5.8 C
Amsterdam

Ines Kostic: ‘We gaan met dieren om alsof het dingen zijn’

Ewout Klei
Ewout Klei
Journalist gespecialiseerd in politiek en geschiedenis.

Lees meer

Ines Kostic staat op nummer 2 van de kandidatenlijst van de Partij voor de Dieren. We spraken met haar over een groene economie, diversiteit in de Kamer en veganistische bitterballen. 

In maart dit jaar werd Ines Kostic (39) fractievoorzitter van de Partij voor de Dieren in Noord-Holland. Nu staat ze op plek nummer twee van de PvdD-kandidatenlijst voor de Tweede Kamerverkiezingen. Kostic heeft een Bosnische achtergrond en vluchtte in 1995 naar Nederland, tijdens het hoogtepunt van de burgeroorlog. Eerder dit jaar vertelde ze aan de Kanttekening dat ze de politiek in is gegaan vanwege haar katten.

Wat moet er in Nederland veranderen? Waar gaan de verkiezingen écht over, vindt u?

‘Iedereen heeft het tijdens deze campagne over bestaanszekerheid, maar daar boven hangt voortbestaanszekerheid. Ons economische systeem buit de planeet, mensen en dieren uit. In dat systeem is niemand vrij. Dáár gaan verkiezingen wat ons betreft over. Het gaat nu te veel over politiek van de korte termijn, in plaats van de lange termijn. We moeten gaan nadenken over fundamentele oplossingen, we willen systeemverandering, niet blijven rommelen in de marge. Want als je dat blijft doen dan wandel je van crisis naar crisis. Progressieve politiek heeft lange-termijn-denken nodig en scherpe keuzes.’

Systeemverandering, zegt u. Wilt u net als BIJ1 het kapitalisme overboord gooien?

‘We willen een economie die in de eerste plaats gericht is op het welzijn van mensen en dieren binnen de kaders van wat ecologisch kan. Daarvoor is een ander systeem nodig, dat niet langer gericht is op steeds meer economische groei. We moeten niet meer denken vanuit economische cijferindexen, maar in de kosten-batenanalyse de ecologie en welzijn van ons allemaal meenemen. Op een aarde die eindige grondstoffen en capaciteit kent is oneindige economische groei een gevaarlijke illusie. De huidige economie van groeien, groeien, groeien maakt ons leven allang niet meer beter. Het is een economie van verspilling geworden, van wegwerpmeuk. Maar deze mentaliteit is ook slecht voor je mentale gezondheid. Mensen krijgen een burnout. Onze economie jaagt onnodig mensen op.’

Wat is het alternatief dan?

‘De aarde is rijk. Rijk aan vruchtbare bodems, schoon drinkwater en gezonde lucht. Maar wat doen we met onze rijkdom? Die verspillen we. We kweken bloemen voor de hele wereld, maar gebruiken daarvoor gif waar mensen kanker en Parkinson van krijgen. We bestellen wegwerpkleren uit China, waar te veel water en chemische stoffen voor zijn gebruikt. We stellen de helft van onze woonomgeving beschikbaar aan auto’s en ons halve land aan de stallen, grasvelden en veevoerakkers van de vee-industrie. Ondertussen maken grote bedrijven steeds hogere winsten maar leven steeds meer mensen in armoede.

We moeten andersom redeneren. Waarderen wat echt van waarde is. Liefde, gezond eten, schone lucht, schoon water, goede zorg en onderwijs. een dak boven ons hoofd. Het is goed om elke keer de vraag te stellen: hebben we iets echt meer nodig en hebben we nog meer nodig? Dat er ook steeds meer mensen zijn die niet eens in hun basisbehoeften kunnen voorzien toont aan hoe kapot het huidige systeem is. Het maakt de aarde onleefbaar voor ons allemaal én het zorgt ervoor dat een kleine groep op korte termijn daarvan profiteert terwijl de rest de kosten van gevolgen moet dragen. Het systeem is fundamenteel oneerlijk en inefficiënt. Daarom moet het fundamenteel hervormd.’

Een VVD-vraag: hoe ga je dit allemaal betalen?

‘De VVD stelt die vraag nooit aan zichzelf. Of aan bedrijven als Tata Steel en KLM. De rekening wordt op het bordje van de burgers neergelegd. De VVD smijt geld van burgers constant de sloot in, door het geld dat er is te besteden aan het pamperen van grote vervuilers zoals de industrie en de intensieve veehouderij, in plaats van naar dappere groene ondernemers, de zorg, onderwijs, groen wonen en een leefbare planeet voor ons allemaal.

