Waarom is racisme zo diep geworteld in Nederland en hoe doorbreken we dit? Antropoloog en socioloog Siela Ardjosemito-Jethoe bespreekt de systemen achter ongelijkheid, legt pijnpunten bloot en deelt haar visie op een inclusieve toekomst voor iedereen.
Siela Ardjosemito-Jethoe is een expert op het gebied diversiteit, inclusie en gelijkwaardigheid. Tot 2021 was ze bestuurlijk adviseur diversiteit en inclusie aan Universiteit Leiden, op dit moment is ze lid van het directieteam van Avans Creative Innovation met onder andere de portefeuille diversiteit. Vanaf 1 februari 2025 gaat ze de functie van bureauhoofd Inclusie en Diversiteit van de gemeente Amsterdam vervullen. De Kanttekening sprak met haar over racisme in Nederland.
Hoe werken racisme en discriminatie door in de hedendaagse samenleving?
‘Er is sprake van een scheefgroei in systemen die er zijn opgebouwd. Die systemen werken voor mensen die deze systemen hebben gemaakt en voor mensen die op hen lijken. De ongelijkheid is verweven in deze systemen. Het is dus lastig om te herkennen dat de scheefgroei er is, sterker nog, we zien als samenleving de scheefgroei als normaal.
Als we het onderwijssysteem als voorbeeld nemen, dan zien we dat 100-120 jaar geleden dit systeem gericht was op witte mannen, uit welgestelde gezinnen. Voor deze specifieke groep werkt het onderwijssysteem nog steeds het beste. Witte vrouwen, mensen van kleur, personen die lhbtq+ zijn of pan (mensen die aantrekking voelen naar personen, ongeacht of dit nou een vrouw, een man of non-binair iemand is, red.), mensen met een fysieke uitdaging, neurodiverse mensen et cetera en elke intersectie die je op deze marges maar kan bedenken, die vallen snel buiten de boot. Kansenongelijkheid in het onderwijs is al jaren een probleem. Het is belangrijk om de systemen ter discussie te stellen. Waar zit die ongelijkheid in de systemen? Hoe gaan we dit tegen? Wat is daarvoor nodig?
Dit klinkt nogal abstract.
‘Voorbeelden zijn hierin genoeg. Het toeslagenschandaal is een belangrijk voorbeeld. Dat raakte mensen met een migratieachtergrond extra hard. Verder heb je het etnisch profileren bij de politie, het WhatsApp-schandaal bij de politie in Rotterdam-Centrum, en heel recentelijk de aangenomen motie van VVD-Kamerlid Bente Becker om gegevens bij te houden over culturele en religieuze normen en waarden van Nederlanders met een migratieachtergrond.’
Hoe verklaart u deze racistische schandalen?
‘Om racisme als systeem beter te begrijpen is het goed om de geschiedenis in te duiken. West-Europese samenlevingen maken al eeuwenlang onderscheid tussen mensen op basis van etniciteit; witheid werd verheerlijkt. In Europa was de rassenleer lange tijd een wetenschap. Johann Friedrich Blumenbach heeft reeds in de achttiende eeuw zijn ‘theorie’ hierop losgelaten. Later nam Arthur de Gobineau het stokje over en werd onder andere het antisemitisme hiermee vergoelijkt.’
Maar deze theorieën worden toch allang gezien als fout en pseudowetenschappelijk?
‘Forum voor Democratie promoot deze ideeën. De PVV niet expliciet, toch laat deze partij zich leiden door superioriteitsdenken. En deze partij zit samen met VVD en BBB in het kabinet. Denk aan die motie van Bente Becker. Of aan de opmerking van minister Mona Keijzer dat antisemitisme onderdeel is van de islamitische cultuur. Dit is schadelijk en doet geen recht aan Artikel 1 van de Grondwet.’
Ik zie dat witte mannen zich nu meer ruimte toe-eigenen dan al het geval was
Zijn mensen meer openlijk racistisch geworden door de huidige regering?
