1.4 C
Amsterdam

In gesprek met ‘Twitterpriester’ Jan-Jaap van Peperstraten

Jaime Donata
Jaime Donata
Journalist gespecialiseerd in kunst & cultuur en politiek.

Lees meer

Jan-Jaap van Peperstraten is pastoor in Heemstede, maar bij het publiek daarbuiten was hij vooral bekend als de ‘Twitterpriester’ – met inmiddels meer dan 9.000 volgers. Sinds vorig jaar, toen het grootschalige kindermisbruik in de Amerikaanse katholieke kerk naar buiten kwam, treedt hij regelmatig op als spreekbuis van de katholieke kerk in Nederland. De Kanttekening sprak met Van Peperstraten over zijn liefde voor het pastoraat, de toekomst van de Kerk in Nederland en paus Franciscus. ‘Ik ben echt verbaasd dat er onder bepaalde orthodoxe groepen zoveel negativiteit is over Franciscus.’

Vorig jaar kwam je te boek te staan als de ‘Twitterpriester’. Hoe ging dat?

‘Het was de tijd dat de Amerikaanse puist barstte rondom het grootschalige kindermisbruik in de katholieke kerk. Ik was toen één van de weinigen die daarover preekte. Ik snap overigens wel dat niet iedereen hierover wilde preken. Het is rottig om erover te spreken. Maar ik vond toch dat het moest. Toen zette ik mijn preek online. Ik was al een hele tijd actief op Twitter. Dat geeft je toch een beetje een publiek profiel en dan kom je terecht in de Hilversumse rolodex. Toen de zaak rondom het misbruik in de kerk ontplofte kwamen media uit bij mij, ook omdat niemand anders de telefoon opnam. Het was midden in de zomer en er waren veel mensen afwezig. En ik dacht ook: ik kan maar beter reageren, anders komen ze misschien bij iemand uit die ongelukkige dingen gaat zeggen. Vorig jaar augustus, toen de misbruikcrisis op zijn hoogtepunt was, had ik twee of drie interviews per week.’

Hoe werd daarop gereageerd binnen de kerk?

‘Ik heb geen klachten gehoord en de bisschop was wel steunend. Toen het stof een beetje neergedwarreld was, heb ik wel een paar gesprekken met hem gevoerd. Ik kom redelijk uit mijn woorden – en schuw het ook niet om wat te zeggen. Maar ik wilde ook niet in de rol gedrukt worden van woordvoerder van het Bisdom. Daarnaast vertik ik het om als figurant of boksbal op te treden. Bijvoorbeeld als ze voor een talkshow een vooropgezet format hebben, waarbij je als priester tegenover een vijandige tafel wordt gezet rondom een controversieel onderwerp.’

Wat zijn de maatschappelijke thema’s waarvan jij vindt dat de kerk zich nadrukkelijker in zou mogen mengen?

‘Als theoloog zou ik zeggen: alles. Maar op het ene terrein valt meer te winnen dan op het andere. Milieu, migratie, en zeker de ontmenselijking van migranten, vind ik nu belangrijke thema’s. Sinds de publicatie van de brief van paus Franciscus over het milieu, Laudato Si, is het de kerk gelukt om een prominente deelnemer in dit debat te worden. Op andere thema’s – vooral als ze te maken hebben met seksualiteit – is de kerk volledig onzichtbaar geworden. Ik mis de stem van de kerk in bijvoorbeeld het debat over prostitutie. Maar ja, we zijn door alle misbruikschandalen zo besmet geraakt dat je dan wellicht meer kwaad dan goed doet, zelfs als je zinnige dingen zegt. Ik denk dat we in de Nederlandse kerkprovincie het misbruikdossier relatief goed hebben opgepakt door een onafhankelijke onderzoekscommissie in te stellen. De aanpak met de Commissie Deetman werd door het Vaticaan echt als een voorbeeld gezien. Terecht ook, vind ik.’

Wat vind je eigenlijk van de huidige paus Franciscus?