‘Progressieve politiek heeft lange-termijn-denken nodig’

‘Wij van de Partij voor de Dieren willen dat het huishoudboekje op orde is, maar vinden dat het geld slimmer besteed moet worden. Geen subsidies aan grootvervuilers meer, maar investeren in mensen in de zorg, aan boeren die aan biologische landbouw willen doen, enzovoort. We willen ook af van de hoge belasting op werken voor de lage en middeninkomens. In plaats daarvan moet vervuiling en vermogen eerlijker worden belast. Volgens wetenschappelijke rapporten levert een groen beleid uiteindelijk miljarden op. Het VVD/CDA-beleid, wisselend gesteund door PvdA en D66, kost de maatschappij onder de streep ook vooral geld, alleen de rekening komt bij de mensen met lage en middeninkomens. De transitie naar een groen economisch systeem dat welzijn van ons allemaal voorop stelt brengt juist meer op dan je denkt.’

Waarom heeft u voor de Partij voor de Dieren gekozen?

‘Aanvankelijk wilde ik bij een ngo of een groen bedrijf werken en zeker niet in de politiek. Want veel partijen hielden groene en sociale verhalen, maar ik zag dat ze te snel en te veel compromissen sloten. Dat komt omdat meeste partijen te veel geobsedeerd zijn met het streven om een premier of ministers te leveren. Als dat je doel is, dan bind je te snel in en maak je niet de keuzes die nodig zijn om de crises op te lossen. Dan word je één van de ‘fifty shades of D66’. Daarmee krijg je wat je afgelopen decennia van links tot rechts hebt gekregen: politiek die geitenpaadjes zoekt, problemen doorschuift en wegkijkt. Daardoor hebben zich inmiddels meerdere crises opgestapeld: de klimaat- en natuurcrisis, wooncrisis en watercrisis. Ik wilde daar niet aan meewerken.

‘De Partij voor de Dieren werkt niet alleen vanuit een unieke, wereldbrede en langetermijnvisie, maar heeft ook een ander doel, namelijk invloed uitoefenen om wél te doen wat nog is voor het oplossen van de crises en een gezonde toekomst. Op basis van wetenschap weten we al sinds de jaren zeventig wat er moet gebeuren. De PvdD zet die oplossingen als stip op de horizon neer en blijft daar naartoe wijzen. Door dat consequent te doen en door samen te werken met onder andere burgers, zorgen ze ervoor dat andere partijen ook meebewegen.  De halvering van de veestapel is dankzij ons een normale beleidsoptie geworden. Het krimpen van de luchtvaart ook, terwijl een aantal jaar terug de PvdD de enige partij was die daarvoor durfde te pleiten.’

Wat heeft u Nederland te bieden? Wat heeft u de Nederlandse kiezer (van kleur) te bieden?

‘Wel, ik vind het heel belangrijk dat politici gedreven zijn, vanuit hun hart spreken. Authenticiteit. Dat willen mensen zien en dat wilde ik als kiezer ook zien. Ik spreek vanuit mijn hart en ook vanuit mijn persoonlijke ervaringen. Ik ben een ex-vluchteling uit Bosnië en Herzegovina.’

‘Veel theoretisch opgeleide mensen zijn niet politiek betrokken’

‘Ik heb een sterk rechtvaardigheidsgevoel meegekregen en spreek mij altijd uit tegen onrecht. Ik sprak mij in 2003 uit tegen de invasie van Irak en ik was actief voor Amnesty. Ik zette mij in voor lhbtqia+-rechten en ontdekte toen dat ik ‘queer’ ben. Als geen ander weet ik hoe belangrijk het is om mensen van verschillende achtergronden met elkaar te verbinden. Ik vind het belangrijk om me uit te spreken tegen onrecht en eerlijk te zijn over wat er moet gebeuren, maar ik blijf  altijd praten met iedereen, hoe moeilijk dat ook is.’

Dat lijkt mij wel lastig, neem bijvoorbeeld de verschrikkelijke oorlog van Israël tegen Gaza. Beide partijen staan onverzoenlijk tegenover elkaar.

‘De Partij voor de Dieren neemt hierover een helder standpunt in. We veroordelen de aanval van Hamas op onschuldige burgers in Israël, maar tegelijkertijd veroordelen we ook het onrechtvaardige systeem, dat Palestijnen daar leven in een uitzichtloze situatie. Zolang dit niet verbetert blijft de spiraal van geweld doorgaan. Ik wil Israëlische burgers niet veroordelen, wel de extreemrechtse Israëlische regering. We zijn voor een onmiddellijk staat-het-vuren, en vinden dat niet alleen de leiders van Israël en de Palestijnen aan de onderhandelingstafel moeten zitten, maar ook vertegenwoordigers van regionale ngo’s, grassrootsbewegingen en vrouwenrechtengroepen die al jaren werken aan verbinding en vrede. Onderzoek heeft bovendien uitgewezen dat als vrouwen aan de onderhandelingstafel deelnemen er een veel grotere kans bestaat op een duurzame vrede.’

