8 C
Amsterdam

Auteur Shantie Singh: verbonden met drie continenten

Joke Heikens
Joke Heikens
Journalist.

Lees meer

Shantie Singh (36) werd geboren in Nederland, maar haar grootouders zijn afkomstig uit India. Haar ouders werden in Suriname geboren. Singh wilde meer weten over haar familiegeschiedenis en schreef hierover de roman Vervoering. Het boek verscheen in 2014 en werd een succes.

Het schrijven van Vervoering zorgde voor een ontwikkeling. Niet alleen bij Singh (haar officiële naam is Jagmohansingh) zelf, maar ook bij haar ouders en velen anderen. ‘Je geschiedenis mag er zijn, die is ook waardevol. Ook de Indiase en Surinaamse onderdelen. Die kunnen zelfs in een boek verschijnen, wat mijn ouders helemaal niet gewend waren.’ De research voor de roman bracht hen terug naar India en Suriname, voor de ouders van Singh een ‘trip down memory lane’.

Kolonie

Haar overgrootouders woonden in India toen dat nog een Britse kolonie was. In Suriname waren dringend goedkope arbeiders nodig, omdat de slavernij was afgeschaft in 1863. Daardoor kwamen zij van de ene kolonie in de andere terecht. De plantage-industrie dreigde in te storten, daarom zochten de Nederlanders naar goedkopere arbeidskrachten. In India werden mensen ’geronseld’, die werden per schip naar Suriname vervoerd. De beelden die zij voorgespiegeld kregen waren mooier dan de werkelijkheid. De meeste mensen wisten niet eens waar Suriname lag, maar hen werd voorgehouden dat het een prachtig land was waar gouden bergen op hen wachtten. Ze moesten een contract voor vijf jaar ondertekenen, terwijl de meeste mensen niet eens konden lezen. Er werden vooral sterke mensen gezocht, want ze moesten allereerst de bootreis overleven.

‘Mijn familie sprak weinig over deze tijd. Zij wilden alleen maar vooruitkijken, zo zijn zij opgevoed’, vertelt Singh. Tijdens de geschiedenislessen op school kwam dit onderwerp niet aan bod. Het was een koloniale tijd, de kinderen die naar school gingen, leerden vooral over de geschiedenis van Nederland, de geschiedenis van India kwam amper aan bod. ‘Ook ik hoorde er tijdens de geschiedenislessen niets over. Mijn ouders vonden het maar raar dat ik daar zo geïnteresseerd in was. Waarom wilde ik dat weten? Dat ik de gekste vragen stelde, maakte dat zij ook meer gingen nadenken over hun verleden.’ Het is van belang om het door te geven, vindt Singh. Er zijn wel geschiedenisboeken over, maar amper romans waarin staat hoe mensen zich voelden en wat ze deden.

Boeken als Honderd jaar eenzaamheid van Gabriel García Márquez waren een grote inspiratie voor Singh. ‘Het is heel mooi om over de belevenissen van verschillende generaties te lezen. Zoiets wilde ik ook over mijn familiegeschiedenis, want mijn jeugd was er nog niets bij. Ook dat is een deel van de Nederlandse geschiedenis dat verteld en bewaard moet blijven.’ Dat Singh zelfs vandaag de dag nog te horen krijgt dat ze zo goed Nederlands spreekt is een signaal dat de hindoestaanse geschiedenis voor veel Nederlanders een ver-van-hun-bed-show is.

‘Mijn vader hoorde zoveel goede verhalen over Nederland dat hij besloot een kijkje te gaan nemen’

Sarnami

Door verhalen van andere familieleden kwam Singh steeds meer te weten, maar deze informatie was niet genoeg om een heel boek mee te vullen. Daarom ging ze naar het toen nog bestaande Sarnami Instituut in Den Haag, waar lezingen gehouden werden en waar informatie over de historie van Hindoestanen te vinden was. Sarnami is de taal die zich ontwikkelde tijdens de migratie van India naar Suriname en de periode daarna. Het nagebouwde huis van vroeger in het instituut en de aanwezige foto’s boden Singh een kijkje in het leven van toenmalig Suriname. Er waren ook objecten uit die tijd tentoongesteld. ‘Dat gaf mij een goed idee van het leven toen. Hoe de mensen zich voelden en hoe ze zich gedroegen.’

