13.6 C
Amsterdam

White: ‘Kinderen moeten met een volle maag naar school’

Ewout Klei
Ewout Klei
Journalist gespecialiseerd in politiek en geschiedenis.

Lees meer

‘Als je bestaansrecht belangrijk vindt, moet je op mij stemmen’, zegt Raoul White. De Amsterdammer staat op plek 21 van de kandidatenlijst van Verenigd Links.

Raoul White (51) verhuisde vlak na de onafhankelijkheid van Suriname in 1975 naar Nederland. Bijna was hij profvoetballer geworden, maar zijn carrière nam een gans andere wending. Hij werkt nu al jarenlang in het sociale domein, waar hij zich hard maakt voor zijn medemens en een vuist maakt tegen de wooncrisis. Hij ziet het als zijn persoonlijke missie om mensen met elkaar te verbinden en het vertrouwen in elkaar en in de overheid weer in orde te maken. White is lid van GroenLinks en sinds vorig jaar lid van het dagelijks bestuur van Amsterdam Zuidoost. En nu staat hij op plek 21 van de gezamenlijke GroenLinks-PvdA-lijst en hoopt hij in de Tweede Kamer te worden verkozen.

Hoe zit het met die afgebroken voetbalcarrière?

‘Jaren geleden heb ik in het jeugdelftal gezeten van A1 van AZ in Alkmaar. Maar ik kon dit moeilijk combineren met school. Bepaalde lessen moest ik missen, vanwege de training, en andersom. Dat was niet fijn. Mijn moeder geloofde in goed onderwijs en vond voetbal niet zo belangrijk. Ze wilde dat ik naar een amateurelftal ging. Ze heeft maar een voetbalwedstrijd van mij gezien, geloof ik. Ik had het gevoel dat voetbal niet zo belangrijk was. Tegenwoordig worden kinderen met voetbaltalent gepusht om profvoetballer te worden, maar dat was toen ik jong was niet het geval.’

Maar heeft u hier achteraf spijt van? Dat u geen profvoetballer bent geworden?

‘Nee, ik ben heel gelukkig met mijn leven. Want waar een deur dicht gaat, gaat een andere deur open. Ook geloof ik dat ons leven een beetje uitgestippeld is. Je kunt natuurlijk wel bijsturen. Op dit moment zit ik op een positie waar ik iets voor mensen kan betekenen, als bestuurder van Amsterdam Zuidoost. Ik kom van ver. Ik begon in de min, maar heb nu een mooi leven.’

Maar heeft u wel eens gedacht, als u Edgar Davids of Clarence Seedorf zag scoren, dat had ik kunnen zijn?

‘Ik ken hen wel, Davids en Seedorf. En ook Michael Reiziger. En ik heb met hen gevoetbald. Onder andere een keertje op het Kwaku Festival. Dat mocht niet van onze trainer, maar we deden het stiekem toch. Hij betrapte ons en toen moesten we voor straf enkele minuten extra lopen op het trainingsveld. Maar dat had ik ervoor over.’

U bent in de politiek beland. Wat moet er in Nederland veranderen? Waar gaan de verkiezingen écht over, vindt u?

‘Wat mij betreft heeft bestaansrecht voor iedereen de hoogste prioriteit. Kijk, ik heb het zelf niet per se makkelijk gehad tijdens mijn jeugd. Wel gelukkig hoor, maar we waren niet bepaald rijk. Veel mensen in Nederland leven in armoede. Ook veel kinderen. Ze hebben ouders die hard werken, maar toch te weinig verdienen. Als stadsdeelbestuurder spreek ik veel ouders. Ghanese ouders, Antilliaanse ouders. Ze werken hard om hun gezinnen te onderhouden. Maar ze verdienen onvoldoende en leven in armoede. In Zuidoost heb ik campagne gevoerd voor lunches voor schoolkinderen, die zonder ontbijt naar school gaan. Kinderen moeten met een volle maag naar school. Dan letten ze beter op, krijgen ze betere schoolresultaten.’

Waarom heeft u gekozen voor GroenLinks?

‘Vanwege mijn werk in Amsterdam wilden meerdere partijen mij hebben. Ik hield aanvankelijk de boot af, omdat ik met meerdere partijen om de tafel moest voor mijn werk. En je bereikt minder als je lid bent van een partij. Ik kom uit een links nest en was dus links georiënteerd. Uiteindelijk heb ik voor GroenLinks gekozen. Dat had ook te maken met de klik die ik voelde met de mensen. Het is de partij voor de toekomst. Bij bijeenkomsten van GroenLinks tref je altijd veel jonge mensen aan.’