‘Op zich ben ik wel blij met onze paus. Nu ben ik als priester natuurlijk altijd blij met de paus, maar ik ben echt verbaasd dat er onder bepaalde orthodoxe groepen zoveel negativiteit is over Franciscus. Op spiritueel niveau klopt dit ook gewoon niet. Onze paus Franciscus sluit goed aan bij de thema’s van nu: de zorg voor de ander, de zorg voor het milieu. Zijn invulling aan het pausschap past helemaal bij de sociale leer van de kerk. Milieurampen treffen de zwaksten en de armsten namelijk het eerst. De prioriteiten van paus Benedictus – de liturgie en het overleg met de Oosters-Orthodoxe kerken – waren ook belangrijk, maar zijn voor de gemiddelde buitenstaander een ver-van-hun-bed-show. Dus ik geniet nog even van Franciscus. Hij is ook een hele goede predikant. Hij preekt bondig en wat hij zegt is concreet toepasbaar.’

‘De Koran is niet van ons – dus het past ons niet om die uit te gaan leggen’

Welke rol spelen migrantengemeenschappen binnen de katholieke kerk in Nederland?

‘In de regio Amsterdam draait het grootste deel van de katholieke kerk inmiddels wel om migrantengemeenschappen. Binnen de kerk zijn er veel Afrikaanse gemeenschappen actief, Engelstalige, maar ook Franssprekende. In de Nicolaaskerk in Amsterdam heb je een grote Spaanstalige gemeenschap. Hier in de buurt, in Hillegom, is een Poolse parochie. In Heemstede hebben we vooral expats die naar de Engelstalige vieringen komen. In totaal gaat het binnen het Bisdom Haarlem om duizenden parochianen. In Noord-Holland komt volgens mij rond de veertig procent van de actieve priesters uit het buitenland.’

Is dat erg?

‘Nee. Migrantengroepen zijn katholiek en houden parochies draaiende, maar we moeten niet langs elkaar heen leven in het kerkelijk leven, zoals je soms ziet in Amsterdam. Het blijft wel een uitdaging om mensen samen te brengen die elkaars taal niet spreken.’

Welke rol speel jij als priester in de interreligieuze dialoog?

‘De interreligieuze dialoog kan heel zinvol zijn, maar in Heemstede heb ik er zelf niet zoveel mee te maken. De Nederlandse Bisschoppenconferentie heeft hele goed contacten met Joodse gemeenschap, maar de contacten met de islamitische gemeenschap zijn heel erg verwaaid. Moslims in Nederland zijn ook etnisch verdeeld. Wie is nu de gesprekspartner? Wie of wat is de islam? Moskeeverenigingen zijn geen kerkgenootschappen zoals wij die kennen. De islamitische religie heeft een heel een andere organisatiestructuur. We zijn als katholieke gemeenschap dol op inkaderen, maar niet ieder geloof heeft een systeem van kerkgenootschappen. Om een voorbeeld te noemen: het Nederlands Israëlitisch Kerkgenootschap is er ook alleen maar omdat koning Willem I op een gegeven moment alles bij elkaar heeft geveegd en een gemeenschappelijk reglement heeft gegeven. Misschien is overleg in formele structuren dus niet altijd mogelijk. Zorg dan dat mensen elkaar kunnen ontmoeten.’

Wat heb je zelf met de islam?

‘Voordat ik op het seminarie begon heb ik in de Vlaamse stad Gent gestudeerd. Daar heb ik ook een module islam gevolgd, waar ik heel veel aan heb gehad. Er is momenteel van alles aan de hand in het Midden-Oosten. Er is ook niet één Midden-Oosten en er zijn meerdere islams. Die botsen soms met elkaar. Een kennis van mij heeft zich bekeerd. Na mijn reis naar Marokko vertelde ik hem dat ik een gevoel van herkenning kreeg toen ik Marokkanen kaarsjes zag branden bij islamitische heiligendommen. Maar hij vertelde dat dat helemaal niets met de islam te maken had. Ik zag wat anders, maar dat was dus niet zijn islam. Eigenlijk zijn de islam en het Midden-Oosten veel te grote onderwerpen om zo even wat over te zeggen. Ik ben ook geen Arabist. Wat de kerk sowieso niet doet, is zich zonder meer uitspreken over andere religies en hun geschriften. De Koran is niet van ons – dus het past ons niet om die uit te gaan leggen.’