‘Hier heb ik geen onderzoek naar gedaan. Uit mijn persoonlijke leven heb ik wel negatieve ervaringen. Ik zie dat witte mannen zich nu meer ruimte toe-eigenen dan al het geval was en zich daarin ook gesteund voelen. Een deel van deze witte mannen is zich bewuster geworden van hun eigen ‘superioriteit’. Nee, niet alle witte mannen zijn horken. Het gaat hierbij om witte mannen die misbruik maken van hun positie en mensen van kleur op ‘hun’ plek willen zetten. Dat is bijvoorbeeld terug te zien in de manier waarop er over mensen van kleur wordt gesproken in witte ruimtes, zoals een museum of het concertgebouw. Een opmerking als: ‘Er zijn vandaag wel heel veel andersoortige mensen’, is een zo’n veelgehoorde uitspraak. Dat kan zomaar in Nederland.’
Wat is die superioriteit? Witheid? Christelijke superioriteit? Of de superioriteit van de westerse beschaving?
‘Er zijn wel mensen die zeggen dat ze beter zijn dan anderen vanwege hun witte huidskleur, maar zo openlijk hoor je dat maar zelden. Veel vaker is het zo dat het superioriteitsdenken in het onderbewuste een rol speelt. Het besluit van een werkgever om mensen met een Arabisch of Turks klinkende achternaam niet aan te nemen bijvoorbeeld. Of om studenten met een migratieachtergrond te discrimineren bij het vinden van een stageplek. Of denk aan een kunstdocent die GroenLinks stemt, maar van leerlingen van kleur verwacht dat ze minder goed presteren.’
Het racisme van de lage verwachtingen…
‘Inderdaad. Racisme is niet per se rechts of conservatief. Linkse en progressieve mensen kunnen ook racistisch zijn.’
Zijn alleen witte mensen racistisch?
‘Als antropoloog/socioloog kijk ik alleen naar de Nederlandse context. Hier is racisme een wit systeem. Als mensen lelijke dingen tegen elkaar zeggen, dan is dat interpersoonlijk problematisch. Wanneer dit binnen een systeem de norm is en het op ‘witte’ macht aankomt, dan is er al heel snel sprake van racisme. Denk bijvoorbeeld aan een werkgever die een werknemer discrimineert, mensen van kleur die zich extra moeten bewijzen om een passend salaris te krijgen terwijl ze al jaren dat werk doen. De bovenkant van onze samenleving is voornamelijk wit. Van mensen van kleur wordt geacht hierin te passen of zich aan te passen, van iets toevoegen is vaak geen sprake.’
Behalve racisme zijn er ook andere vormen van discriminatie. Denk aan seksisme, homofobie, islamofobie, maar ook discriminatie op basis van regio, enzovoort.
‘Uitsluitingsmechanismen heb je over meerdere lijnen. Het gaat ook over iemands financiële status of iemands culturele achtergrond. Het is dan bijvoorbeeld ook relevant waar je wieg heeft gestaan en hoe je sociaal kapitaal eruit ziet.
‘Het is interessant dat je de regio als factor noemt. In de provincie is witheid dominanter dan in de Randstad. Daar is het lastiger voor mensen van kleur. Je moet daar andere strategieën inzetten. In Den Haag heb je bijvoorbeeld veel Hindostanen. Als groep kan je soms meer invloed uitoefenen, ruimte creëren voor uitingen en is er meer herkenning, in de publieke ruimte en in werksituaties. In Friesland is dat minder.’
De Amerikaanse wetenschapper Kimberlé Crenshaw ontwikkelde het concept intersectionaliteit. Volgens haar worden zwarte vrouwen dubbel gediscrimineerd, als zwart persoon en als vrouw. Hoe helpt dit om systematische ongelijkheid beter te begrijpen en te bestrijden?
‘Eigenlijk zou je willen dat je vanuit context benaderd wordt, dus als wetenschapper, sollicitant met bepaalde kwaliteiten, leerling, leraar, enzovoort. Maar dingen die er niet toe zouden moeten doen worden opeens zwaarwegend. Je hebt een achterstand als je vrouw bent, of een persoon van kleur. En een dubbele achterstand als je het allebei bent. Het systeem benadeelt je als je werk, een woning, een stage of iets anders zoekt. Je kunt er bijna geen grip op krijgen.