Waarom zou ik op u moeten stemmen? Wat heeft u Nederland te bieden? Wat heeft u de Nederlandse kiezer (van kleur) te bieden?

‘Ik geloof heel erg in voorbeeldgedrag, in rolmodellen. Ik ga, als ik in de Kamer word verkozen, uiteraard opkomen voor mensen van kleur. Dat ben ik zelf ook. Ik wil aan de jeugd laten zien dat het allemaal kan. Dat je moet durven dromen, ambities moet hebben, volhardend moet zijn, dat er een weg naar boven is. Het vertrouwen in de politiek is nu niet bijster hoog. Veel mensen stemmen niet en zijn negatief over politiek. Ze voelen zich niet betrokken bij de politiek en hebben niet het gevoel dat de politiek het voor hen gaat regelen. Maar als je niet stemt verandert er ook niks. Ik geloof in een links blok. Ik vind dat we het geloof terug moeten brengen dat de politiek iets kan veranderen. We gaan het echt anders doen.

‘Veel mensen in Nederland leven in armoede’

‘En waarom mensen op mij moeten stemmen: ik maak mij hard voor het bestaansrecht en heb hier als bestuurder veel voor betekend. Als je dat belangrijk vindt moet je op mij stemmen.’

Hoe kun je ervoor zorgen dat mensen die een afstand ervaren tot de politiek, meer bij de politiek worden betrokken? En hoe zorg je ervoor dat ze zich echt vertegenwoordigd voelen? Is daarvoor een politicus nodig met dezelfde achtergrond als de stemmer?

‘In linkse politiek geloof ik echt. Daar moeten we voor gaan. Als je kijkt naar de afgelopen jaren: we hebben alleen maar rechtse kabinetten gehad. Op dit moment zijn er slechts 22 parlementariërs met migratieachtergrond. Dat is niet echt representatief, want 26 procent van de Nederlanders heeft migratieachtergrond. Dit moet je in Kamer terugzien. Rechtse lijsten zijn weinig divers. Als je meer draagvlak wil voor beleid moet je diversere lijsten hebben.’

‘Verder moet je als politicus zeggen wat je denkt en doen wat je zegt. Het moet anders. Het kan ook anders. Wat betreft representatie, maar ook wat betreft vertrouwen. Het kabinet wekt geen vertrouwen. Het kabinet heeft ook niet de belangen alle burgers in het achterhoofd. Er zijn verkeerde keuzes gemaakt, ook op basis van beperkte representatie. Denk aan de Toeslagenaffaire, die mensen van kleur buitenproportioneel raakte. Of denk aan de aardbevingen in Groningen, waar Den Haag weinig aandacht voor had vanwege de beperkte representatie van het noorden.’

Heeft de afstand tot politiek ook met ‘klasse’ te maken?

‘Ja, ik denk het wel. Ik geloof dat in alle sociale groepen zich mensen bevinden met weinig vertrouwen in de politiek. Toch zullen mensen met een hoger inkomen eerder naar de stembus gaan. Dat komt omdat stemmen daar meer de gewoonte is, ze zijn meer gesocialiseerd, maar ze zijn zich ook meer politiek bewust. Onder de lage inkomens is er minder politiek engagement, maar mensen zijn ook met andere dingen bezig. Ze hebben soms drie banen tegelijk om hun gezin te onderhouden. Hebben ze wel tijd voor politiek? Ga je een debat volgen of een paar doorwerken? Politieke betrokkenheid is tegenwoordig helaas ook een luxe. We hebben als politiek de taak om ook voor die groepen meer bewustzijn te scheppen. Maar tegelijkertijd moeten we helder zijn: als ze niet stemmen gaat dit ten koste van het linkse geluid en kunnen wij minder stem geven aan hun zorgen en hun vragen.’

Wanneer is Nederland ook uw land?

‘Je kunt de vraag ook zonder ‘ook’ stellen. Want ‘ook’ suggereert dat Nederland niet mijn land is. Kijk, Nederland is mijn land als we aantal zaken goed geregeld hebben. Bestaansrecht. Gelijkwaardigheid. Klimaatrechtvaardigheid. En ook als we vorm geven aan wat er achter de komma komt te staan, de komma die volgde op het excuses van Mark Rutte over het slavernijverleden.’

U bedoelt herstelbetalingen?

