Don Ceder (29) is advocaat en gemeenteraadslid voor de ChristenUnie in Amsterdam. Hij dook vorig jaar op in de Forbes-ranglijst 30 under 30, een lijst van jonge mensen met een grote impact op de wereld om hen heen. De Kanttekening sprak hem over zijn geloof, christelijke politiek bedrijven en Amsterdam.
Wat betekent het om als christen in Amsterdam te dienen? Het is toch stad die in de ogen van velen een onchristelijk imago heeft.
‘Onchristelijk? Tja, ik denk dat Amsterdam van oudsher een stevige christelijke basis heeft. Ook zijn er tot op heden nog in de verschillende stadsdelen veel kerken die heel goed werk doen. Ik kom zelf uit Amsterdam-Zuidoost en in de jaren dat ik daar ben opgegroeid heb ik de kerkgemeenschappen als zeer actief ervaren. Dus nee, ik zie Amsterdam niet per se als een onchristelijke stad. Niet in het nu, maar ook niet in zijn basis. ‘Heldhaftig, vastberaden en barmhartigheid’ staat onder het wapen van de stad. Dat zie je ook wel terug in wat er vanuit de Amsterdamse politiek aan keuzes wordt gemaakt. Maar het zou natuurlijk nog altijd beter kunnen. Persoonlijk vind ik dat vooral het aspect barmhartigheid nog wel wat meer zou mogen worden afgestoft, zowel onder bewoners zelf als op beleidsniveau.’
Als raadslid zit je daarvoor op de juiste plek, lijkt me.
‘Precies. Ik heb bijvoorbeeld een aantal maanden geleden een voorstel ingediend om de daklozenopvang in Amsterdam te hervormen. De doorstroom loopt niet goed, en het credo ‘niemand slaapt op straat’ kunnen we eigenlijk niet waarmaken. We moeten kijken waar de knelpunten zitten en mensen een plek bieden waar ze tot rust kunnen komen. Perspectief moet het uitgangspunt zijn, niet alleen maar opvang. Ik denk dat Amsterdam echt in staat is om mensen, die om wat voor reden dan ook aan de grond zitten, te ondersteunen en mee te helpen hun plek weer te vinden in de maatschappij, ook na een lastige periode. Dakloos- en thuisloosheid heeft – meer dan mensen denken – vaak te maken met ‘life events’: schulden, scheiding, enzovoort. Voordat je het weet sta je op straat. Op een andere manier omgaan met onze dak- en thuislozen kan de stad heel veel opleveren. Het kan allemaal veel efficiënter.’
Waar begon het geloof voor jou?
‘Mijn moeder komt uit Ghana. Op een gegeven moment nam ze mij mee naar een Ghanese kerk in Amsterdam en zaten we er iedere zondag. Maar ik vond het toen niets voor mij. Ik vond de kerk als kind echt vermoeiend. Ik was negen, tien. Misschien was het ook gewoon de taalvaardigheid die ik toen miste, want de dienst was altijd in het Ghanees, of in het Engels. Beide talen begreep ik niet genoeg.’
‘Ik wens alle kerken het enthousiasme toe van een gemiddelde Ghanese kerk’
Maar wat zorgde ervoor dat dit veranderde?
‘Een oude vriend van mijn moeder die voorganger was geworden – nadat hij zelf jaren verslaafd en dakloos was geweest – wees mijn moeder erop dat ze in zijn kerk een heel erg levendige jongerengroep hadden. Die jongerengroep vond ik wel heel leuk. Gezellig – eigenlijk niet eens zozeer vanwege het geloof. Maar het was gewoon leuk om over dingen te praten met leeftijdgenoten. Maar goed, al die preken begonnen uiteindelijk wel op me in te werken, natuurlijk. Toen ik zeventien was moest ik voor mezelf erkennen dat God er was en dat ik mijn leven wilde inrichten met dat gegeven in mijn achterhoofd: ok wilde wandelen met God.’
Hoe is de Ghanese kerk eigenlijk anders dan andere kerken?
‘Ik denk dat er bij de meeste – evangelische – Afrikaanse kerken in het algemeen veel nadruk ligt op zingen, dansen en het prijzen van het leven. Dankbaarheid voor het feit dat je er mag zijn. Als kind had ik daar weinig mee, maar nu vind ik het echt geweldig. Ik wens alle kerken het enthousiasme toe van een gemiddelde Ghanese kerk.’
Wat betekent het geloof in je dagelijkse leven?