‘Over twintig jaar zal misschien de helft van de katholieke kerk bestaan uit migranten’

Je werd van protestant een overtuigd katholiek, omdat de katholieke kerk beter zou passen bij hoe Jezus de kerk nu zou zien. Kun je dat toelichten?

‘Er wordt vaak voorbijgegaan aan hoe concreet de realiteit van de Kerk is. Men ziet de samenleving tegenwoordig vaak als een aggregaat van individuen. Zo zie ik het zelf niet. Ook de Kerk ontstijgt het individu. Het apostelencollege begreep zichzelf als meer dan een vergadering van individuen en er loopt een rode lijn tussen de apostelen en de eerste bisschoppen. Die zaten zo dicht op elkaar. Je kunt het christelijke geloof eigenlijk niet los zien van de gestructureerde vorm die er vanaf het begin aan zat. Dat is bij het protestantisme anders. Daar is de individualistische beleving belangrijker. Dat zie je ook aan alle kerkscheuringen waar protestantse gemeenschappen zo vatbaar voor zijn.

De katholieke kerk is ook een van de weinige omgevingen waar mensen uit hele verschillende leefomgevingen bij elkaar komen. Je vindt academisch geschoolden naast mensen die alleen de lagere school hebben afgrond. Bij de Protestantse Kerk in Nederland vind je dat trouwens ook nog, dat idee van een kerk voor iedereen, maar bij de remonstranten en oud-katholieken zijn de gemeenschappen sociaal homogener. Een vriend van me is ex-katholiek. Die vindt het heel fijn dat hij daar bijvoorbeeld over filosofie kan praten. Ik snap dat wel, maar het is toch jammer als de kerk een gemeenschap van enkel hoogopgeleiden zou zijn.’

Wat doet de kerk met jou persoonlijk?

‘Het katholicisme draait minder om wat het ‘ik’ vindt. Dat relativeert jezelf ook een beetje. Het gaat niet om mij. Daarvan ben ik diep doordrongen. Ik ga hier nu weg uit Heemstede en naar Alkmaar, iemand anders vervangt me. Dat geldt ook voor de Katholieke kerk. Er zijn goede tijden geweest, maar ook mindere tijden. Maar de kerk gaat altijd door. In Nederland hebben we het de laatste 120 jaar heel goed gehad als kerk. Perfect eigenlijk – ongekend in een geschiedenis vol strijd.’

Wat vind je het meest leuk of waardevol aan je werk?

‘Priester-zijn is iedere dag anders. Je weet niet hoe je dag begint of eindigt. Gisteren had ik eigenlijk een misdienaars-uitje, maar dan gaat je telefoon: of je even kunt langskomen bij een sterfbed. Dat vind ik heel bijzonder. Grensmomenten. De familie is erbij. Je mag het laatste sacrament toedienen en je ervaart de rust die dat geeft aan mensen. Je komt alles tegen in mijn werk. En ik hou erg van preken. Ik stop er veel werk in en ik kan het redelijk, maar ik wil er graag nóg veel beter in worden. Niet gewoon goed. Toen ik laatst een preek van drie jaar geleden teruglas schrok ik. Dat was geen preek, maar een lezing. Je moet niet te intellectueel preken, maar het is wel een intellectuele uitdaging om een goede preek te houden.’

‘De katholieke kerk heeft niks te zoeken bij partijen als de PVV’

Hoe ziet de katholieke kerk er in Nederland over twintig jaar uit?

‘Een goede kristallen-bol-vraag! Op papier hebben we vier miljoen katholieken. Ongeveer vijf tot tien procent daarvan is één keer per maand in beeld en twintig procent één keer per jaar. Zeg dat achthonderdduizend Nederlanders de kerk tenminste een keer per jaar van binnen zien. Nou, dat groepje is over twintig jaar veel kleiner, waarschijnlijk gehalveerd. Over twintig jaar zal wellicht ook een derde, of misschien wel zelfs de helft van de katholieke kerk in Nederland bestaan uit migranten. De kerk zal daardoor automatisch in de migrantendiscussie worden gezogen. Het zijn onze mensen. Je zal daar als Bisdom en kerk iets mee moeten. Daarom heeft de katholieke kerk ook niks te zoeken bij partijen als de PVV. Dat biedt uitdagingen, want je hebt ook alt-right-katholieken die achter het Forum aanhuppelen. Maar je kunt niet zeggen tegen de Afrikaanse parochie: wij zijn superieur, jullie horen er niet bij. Dat gaat niet.