‘Dit onderzoek naar mijn verleden was op zich al een heel avontuur. Voor mijn overgrootouders en anderen was het een sprong in het duister om India achter zich te laten en naar Suriname te gaan, realiseerde ik mij. Datzelfde gold voor de mensen die later naar Nederland gingen. Toen had je nog geen Facebook of andere sociale media, dus contact met de achtergebleven familieleden was moeilijk en zeker niet vanzelfsprekend. Ze lieten hun hele leven achter zich en begonnen opnieuw. Daar heb ik grote bewondering voor.’

De overgrootvader van Singh was een sterke man, wat essentieel was om in die tijd te overleven. Hij was in staat om iets van zijn leven te maken. Hij zette een succesvol huishouden op en werkte in de landbouw. Het ging zo goed dat hij zelfs opbrengsten van het land kon verkopen, terwijl hij was begonnen met een kaal stukje land. ‘Het sprak tot mijn verbeelding dat hij en mijn overgrootmoeder het zover wisten te schoppen dat ze van overleven naar gewoon leven gingen, ze bouwden hun eigen geluk op. Ook voor de volgende generaties, zodat die een beter leven zouden hebben.’

‘Mijn vader gaf mij altijd mee dat ik van alles kan worden in het leven’

Op avontuur

Na de grote sprong van de overgrootouders van Singh deden haar ouders hetzelfde. ‘Zij vertrokken uit Suriname naar Nederland toen mijn moeder 18 jaar was en mijn vader 23.’ Ze vestigden zich in Almelo, want daar woonde een zus van haar vader. ‘Mijn vader hoorde zoveel goede verhalen over Nederland dat hij besloot een kijkje te gaan nemen. Dat vind ik ontzettend stoer van mijn ouders, dat ze op jonge leeftijd die grote stap hebben gezet. Mijn moeder moet daar wel heel eenzaam zijn geweest, vanuit de grote stad Paramaribo naar Almelo.’

Het was niet de bedoeling van de ouders van Singh om te emigreren, ze wilden een bezoek brengen aan Nederland en kijken hoe het hier was. Toen bleven ze hangen en na vijf jaar kwam hun eerste dochter ter wereld. In Suriname was de toekomst onzeker, veel mensen zagen die niet zo rooskleurig in en zij konden toen nog eenvoudig naar Nederland verhuizen, want ze hadden een Nederlands paspoort.

Singh kan zich op verschillende plekken thuis voelen, maar Nederland is haar vaderland. ‘Ik ben voor mijn boek naar India en Suriname geweest. Doordat ik met dat boek en de geschiedenis bezig was, zag ik deze landen opeens heel anders. Ik ben ook in Nickerie geweest, het gebied waar mijn vader vandaan komt. Dat ligt heel afgelegen, zeg maar een soort Almelo in Suriname. Daardoor kwam de hele geschiedenis een stuk dichterbij.’

In Almelo was de familie een bezienswaardigheid. Na haar geboorte wilde iedereen een kijkje nemen in Singhs wiegje, om deze wel heel bijzondere baby te zien. ‘Toen ik vijf was verhuisden we naar Alphen aan den Rijn, waar we iets minder opvallend waren. Het spreidingsbeleid waardoor immigranten door heel Nederland verspreid werden, was goed bedoeld, maar zorgde ook voor veel eenzaamheid.’

‘Mensen uit Marokko en Italië herkennen mijn verhaal’

Veel Hindoestaanse mensen reageerden positief op het verschijnen van het boek Vervoering. ‘Eindelijk een boek over onze geschiedenis’, en: ‘Dit kan ik aan mijn kinderen geven om ze uit te leggen waar ze vandaan komen’, kreeg Singh te horen. Maar het waren niet alleen Hindoestanen die enthousiast reageerden, ook jongeren en autochtone Nederlanders lieten weten blij te zijn met het boek. ‘We wisten helemaal niets van deze geschiedenis en dat het zo ging’, zei iemand tegen Singh. Het boek was genomineerd voor de Inktaap 2016 (een literaire prijs, red.), waardoor jongeren uit Nederland, België en Suriname het lazen. Die waren ook enthousiast en stuurden Singh filmpjes en foto’s. Er werd zelfs een trailer voor haar boek gemaakt. Sommigen volgen haar nog steeds op de sociale media.