‘Belangrijk is in dit verband ook mijn overtuiging dat veel verschijnselen met elkaar samen hangen. Onrecht tegen de ene groep verspreidt zich naar onrecht tegen een andere groep. En er is veel onrecht tegen dieren. Dit hangt nauw samen met hoe we elkaar als mensen behandelen, helaas. Zo lang er slachthuizen zijn, zal er geweld zijn, zei de bekende Russische schrijver Leo Tolstoy al. We gaan met dieren om alsof het dingen zijn. Ik ben niet boos op boeren en op mensen die in slachthuizen werken. Zij zijn namelijk ook slachtoffer van het systeem. Mensen in slachthuizen zijn vaak zwaar getraumatiseerd, voor het bloedige werk wat ze moeten doen.’

Hoe kun je ervoor zorgen dat mensen die een afstand ervaren tot de politiek, meer bij de politiek worden betrokken? En hoe zorg je ervoor dat ze zich echt vertegenwoordigd voelen? Is daarvoor een politicus nodig met dezelfde achtergrond als de stemmer?

‘Dat laatste helpt zeker. Mits die persoon open is en communicatie zoekt met andere mensen. Wat ik heel belangrijk vind is zichtbaar zijn op social media en daarnaast zichtbaar zijn in het land. Ik werk als Statenlid in Noord-Holland nauw samen met burgers in de omgeving. Bijvoorbeeld in de strijd tegen megavervuiler Tata Steel. Dit levert ook waardering op. Meer contact met burgers en hun ideeën en ervaringen echt meenemen in je werk leidt tot meer vertrouwen van burgers in de politiek. Dat ze weten dat wij naar hen luisteren, ondanks dat je het niet altijd met ze eens hoeft te zijn.

‘In de gemeente Wijk aan Zee werden wij bij de Provinciale Statenverkiezingen van maart dit jaar als Partij voor de Dieren de grootste. Dat kwam niet zozeer omdat de kiezers het allemaal voor honderd procent met ons eens waren, maar omdat ze wisten dat wij ons voor honderd procent voor de gezondheid van mensen inzetten en geen spelletjes spelen. Alles wat we doen is ook vanuit ons hart en dat zien mensen. We haalden in deze gemeente zelfs meer stemmen dan BBB.

‘Verder is het belangrijk dat er op scholen meer aandacht is voor politiek, onder andere bij maatschappijleer. Ik geef soms gastlessen op scholen en vertel daar over mijzelf en mijn werk in de politiek.’

‘Ten slotte, en hier moet ik Caroline van der Plas een complimentje geven, is het blijven praten in gewone taal belangrijk. We moeten inhoudelijk zijn, maar wel graag in begrijpelijke taal.’

Heeft de afstand tot politiek ook met ‘klasse’ te maken?

‘Dat is heel lastig om te zeggen, want het ligt niet zo zwart-wit. Veel theoretisch opgeleide mensen zijn niet politiek betrokken. Ze stemmen echter wel vaker dan praktisch opgeleide mensen, vanuit gewoonte en omdat ze dit zien als morele plicht. Maar politiek is natuurlijk meer dan alleen stemmen.’

Wanneer is Nederland ook uw land?

‘Nederland is nu al mijn land. Al heel lang. Ik draag verschillende identiteiten in mij. Mijn jeugd speelde zich af in Bosnië, en breder in voormalig Joegoslavië en dat zal ik altijd met mij meedragen. Het maakt me rijker, doordat ik de wereld vanuit verschillende perspectieven kan zien en me beter kan inleven in verschillende mensen. Maar ik ben ook erg door Nederland gevormd. Ik hou van vegan bitterballen. Come on. Maar verder gaat het om mondigheid, alles bevragen, je durven uitspreken. Dat heb ik in bijvoorbeeld in Groningen geleerd op de universiteit.’

‘Ik draag verschillende identiteiten in mij’

Wat hoopt u te kunnen doen, als u in de Tweede Kamer wordt verkozen?

