In Nieuwe Pioniers spreekt de Kanttekening met mensen die maatschappelijke impact maken. Deze keer: Jamila Choukoud helpt kwetsbare vrouwen uit de Haagse wijk Moerwijk vooruit te komen. Haar geheim? ‘Ik blijf gewoon mezelf.’
Op 12-jarige leeftijd verhuisde Jamila Choukoud vanuit Marokko naar Den Haag, waar haar vader vlak na aankomst plotseling overleed. Ondanks de impact van die gebeurtenis en de grote taalbarrière deed ze de mavo en volgde opleidingen tot juridisch adviseur en maatschappelijk werker. Ze werd moeder van drie kinderen en werkte lang als pedagogisch adviseur bij het Centrum voor Jeugd en Gezin (CJG).
Jamila Choukoud groeide op in de Schilderswijk, destijds een zogeheten ‘krachtwijk’ met de nodige sociale problemen, maar ook veel voorzieningen. In Moerwijk, waar ze later zelf ging wonen, trof ze een andere situatie aan. ‘Ik ontmoette daar jonge vrouwen, geboren en getogen in Nederland, die de weg naar instanties niet kenden. Ze hadden behoefte aan een veilige plek in de wijk waar ze zich als vrouw konden ontwikkelen. Dat triggerde mij. Voor mijn moeder was een plek in de wijk om zich te ontplooien van levensbelang. Hier in Moerwijk bestonden die plekken niet.’
‘Vrouwen zitten in een overlevingsmodus’
De problemen in de wijk zijn groot. ‘Moerwijk is een wijk uit de jaren ‘60, met kleine flats, veel achterstallig onderhoud en thuis weinig speelruimte voor kinderen. Veel mensen zitten in de overlevingsmodus,’ legt Jamila uit. ‘Ze hebben niet de tijd of energie om met hun kinderen te kleuren of boekjes te lezen. Ik heb moeders gezien die bij de speeltuin wachten met de kleintjes, zodat de oudere kinderen thuis rustig huiswerk kunnen maken.’
Ouders zien voorzieningen van de overheid vaak juist als probleem. ‘Kinderen gaan niet naar de voorschool omdat ouders bang zijn voor kosten zoals bij de toeslagenaffaire en de bemoeienis van instanties vrezen. Ze denken: ‘Ammehoela, mij niet gezien.’ Terwijl er campagnes waren die de voorschool promootten, maar niemand keek naar de oorzaak: waaróm komen deze ouders niet?’
Moerwijk Moeders gingen van start in een buurtkamer, op een zichtbare plek in de wijk waar ook veel andere groepen komen. ‘Voor veel moeders voelde die plek midden in de buurt als spannend, maar toch begonnen we daar.’ De eerste groep vrouwen die zich aansloten bij Jamila waren voornamelijk Marokkaans en Turks. ‘Ik werk vanuit de behoefte van de vrouwen. Ze herkenden zich in mij, dat gaf vertrouwen. Al snel werd de groep diverser: Soedanese, Jemenitische, Egyptische, Iraakse vrouwen, eigenlijk alle groepen die in Moerwijk wonen.’
Angst voor instanties
Toen er een antikraakpand beschikbaar kwam, bood dat wél de benodigde ruimte en privacy. Jamila begon er een wekelijkse ontbijtgroep. ‘We maakten samen een ontbijtje en konden vrijuit praten. Vanuit die gesprekken kwamen allerlei problemen aan het licht: huiselijk geweld, psychische klachten, opvoedproblemen, angst voor instanties. Als je niet lekker in je vel zit, dan denk ik: ga naar de huisarts, die kent de sociale kaart en kan je verwijzen. Sommige vrouwen antwoorden dan: ‘Nee, dat durf ik niet. Straks denken ze dat ik mijn kind niet goed opvoed en wordt hij me afgepakt.”
Jamila nodigde daarom medewerkers van instanties als het CJG uit om tijdens het ontbijt langs te komen. ‘In plaats van dat vrouwen naar het CJG moesten, kwam er iemand bij ons eten. Dan zit je niet in een kantoor, maar gewoon aan tafel. Zo groeide beetje bij beetje het vertrouwen. Vrouwen zitten vaak in een symbiotische relatie met hun partner. Ze zijn afhankelijk, beheersen de taal niet goed en weten soms niet wat een kind nodig heeft. Dat is heftig.’ Ook de voorschool blijkt voor veel gezinnen een brug te ver. ‘Ze zijn bang voor de toeslagen en de Belastingdienst, voor de kosten, voor het systeem. Dan wachten ze liever tot het kind vier is en direct naar school kan. Die kinderen beginnen dan vaak met een achterstand in taal, motoriek en zelfs mimiek.’
Zelf stappen leren zetten
Met veel organisaties ontstaat samenwerking, maar dat vraagt om tact en voorbereiding, merkt Jamila. ‘Ik geef aan wat de behoeften zijn van de vrouwen en wat de kaders zijn, zodat we échte gesprekken kunnen voeren, in plaats van de lijstjes van de instanties aftikken.’ Haar filosofie is dat vrouwen zelf stappen leren zetten. ‘Ik ga het niet voor je doen, je moet het zelf leren. Ik ondersteun je om je kracht terug te vinden. Een vrouw vroeg me bijvoorbeeld voor haar naar de IND kon bellen. Ik zei: ‘Waarom zou ik dat doen? Jij gaat zelf bellen, ik blijf naast je zitten.’ Na het gesprek voelde ze zich sterker.’