‘Ik heb een aantal speerpuntjes, die ik op mijn whiteboard heb geplakt. Het gaat om vier pijlers. Ten eerste moet er in het onderwijs meer aandacht komen voor koloniale verleden en slavernijverleden. Verder moet er niet alleen een slavernijmuseum komen in Nederland zelf, maar ook een voor het Caribisch gebied. Ik wil dat 1 juli, Keti Koti, een nationale vrije dag wordt. En ten slotte moeten we de verhalen vertellen over de helden van onze gedeelde geschiedenis, zoals Tula (de leider van de slavenopstand op Curaçao, red.) en Anton de Kom (de auteur van Wij Slaven van Suriname, red.).’

‘Een dubbel paspoort zegt niets over je loyaliteit aan Nederland’

Wat hoopt u te kunnen doen, als u in de Tweede Kamer wordt verkozen?

‘Voor die boodschap zal ik strijd voeren. Bestaansrecht. De ‘achter de komma-strijd’. Gelijkwaardigheid. Zo moeten we bedrijven aanpakken die zich schuldig maken aan stagediscriminatie. Leerlingen krijgen nog steeds niet dezelfde kansen die ze wel zouden moeten krijgen, op basis van hun cv. Als discriminerende bedrijven worden gepakt dan moet dit consequenties hebben. Ze moeten worden uitgesloten van overheidsopdrachten. We moeten hier meer werk van maken.’

Welke politicus inspireert u? En waarom juist die politicus?

‘Een politicus die mij enorm inspireert is Nelson Mandela, vanwege zijn strijd tegen de apartheid, de persoonlijke offers die hij heeft gebracht en zijn politiek van verzoening.

‘Veel respect heb ik ook voor de Amsterdamse wethouder Rutger Groot Wassink, met wie ik veel samenwerk. Hij zet zich echt in voor de mensen in onze stad.’

Een PVV-vraag: heeft u een dubbel paspoort? Zou u uw niet-Nederlandse paspoort moeten inleveren om Kamerlid te worden?

‘Ik heb geen dubbel paspoort. Dat had ik wel kunnen hebben. Een Nederlands en een Surinaams paspoort. Maar ik heb geen moeite met een dubbel paspoort, want dat zegt niets over je loyaliteit aan Nederland. Sterker nog, als je mensen dwingt hun buitenlandse paspoort in te leveren dan zorgt dit voor nog meer verdeling in onze samenleving. Die discussies over loyaliteit vind niet goed.’

Is de klimaatbeweging te wit? En moeten mensen van kleur zich meer zorgen maken over het klimaat?

‘De klimaatbeweging kan inderdaad wat meer kleur gebruiken. Dat de klimaatdiscussie onder veel mensen van kleur nu weinig leeft komt omdat velen van hen bezig zijn met overleven. Natuurlijk vinden ze klimaat belangrijk, maar ze hebben de tijd en energie niet om hier prioriteit aan te verlenen. Deze mensen moet je het perspectief laten zien. Klimaatverandering heeft gevolgen voor de planeet. Wij, volwassenen, willen graag iets goeds achterlaten. Een legacy. Onze kinderen moeten opgroeien op een leefbare planeet. Het gaat niet alleen om de wereld van vandaag, maar ook om die van morgen. Als je wakker wordt en er is geen morgen, dan hebben je kinderen er niets aan.’

‘Werken aan het klimaat kost geld. Maar het is een investering voor morgen. We weten wat de impact van oorlog is voor je portemonnee. Dankzij de oorlog in Oekraïne stegen de gasprijzen en andere prijzen. Klimaatverandering zal ook voor hogere prijzen zorgen. Daarom moeten we investeren in de toekomst. Want in de toekomst leveren deze investeren ook echt iets op. Tegelijkertijd is het belangrijk dat de sterkste schouders de zwaarste lasten dragen. Arme mensen mogen niet buitenproportioneel geraakt worden in hun portemonnee, zoals dat nu het geval is met de inflatie.’

In aanloop naar de Tweede Kamerverkiezingen op 22 november interviewt De Kanttekening kandidaten van verschillende partijen. Alle gepubliceerde artikelen over de Tweede Kamerverkiezingen vindt u hier

Nu u hier toch bent...

Goede journalistiek kost geld. Leden en donaties maken onze gebalanceerde berichtgeving over biculturaliteit, zingeving en vrijheid mogelijk. Steun ons daarom als u ons werk belangrijk vindt.

Vertel mij meer!
- Advertentie -