Schrijver en ondernemer Kiza Magendane is optimistisch over Nederland, dat hij met een huis vergelijkt. Daarin kunnen de bewoners met al hun verschillen en geschillen door één deur, en is er genoeg ruimte voor iedereen om zich thuis te voelen. Maar om dat te bereiken, moeten we eerst Met Nederland in therapie, zo luidt ook de titel van zijn boek.
‘Mag ik een Nederlander worden?’, vraagt Magendane, tot voor kort columnist bij de Kanttekening en nu bij NRC, zich af aan het begin van zijn boek. Hierin maakt hij duidelijk onderscheid tussen de jure Nederlanderschap – wat gekoppeld is aan juridische documenten als een Nederlandse paspoort of identiteitskaart – en de facto Nederlander-zijn.
‘Dat laatste heeft te maken met hoe wij met elkaar omgaan in de praktijk. Wanneer we praten over Nederlanderschap komt er namelijk veel meer bij kijken dan enkel het hebben van de juiste papieren die aantonen dat je een Nederlander bent’, vertelt hij.
‘In mijn boek reflecteer ik op die twee zaken. Ik begrijp dat er een strijd gaande is die te maken heeft met de facto Nederlanderschap: niet iedereen voelt zich in Nederland thuis. Mensen kunnen ondanks het hebben van een geldig Nederlands identiteitsbewijs worden buitengesloten, en worden de facto Nederlanderschap geweigerd. Waarom? Onder andere vanwege hun huidskleur of geloof, die afwijken van de dominante norm van de witte Nederlander.’
Magendane ziet deze vorm van buitensluiting – racisme en culturalisme – als onderdeel van ‘hekjesdenken’: het beschouwen van een ander die afwijkt van de eigen normen en waarden als een vijand. Dit hekjesdenken wordt volgens hem gevoed door het vaststellen van wat de facto Nederlanderschap inhoudt.
‘Vaststellen is wat politici doen. Ze stellen vast wat de normen en waarden zijn van de Nederlander. Wanneer je daarvan afwijkt, dan ben je geen Nederlander. Bijna alle politieke partijen doen hun best om deze dominante Nederlandse identiteit te formuleren, omdat ze antwoord willen hebben op het onbehagen in de samenleving. Het is een statische invulling van het Nederlanderschap die buitensluiting in de hand werkt’, zegt hij.
‘In mijn boek betoog ik waarom dat geen recht doet aan de complexiteit van Nederland. Het wordt bewoond door mensen met verschillende achtergronden. Die diversiteit, maar ook de tijdgeest waarin we leven in een snel veranderende wereld, moet worden erkend. Vanuit dat uitgangspunt moeten we ons een nieuwe voorstelling van Nederland kunnen maken. Wat we daarbij nodig hebben is een open houding en het vermogen om te dromen over hoe al die Nederlanders ondanks hun verschillen en verleden samen door één deur kunnen gaan.’
Het huis Nederland
Het huis Nederland, zoals Magendane in zijn boek beschrijft, bevat vele ‘binnenkamers’ waarin verschillende groepen mensen zichzelf kunnen zijn en zich niet hoeven te verantwoorden voor de buitenwereld. In datzelfde huis is er ook een publieke ruimte waarin de verschillende groepen samenkomen. ‘De opdracht van Nederlanderschap is: hoe kunnen wij de publieke ruimte zodanig inrichten dat iedereen zich thuis voelt? Daar gaat mijn boek over.’
Is het niet te ambitieus om te denken dat iedereen zich thuis kan voelen in Nederland? De schrijver denkt van niet. ‘Ik denk dat we daarnaartoe moeten werken omdat wij door het lot verbonden zijn. Door lotsbestemming zijn wij tot het Nederlanderschap veroordeeld. Net als familieleden die dezelfde achternaam delen, zo zijn wij als Nederlanders met elkaar verbonden’, zegt hij.