‘Heel veel. Haha. Maar ik vind het heel belangrijk dat we nu echt de keuzes maken die nodig zijn om onze planeet leefbaar te houden voor ons allemaal en de rekening van de grote transities die we moeten maken als samenleving leggen bij de grote bedrijven, niet bij lage en middeninkomens. Er zijn veel mensen in Nederland die keihard moeten werken, maar te weinig geld hebben om goed rond te kunnen komen. Veel mensen wonen nog steeds bij hun huisgenoot, omdat ze te weinig geld hebben om op zichzelf te wonen. En een huis kopen is voor veel mensen helaas veel te duur. Het is absurd dat we in Nederland arbeid zo zwaar belasten, maar kapitaal nauwelijks. Dit moeten we veranderen.’

Welke politicus inspireert u? En zeg alstublieft nou niet Esther Ouwehand, want ik hoor nu iets te vaak dat politici hun eigen partijleider prijzen.

‘Nou, dan noem ik Christine Teunissen, nummer 3 op de kandidatenlijst. Ze zou op nummer 2 staan, maar ze zei dat ze zich beter op haar plek voelde door op nummer 3 te staan, en nieuw talent de ruimte wilde geven. Hierdoor kon ik van plek 5 naar plek 2 schuiven, uiteraard met instemming van ons congres. Christine laat zien dat politiek geen ellebogenwerk hoeft te zijn en dat het gaat om het belang van het team. Om mensen in posities zetten waar ze het beste tot hun recht kunnen komen om bij te dragen aan onze mooie doelen. En verder is Teunissen een politica met een groot hart. Ze kijkt naar de mensen om haar heen, heeft humor.’

Belangrijk vind ik het besef dat progressieve politiek niet zal winnen als we met nieuwe wijn in oude zakken komen. We moeten voor compleet nieuwe politici durven kiezen. Progressief moet de grootste worden, maar dat kan alleen met politici die met lef en compassie durven te gaan voor echte systeemverandering.’

Is de Tweede Kamer te wit?

‘Absoluut. Er zijn op dit moment ook te weinig jongeren in de Kamer. Ik hoop dat er op 22 november meer jongeren worden gekozen in het parlement. Diversiteit is belangrijk, dat kiezers zich kunnen herkennen in volksvertegenwoordigers. Maar dit geldt niet alleen voor kleur, maar ook voor mensen met  beperking, queers, enzovoort.’

Heeft u een dubbel paspoort? Zou je je niet-Nederlandse paspoort moeten inleveren om Kamerlid te worden?

‘Dat laatste vind ik echt grote onzin. Wat mij betreft heb je honderd paspoorten. Zelf heb ik alleen een Nederlands paspoort. Ik kan een Bosnisch paspoort krijgen, maar daar heb ik weinig aan. Het Nederlandse paspoort in een heel sterk paspoort, je kan er bijna overal mee naartoe. Dat geldt niet voor veel andere paspoorten. Ik ben nu trainingen aan het organiseren voor jonge wereldverbeteraars en dierenbeschermers, uit onder andere Tunesië en Libanon, maar zij kunnen niet makkelijk reizen.

‘Ik zei honderd paspoorten, maar daar kom ik op terug. Wat mij betreft hebben we één paspoort, een planeetpaspoort. Het is onrechtvaardig dat puur de plek waar je toevallig bent geboren bepaalt hoeveel vrijheid om je te verplaatsen geldt.’

Eerder interviewde ik voor deze verkiezingsserie kandidaat-Kamerlid Raoul White van GroenLinks-PvdA. Hij zei dat veel Nederlanders van kleur zich gemiddeld genomen minder met klimaat bezighouden, omdat ze vooral bezig zijn met overleven. Hoe maak je de klimaatbeweging meer divers?

‘Raoul White heeft helaas gelijk. Het moet ook anders. Klimaatclubs als Extinction Rebellion en Greenpeace zijn heel erg bezig om diverser te worden, onder andere via hun uitingen op social media en met het organiseren van speciale trainingen. Dat heeft tijd nodig. Een deel van de verklaring hiervoor kan ook worden gezocht, denk ik, in hoe de politie met activisten omgaat. De politie kan mensen van kleur harder aanpakken dan witte activisten. Dan zoek je als persoon van kleur ook minder snel de confrontatie op via bijvoorbeeld de acties van Extinction Rebellion.’

In aanloop naar de Tweede Kamerverkiezingen op 22 november interviewt de Kanttekening kandidaten van verschillende partijen. Alle gepubliceerde artikelen over de Tweede Kamerverkiezingen vindt u hier

Nu u hier toch bent...

Goede journalistiek kost geld. Leden en donaties maken onze gebalanceerde berichtgeving over biculturaliteit, zingeving en vrijheid mogelijk. Steun ons daarom als u ons werk belangrijk vindt.

Vertel mij meer!
- Advertentie -