We passen als kerk ook niet echt in de westerse, seculiere mal. Eerlijk gezegd weet ik niet of we echt klaar zijn om daar op een goede manier mee om te gaan. Men zal minder rekening met je houden als je kleiner wordt. Dat zie je nu al wanneer je kijkt naar het gemak waarmee politici, zelfs ontwikkelde mensen als Lodewijk Asscher, het recht op bijzonder onderwijs bij het oud vuil gooien. Ik kan mij niet aan de indruk onttrekken dat die grondrechten juist nu ter discussie komen te staan, omdat migranten er ook gebruik van willen maken. Daar moeten we iets mee. Ook als kerk. In Nederland zijn scholen heel vrij. Ze mogen zelf hun al dan niet religieuze identiteit invullen en dat verschilt nogal per school. Er is geen vast recept voor.’

Wat doe je met de zogenoemde ‘alt-right-katholieken’ die je tegenkomt – al dan niet online – die helemaal worden meegevoerd in een gepolariseerd wereldbeeld?

‘Kijk, Heemstede is geen erg uitgesproken parochie. Tegenpartijen hebben hier nauwelijks aanhang. In zekere zin is het een welvaartsreservaat. De meeste mensen stemmen braaf VVD. Het gaat wel prima zoals het gaat. Alkmaar is, denk ik, in iedere opzicht een stuk diverser. Het kan verleidelijk zijn om naar één groep mensen ‘toe te preken’, bijvoorbeeld mensen met radicale ideeën. Maar het doel van een preek is niet in de eerste plaats het ontlokken van sociaal wenselijk gedrag. Een preek maakt deel uit van de liturgie. En die gaat over onze relatie met God. Nu gaat dat niet zonder zorg voor de ander, je moet mensen wel inspireren om het goede te doen. Maar het is geen Postbus 51-campagne, zo van ‘Wee je gebeente als je geen zonnecellen op je dak legt!’

Het bespreken van actualiteiten in de preek luistert altijd nauw. Terrorisme stip ik altijd wel aan. Dan probeer ik mee te geven dat het nooit goed is wanneer we ons door onze eigen angst of boosheid laten gijzelen, of dat het niet goed is om jezelf te ‘entitled’ te voelen. Alsof je altijd alleen maar recht hebt op wind mee, en mooie dingen, en een gevulde bankrekening, of sociale erkenning. Het leven gaat vaak niet zoals je plant – dat is iets waar de kerk mensen mee kan helpen. Maar als je continu over politieke thema’s preekt, dan stompt dat af. Het kan ook gemakkelijk een trucje worden. Dat is voor jezelf niet goed – en ook niet voor je parochianen. Het verhaal klinkt dan misschien wel overtuigend, maar wanneer een preek uiteindelijk alleen maar een politieke boodschap is, blijft het spiritueel dun. Op Twitter ben ik iets strijdbaarder, ook wat politiek betreft, iets geëngageerder en ga ik er wat meer met het gestrekte been in.’

Welk effect heeft het voor de kerk wanneer meer priesters moderne communicatiemiddelen zouden gebruiken?

‘Je hebt als kerk niet meer de luxe om te zeggen: ‘die moderne media, die interesseren mij niet.’ In Nederland zie ik in dat opzicht nog wel veel ruimte voor verbetering. Het staat hier redelijk in de kinderschoenen. Ik probeer er mijn steentje aan bij te dragen. Ik twitter over mijn dagelijkse bezigheden en discussieer mee over de wenselijkheid van het bijzonder onderwijs. Of ik retweet de paus. Franciscus is een goede twitteraar, hij heeft de communicatie-afdeling van het Vaticaan redelijk opgeschud. Dat was ook wel nodig. De communicatie vanuit de kerk is nu duidelijker en het gaat allemaal een stuk sneller. Zo ontstaat er minder ruis.’

Nu u hier toch bent...

Goede journalistiek kost geld. Leden en donaties maken onze gebalanceerde berichtgeving over biculturaliteit, zingeving en vrijheid mogelijk. Steun ons daarom als u ons werk belangrijk vindt.

Vertel mij meer!
- Advertentie -