweerde dat ik niets verkeerds had gedaan, viel dat slecht bij de rechter. ‘Ik zie dat je graag de strijd aangaat.’ Toen mijn ex beweerde dat ik mijn dochtertje zou willen ontvoeren naar Turkije, legde mijn advocaat uit dat ik in Nederland woon, mij Nederlander voel, een kritisch boek over Turkije heb geschreven, dat ik al jaren niet meer in Turkije ben geweest – maar daar had de rechter geen boodschap aan. De rechter zei: ‘Hij is Turks, het zou mij niets verbazen.’ Een rechter moet neutraal zijn, niet vooringenomen.

De daaropvolgende wraking is op procedurele gronden afgewezen. We deden het mondeling, niet met een briefje. De tweede zitting werd voorgezeten door dezelfde rechter, die boos was dat we hem hadden gewraakt. Toen was hij weer zeer vooringenomen en maakte hij wederom een kritische opmerking naar mijn hoofd, wat zijn partijdigheid verried.’

En die derde wraking?

‘Tijdens de derde zitting waren er drie rechters, waaronder de vooringenomen rechter. Toen de politie zei dat er geen signalen waren dat ik mijn dochtertje zou wil ontvoeren, zei ik dat ik mijn co-ouderschap terug wilde. De rechter reageerde daar kritisch op. ‘Jij bent een Turk, het kind hoort dan toch bij de moeder te zijn?’ Hij discrimineerde mij weer op mijn etniciteit. We hebben er toen wederom voor gekozen om hem te wraken. In de vierde zitting was hij nog steeds een van de rechters, maar was hij niet meer de voorzitter. Hij bleef echter vervelend doen. Een college-rechter beet hem toen toe dat hij zijn mond moest houden.’

En toen?

‘Die vierde rechtszaak heb ik gewonnen. Ik kreeg het co-ouderschap terug. Maar dat was slechts formeel. Mijn ex deed heel moeilijk over het nieuwe ouderschapsplan, beweerde dat mijn dochter mij niet wilde zien en moest huilen. Ze deed daarna valse aangiftes. Daardoor zette Jeugdzorg de omgangsregeling telkens weer stop.’

‘Ik ben wel eens naar het balkon gelopen en in tranen uitgebarsten’

Je zei eerder al dat je niet gelooft dit gevecht met je ex te zullen winnen. Dit betekent dat je haar pas weer mag zien als ze achttien jaar is.

‘Daar heb ik weinig vertrouwen in. Formeel mag het dan wel, maar we hebben geen band met elkaar omdat mijn ex mij van mijn dochter heeft weggehouden. Ze wil mij wellicht niet eens zien.’

Ik hoopte –  maar misschien was deze hoop ijdel – op een klein lichtpuntje.

‘Nou, ik ben gelukkig bij mijn nieuwe partner. We hebben ook een zoontje, hij is nu zes maanden. Ik ben erg blij met hem. En met haar, natuurlijk. Maar soms, als ik met hem speel, dan wordt het mij soms even te veel. Dan moet ik denken aan dat ik al die mooie momenten niet met haar beleven mag. Ik ben wel eens naar het balkon gelopen en in tranen uitgebarsten. Het is zoals het is.’

Nu u hier toch bent...

Goede journalistiek kost geld. Leden en donaties maken onze gebalanceerde berichtgeving over biculturaliteit, zingeving en vrijheid mogelijk. Steun ons daarom als u ons werk belangrijk vindt.

Vertel mij meer!
- Advertentie -