‘Voor de boekpromotie was ik in Suriname, daar kreeg ik reacties van allerlei mensen, ook jonge meisjes die aangaven ook schrijfster te willen worden. Dat raakte mij wel.’ Met haar boek raakt ze bovendien aan universele waarden en gevoelens. ‘Mensen uit bijvoorbeeld Marokko en Italië herkennen zich eveneens in mijn verhaal. Ook zij vertrokken en lieten hun land achter zich. Vanuit diverse hoeken is de vraag naar een kinderboek gekomen. Maar dat is iets voor in de toekomst. Ik ben nu nog bezig met een boek over Rotterdam.’

‘Ik had het gevoel iets van mijn leven te moeten maken, omdat ik dat aan mijn familie was verplicht’

Dat haar ouders en overgrootouders zo hard gewerkt hebben voor haar toekomst en die van haar zusje, legde een flinke druk op Singh. ‘Ik had het gevoel iets van mijn leven te moeten maken, omdat ik dat aan mijn familie was verplicht. Ze hebben zoveel offers gebracht, zo hard gewerkt.’ Singh studeerde Bestuurskunde aan de Erasmus Universiteit en werkt nu als seniorbeleidsadviseur bij de gemeente Rotterdam. Daarnaast danst ze op hoog niveau, waarbij ze ook haar Indiase kant ontdekte. Vervolgens kwam ze bij haar uiteindelijke passie: schrijven. En er moest meteen een boek komen. ‘Ik vroeg mijn vader, tijdens de boekpresentatie, of hij nu trots op mij was. Hij keek mij aan en zei: ‘Maar ik ben toch allang trots op je?’ Daardoor realiseerde ik mij dat ik mijzelf van alles opleg.’

Bij de gemeente zet Singh zich vooral voor vrouwenrechten in, het recht van meisjes en vrouwen op zelfbeschikking, keuzevrijheid en een veilig thuis. Dit heeft een persoonlijke drijfveer. ‘Mijn vader gaf mij altijd mee dat ik van alles kan worden in het leven. Politicus, schrijfster, ondernemer, niets was te gek. Nooit werd gesproken over de noodzaak van een huwelijk. Het ging om zelfontplooiing en om op je eigen benen te kunnen staan. Voor mij was dit lange tijd normaal,  totdat ik de wereld leerde kennen. In mijn familie zijn er ook vrouwen voor wie het niet vanzelfsprekend was dat zij zelf hun huwelijkspartner konden kiezen. In mijn basisschoolomgeving had je de zwartekousenkerk, de meisjes liepen alleen in lange rokken en hadden geen vrijheid. Ook in Nederland komt dat voor.’

Juist door haar werk bij de gemeente herontdekte Singh haar ouders: ‘Ze hebben offers gebracht om mij en mijn zusje zo op te voeden zoals we zijn opgevoed. Dat realiseer ik mij nu meer dan ooit. Tegelijkertijd hebben ze ons altijd de mooie tradities en verhalen doorgegeven.’

‘De vrijheid die ik heb, die wil ik voor alle vrouwen’

Voorrecht

Het schrijven van het boek voelde als een voorrecht voor Singh. Ze had gelukkig alle tijd om aan haar verhaal te werken. ‘Als ik niet aan dat boek had gewerkt was ik mij daar nooit zo van bewust geweest’, zegt ze. ‘Mijn voorouders hebben hun dromen doorgegeven aan volgende generaties. Mijn zusje en ik hebben veel kansen gekregen, daar ben ik mij tijdens het schrijven heel bewust van geworden. Er zijn genoeg vrouwen die onderdrukt worden. Ik maak mij in mijn werk bij de gemeente sterk voor hen. De vrijheid die ik heb, die wil ik voor alle vrouwen.’

Nu u hier toch bent...

Goede journalistiek kost geld. Leden en donaties maken onze gebalanceerde berichtgeving over biculturaliteit, zingeving en vrijheid mogelijk. Steun ons daarom als u ons werk belangrijk vindt.

Vertel mij meer!
- Advertentie -