‘Het belangrijkste wat het geloof met me heeft gedaan is beseffen dat ik in afhankelijkheid leef. Nederlanders zijn zeer onafhankelijke denkers en dat heeft echt ook zijn goede kanten. Maar de kerk opende mijn ogen voor het de werkelijkheid dat we ook in afhankelijkheid van elkaar en met elkaar leven. Dat wordt nog wel eens vergeten. In mijn dagelijkse leven komt dat terug wanneer ik even stilsta en Gods Woord overdenk als ik voor bepaalde keuzes sta. Dat zie ik in mijn persoonlijke leven, in mijn werk als advocaat en in de manier waarop ik politiek probeer te bedrijven.’
Want hoe komt dit terug in je werk als advocaat? Zijn er bijvoorbeeld zaken die je niet doet?
‘Wel, ik vind het belangrijk om mensen bij te staan die financieel lager aan lager wal zijn geraakt. Denk aan huisuitzettingen, water en gas dat is afgesloten. Maar dat betekent ook dat ik soms in alle drukte een zaak van een welvarende ondernemer moet afwijzen, ook al kan dat op financieel vlak soms interessanter zijn voor mij. De keuzes die ik maak op het werk, mede geïnspireerd door mijn geloof, gaan dus niet zozeer over goede of foute keuzes, maar gewoon over welke focus je kiest in je werk.’
In de politiek, in dit geval in de Stopera, gaat het er ook niet altijd zacht aan toe. Hoe combineer je dat met je christelijke waarden?
‘In de politiek proberen wij van de ChristenUnie-fractie met een open Bijbel recht en vrede te zoeken voor de stad. Je ziet dat in de overwegingen die we maken en in onze focus. We hebben ons het afgelopen jaar met onze voorstellen vooral gericht op de meest kwetsbare mensen in de stad. Het ging dan over thema’s als mensenhandel, basisvoorzieningen voor ongedocumenteerde jongeren, daklozen en de joodse gemeenschap die door antisemitisme wordt bedreigd. Recentelijk is Amsterdam ook opgeschrikt door meerdere schietincidenten in een paar dagen tijd, een onderwerp dat we daarna meteen hebben opgepakt. Dit betekent dat je soms andere thema’s aan andere partijen laat. Dit doen we ook omdat we maar één zetel hebben in de raad, we moeten onze tijd goed verdelen. Als raadslid moet ik wel alle dossiers kennen om mijn controlerende taak als volksvertegenwoordiger goed te kunnen uitvoeren, maar waar we uiteindelijk echt onszelf laten zien, dat is uiteindelijk vaak een politieke afweging.’
‘Ik sluit niet uit dat ik mijn toga in de toekomst tijdelijk aan de wilgen hang’
Hoe belandde je eigenlijk in de politiek?
‘Voor mijn masterstudie heb ik een aantal maanden stage gelopen bij Cynthia Ortega-Martijn, die toen in de Tweede Kamer zat voor de ChristenUnie. Zij was toen erg goed bezig met het thema schuldhulpverlening. Daar is ook wel een kiem gelegd, denk ik. Zowel als advocaat als in mijn hoedanigheid van raadslid ben ik hier nu geregeld mee bezig. De huidige ChristenUnie-ministers Carola Schouten en Arie Slob liepen toentertijd overigens ook nog op de fractieafdeling rond. Het was een hele fijne tijd. Een paar jaar later ben ik actief geworden als duo-Statenlid in Noord-Holland, maar toen ik in Amsterdam werd verkozen in de Raad was dat niet meer te combineren.’
En Den Haag? Je stond in 2017 ook op de lijst voor de Tweede Kamerverkiezingen.
‘Den Haag is geen doel op zich, maar het is mooi om op plekken te zijn waar je echt iets kunt veranderen. Op dit moment heb ik het gevoel dat ik in Amsterdam heel goed op mijn plek zit. In de Tweede Kamer kun je ook wel dingen veranderen, maar het is hier goed zichtbaar wat je doet, lekker dichtbij. Je kent de buurten en de straten en ik vind dat een hele fijne dynamiek. En het is er nooit saai.’
Is er iets veranderd in je werk als advocaat?
‘Ja, ik heb mijn tijd nog meer moeten verdelen en dat is best ingrijpend voor mijn werk. Ik zit nu anderhalf jaar in de gemeenteraad. Dat is heel druk en ik voel mij ook heel verantwoordelijk voor de mensen die ik vertegenwoordig. Veel Amsterdammers hebben mij hun stem gegeven, dus mijn vertegenwoordigende taak neem ik serieus. Daarom sluit ik ook niet uit dat ik mijn toga in de toekomst tijdelijk aan de wilgen hang.’