Mensen vinden dat ze goede mensen zijn en daarom kunnen ze niet racistisch zijn
‘Veel mensen willen er niet aan. Mensen vinden dat ze goede mensen zijn en daarom kunnen ze niet racistisch zijn. Maar als je ze vraagt wat ze hebben gedaan om antiracistisch te zijn, dan blijft het stil. Ze doen allerlei dingen die racistisch zijn, maar zeggen dan: ‘Ja, maar ik heb ook zwarte vrienden, mijn zwager is …’, enzovoort. Als je hen op racisme wijst worden ze boos en schieten ze meteen in de verdediging: ‘Ik ben geen racist.’
‘De verrechtsing in Nederland neemt toe, er verschijnt rapport na rapport over racisme op de werkvloer, maar er is niemand die dit doet. Dat is op z’n zachts gezegd bijzonder te noemen. Racisme is overduidelijk aanwezig in ons land. In plaats van het heel hard te ontkennen zou het verstandiger zijn goed in de spiegel te kijken. En te luisteren naar wat er wordt gezegd.’
Maar de kritiek van Crenshaw en anderen is toch dat het systeem racistisch is, niet dat mensen als individu racistisch zijn?
‘Ja, maar veel witte mensen trekken zich dit toch persoonlijk aan. Ze voelen zich aangevallen. En dan heb je geen gesprek. Het gaat echter niet om aanvallen, maar om aanvullen. Het gaat niet zozeer om iemands intenties, maar om de consequenties. Het is goed om dat gesprek met elkaar te voeren.’
Met PVV-aanhangers is het trouwens lastig om een fatsoenlijk gesprek te voeren, vind ik. Over vakantie of over voetbal? Prima. Maar ik praat liever niet met hen over maatschappelijke onderwerpen.
‘Het is inderdaad lastig. Je wilt met veel mensen in gesprek blijven, niemand uitsluiten. Maar je vriendelijkheid en tolerantie hebben een grens.’
Hoe vergroot je het gevoel er echt bij te horen voor mensen van kleur?
‘In mijn werk heb ik het vaak over gecontroleerde ruimtes, ruimtes waar je met elkaar afspraken kan maken, waarin men bekend is met elkaar. Denk aan de werkvloer, de school en de sportvereniging. Daar kan je alles zo organiseren met elkaar, dat alle mensen het gevoel krijgen er bij te horen. Wat is hiervoor nodig? Hoe word je een inclusieve school of een inclusieve werkplek? Hoe ontvang je feedback, hoe spreek je de ander aan op zijn gedrag? Hoe doen we dit samen?’
Moeten alleen witte mensen hun gedrag veranderen en integreren?
‘Het is belangrijk dat we met elkaar kijken hoe we een gelijkwaardige ruimte maken voor iedereen. Je hoeft het niet altijd met elkaar eens zijn, als je Artikel 1 en goed fatsoen betracht. Het gaat niet om eenheidsworst, maar om ruimte voor een ieder om er te zijn als individu.’
Ten slotte, ben je niet bang dat je theoretische benadering veel te abstract is voor mensen – wit en zwart – die niet in de sociale wetenschappen zijn afgestudeerd? Moet je niet alles vertalen in jip-en-janneketaal?
‘Voor mij is het belangrijk dat deze grote theoretische concepten niet theorie blijven. Het is belangrijk om kennis in te zetten bij ‘normale’ gesprekken. Word je als persoon van kleur in je eentje bevraagd op je etnische of religieuze achtergrond, of bespreken we samen het onderwerp etnische of religieuze achtergrond? Word je in de context van onderwijs als docente benaderd, of als die zwarte vrouw met dat afro haar of die moslima met haar hoofddoek? Mensen van kleur worden te vaak apart gezet. Dat mag niet gebeuren. En als het gebeurt moet je hier lering uit trekken, zodat het niet nog een keer gebeurt. Daar hoef je geen discussie over te voeren.’
Nu u hier toch bent...
Goede journalistiek kost geld. Leden en donaties maken onze gebalanceerde berichtgeving over biculturaliteit, zingeving en vrijheid mogelijk. Steun ons daarom als u ons werk belangrijk vindt.
Vertel mij meer!