‘Jij gaat zelf bellen, ik blijf naast je zitten’
Wat begon met een ontbijtgroep groeide uit tot een netwerk met uiteenlopende activiteiten: ontbijt- en wandelgroepen, schilderactiviteiten, huisbezoeken, één-op-één coaching. ‘Het is echt gericht op mentale rust. Hoe geweldig is het als je even tijd voor jezelf kunt nemen, je verstand op nul zet en kunt schilderen?’ Ook organiseert ze thema-avonden. ‘Iedereen brengt eten mee, we maken muziek en dansen. De groepsdynamiek is compleet veranderd: van een groep die elkaar niet kende naar een hechte community vol diversiteit.’
Jet Bussemaker ziet effect
Moerwijk Moeders bestaan inmiddels vier jaar en trekken wekelijks zo’n tachtig vrouwen uit de wijk. Het initiatief groeide uit tot een van de goede voorbeelden van het programma Gezond en Gelukkig Den Haag, dat inzet op het wegwerken van de grote gezondheidsverschillen in de stad. GGDH-voorzitter Jet Bussemaker ziet dat de ‘community up’-methode van Jamila Choukoud effect heeft. ‘Het netwerk zorgt voor minder medicijngebruik, meer sociale veiligheid en het gevoel erbij te horen. De stem van vrouwen luider laten klinken en terugzien in beleid. Dat is wat Jamila samen met de Moerwijk Moeders bereikt’, zegt Bussemaker.
Samen met collega Nori van Balkom lobbyde Jamila voor een plek waar kinderen van 0 tot 6 jaar terechtkunnen. ‘Volgens ons is er een oplossing voor de achterstanden waarmee de kinderen in Moerwijk aan de basisschool beginnen. We beginnen het Mini & Maxi Café, een hippe plek met een rijk speelaanbod, waar kinderen kunnen groeien, ontwikkelen en worden uitgedaagd en tegelijk goede koffie wordt gezet voor hun ouders. Ouders en kinderen leren samen te spelen, voor te lezen en er ruimte is voor vragen en twijfels.’
Gelijkwaardigheid
Hoe lukt het Jamila zoveel diverse vrouwen tot bloei te laten komen? Zelf zegt ze dat ze veiligheid biedt, vanuit gelijkwaardigheid werkt, goed luistert, maatwerk levert en niets invult of oplegt. ‘Je kunt een methode niet zomaar ‘copy paste’ toepassen en overal een Mini Maxi-café opzetten, het hangt van de behoefte van mensen af. Als iemand met schulden worstelt, eis dan niet dat diegene eerst de taal leert spreken. Die schulden hebben voor de vrouw in kwestie veel meer urgentie en na het oplossen krijgt ze veel meer mentale ruimte om Nederlands te leren. Zo laat je zien dat je écht wil helpen, bied je een veilige sfeer, waarin iedereen over zijn eigen issues kan praten zonder daarover veroordeeld te worden.’
‘Ik heb heel lang geïnvesteerd om hun vertrouwen te winnen’
Jamila spreekt de vrouwen niet aan als professional, maar als gelijke. ‘Ik ben gewoon mezelf, net als zij ben ik gewoon moeder. Ik heb heel lang geïnvesteerd om hun vertrouwen te winnen. Dat voelde als een verantwoordelijkheid: ik wilde de stem van deze vrouwen laten horen en hun eigen kracht terug laten vinden. Door je levensloop, door je omstandigheden en de keuzes die je maakt, raak je soms het zicht kwijt op de kracht die je hebt. Ik help ze die terug te vinden.’
Vrouwen die jaren binnen zaten
Omgekeerd staat Jamila ook open voor wat ze van de vrouwen kan leren. ‘Voor veel vrouwen is het ongewoon om naar de school van je kinderen te gaan en een gesprek met een docent te hebben over je kind. Ik begreep dat nooit, maar in veel andere landen is school heilig en neemt het de opvoeding helemaal van de ouders over. Als je die verwachtingen van moeders met een migratieachtergrond begrijpt, kun je ook een gesprek aangaan over de rol van ouders en school bij de opvoeding in Nederland.’
‘Pas als je je veilig voelt, kun je groeien’
Jamila ziet de vrouwen zich emanciperen doordat ze meedoen met de Moerwijk Moeders. ‘Veel vrouwen beginnen bij ons weer over de toekomst te praten en zien weer toekomstperspectief. Ze gaan vrijwilligerswerk doen of zelfs weer werken. Ze bloeien op, nadat ze heftige dingen hebben meegemaakt zoals een vechtscheiding of ernstige schulden. Er zijn vrouwen bij die jaren alleen maar binnen hebben gezeten en door deel te nemen aan Moerwijk Moeders weer durven te gaan werken. Dat kan alleen doordat we vanuit hun behoeften werken.’
Ondanks de achterstanden die ze ziet, voelt Jamila zich in Moerwijk thuis. ‘Ik ben hier als student komen wonen, twintig jaar geleden, en vertik het om weg te gaan. Deze wijk is prachtig en ik kan een bijdrage leveren. Ik wil de community sterker maken en dat kan vooral vanuit de vrouwen komen. Pas als je je veilig voelt, kun je groeien.’
Nu u hier toch bent...
Goede journalistiek kost geld. Leden en donaties maken onze gebalanceerde berichtgeving over biculturaliteit, zingeving en vrijheid mogelijk. Steun ons daarom als u ons werk belangrijk vindt.
Vertel mij meer!