Terug naar je raadswerk en Amsterdam: wat zijn volgens jou de grootste problemen waar de stad mee kampt?
‘Een van die problemen hebben we afgelopen maand volop in het nieuws kunnen zien: al die schietpartijen in de openbare ruimte. We weten al langer dat ondermijning, waarbij de onderwereld de bovenwereld raakt, een groot probleem is in de stad. Onlangs is er in Zuidoost, naar aanleiding van de meest recente incidenten, een mars georganiseerd tegen het geweld, georganiseerd door kerken en bewoners. Ik denk dat er meer aandacht voor jongeren moet komen, dat we voorkomen dat ze in de criminaliteit belanden. Dat is in de komende periode mijn prioriteit. Maar ook de aanpak van de Wallen vind ik belangrijk. Vrouwen die uit willen stappen moeten een realistisch perspectief kunnen krijgen op een ander leven. Evenzo hebben de daklozen onze focus. De winter komt er weer aan, hoe zorgen we voor een goede opvang? Mijn plan over de hervorming van het daklozenbeleid wordt over een paar weken behandeld in de raad, ik hoop op een positief resultaat. Verder vind ik dat politiek en bestuur sociale initiatieven, ondernemers, bewoners en kerken vrij de ruimte moeten geven om dingen te ondernemen. Daar kunnen hele mooie dingen uit voortkomen. Echte oplossingen komen vaak vanuit een gemeenschap die zich verantwoordelijk voelt. Eigenaarschap, verbondenheid en het besef dat we afhankelijk zijn van elkaar. Dat moet de politiek faciliteren.’
‘Kerken en moskeeën hebben niet alleen een religieuze maar ook een sociale functie. Daar zou meer waardering voor moeten zijn’
Hoe kijk je aan tegen het fenomeen multiculturele samenleving?
‘We leven hier in Amsterdam met veel verschillende mensen. Er zijn uitdagingen, natuurlijk, maar er gaat ook heel veel goed. Zeker in vergelijking met andere wereldsteden is het hier heel fijn wonen met elkaar. Mensen voelen zich echt Amsterdammer, dat is een uitstekende basis voor een eenheid in verscheidenheid. Wij hebben als ChristenUnie natuurlijk veel contact met de kerken, maar we voelen op sommige thema’s ook raakvlakken met de islamitische gemeenschap in Amsterdam. Kerken en moskeeën hebben niet alleen een religieuze maar ook een sociale functie. Daar zou best wel meer waardering voor moeten zijn. In Den Haag en Rotterdam is er – voor zover ik heb kunnen vernemen – veel meer contact tussen het stadsbestuur en de geloofsgemeenschappen dan in Amsterdam. Dat kan beter. Leiders van gebedshuizen kunnen vaak heel goed aanwijzen waar de pijnpunten zitten binnen de gemeenschap. Daarom hoop ik op een jaarlijks voorgangersoverleg met de burgemeester. Vorig jaar was er voor het eerst zo’n overleg. Zowel van de voorgangers als van de burgemeester heb ik begrepen dat dit een zeer vruchtbaar gesprek is geweest. Laten we hier een traditie van maken in het stadsbestuur.’
Door het blad Forbes werd je dit jaar geselecteerd voor de 30 under 30 Europe – de invloedrijkste Europeanen jonger dan dertig jaar op een rij. Wie tipte hen?
‘Ik dacht eerst dat het grap was, haha. Later hoorde ik dat het serieus was. Nou ja, het leven is gewoon op dezelfde voet doorgegaan, hoor. Ik zie het als een bevestiging dat je een impact kunt maken als je consistent bent in hetgeen wat je doet. Wie Forbes heeft getipt? Geen idee. Misschien vind ik dit nog eens uit, maar misschien is het beter als ik er niet achter kom. Het mysterie heeft ook zijn charme.’
Wat is voor jou het grootste geluk, nu in je leven?
‘Heel cliché, ik denk mijn gezondheid. Ik kan elke dag opstaan om te doen wat ik leuk vind. Ik heb er de energie voor, ik kan het mentaal aan. Maar die gezondheid neem ik niet for granted. In de politiek en in de advocatuur zie je dagelijks hoe het ook anders kan, welke impact ziekte of een beperking kan hebben op iemands leven. Dus ik hoop dat ik nog heel lang gezond mag blijven – en ben daar iedere dag dankbaar voor.’
Nu u hier toch bent...
Goede journalistiek kost geld. Leden en donaties maken onze gebalanceerde berichtgeving over biculturaliteit, zingeving en vrijheid mogelijk. Steun ons daarom als u ons werk belangrijk vindt.
Vertel mij meer!