Wel beseft hij dat niet alle Nederlanders dezelfde binding hebben met het land. ‘Ik identificeer mij met Nederland, daarom heb ik dit boek geschreven. Het is uit liefde voor Nederland dat ik dit schreef. Tegelijkertijd heb ik ook een emotionele relatie met het land waar ik vandaan kom. Net als veel biculturele Nederlanders heb ik een gelaagde identiteit.’
‘De opdracht van Nederlanderschap is: hoe kunnen wij de publieke ruimte zodanig inrichten dat iedereen zich thuis voelt?’
Samen met zijn grootmoeder vluchtte de 29-jarige schrijver op jonge leeftijd zijn vaderland Congo vanwege de grote Afrikaanse oorlog, die er tussen 1998 en 2003 plaatsvond.
‘Naar schatting verloren meer dan 5 miljoen mensen hun leven, verdwenen als machteloze mieren omdat iemand met een kalasjnikov of een machete het vermogen had hen tot levenloze as te maken. Geen andere oorlog kent zo veel slachtoffers na de Tweede Wereldoorlog. De reden blijft voor mij een mysterie. Mijn herinneringen aan de oorlog komen in vlagen terug. Ik weet dat veel tieners het dorp verlieten en de bergen in gingen om nooit meer terug te komen. Zij die wel terugkeerden, droegen een geweer, nieuwe kleren en hadden een radio op hun schouder’, beschrijft hij in zijn boek.
‘Door mijn verleden heb ik soms het idee dat ik het niet verdien om op sommige plekken te zijn. Maar we zijn niet ons verleden. Het verleden vormt ons, maar definieert ons niet’, zegt Magendane. Als migrant heeft hij altijd geleerd om zich aan te passen aan zijn omgeving, en om verandering te accepteren als onderdeel van het leven.
‘Dat zie ik ook terug in hoe ik kijk naar Nederlanderschap, en daarom pleit ik voor een dynamische invulling daarvan. Ik weet dat alles verandert, en mijn verleden inspireert mij om pragmatisch en creatief naar Nederland te kijken.’
Volgens Magendane is Nederlanderschap daarom een sociale constructie en een politieke afspraak, die niet enkel aan de politiek – links of rechts – moet worden overgelaten om invulling aan te geven. ‘Om de collectieve therapiesessie aan te gaan die de dynamische invulling van Nederlanderschap mogelijk maakt, is er wil en bereidheid nodig. We moeten in die wil en bereidheid investeren. Zolang de wil er is, is er hoop.’
Collectieve therapiesessie
Magendane is zelf nog nooit in therapie geweest, zegt hij. Toch ziet hij meerwaarde in een therapeutische lens voor maatschappelijke vraagstukken rond het Nederlanderschap. ‘Ik ben zelf niet op therapie gegaan, maar het schrijven van dit boek was een vorm van therapie. Voor mij is schrijven ook een vorm van bevrijding, omdat het mij in staat stelt om de wereld te begrijpen’, vertelt hij. ‘Ik schrijf niet omdat ik heel erg van woorden houd, maar omdat ik positieve impact wil maken op de samenleving om mij heen. Ik hoop ook dat het lezen van dit boek een vorm van therapie kan zijn voor de lezer.’
Hij haalt de zogenoemde LEF-methode (Luisteren, Empathie tonen en Feedback geven) aan. Deze methode werd door oud-Kamerlid Tanja Jadnanansing (PvdA) ontwikkeld naar aanleiding van de aanslag op de redactie van het Franse satirische tijdschrift Charlie Hebdo in 2015. Volgens Magendane is de LEF-methode een mooi begin en een oproep aan anderen om op een collectief niveau een therapiesessie met Nederland aan te gaan.
‘Een belangrijke les die we in Nederland kunnen leren van de nieuwkomer: omgaan met onzekerheid’
Bij therapie hoort ook dat er wordt geluisterd naar emoties en onderbuikgevoelens. Zo merkt de schrijver op dat er in Nederland een hunkering is naar zekerheid en stabiliteit. ‘Door grote krachten zoals globalisering en transnationalisering, zie je dat het huis Nederland zoals ik dat schets in mijn boek, vanuit alle kanten in opschudding wordt gebracht. Dat leidt tot nervositeit, maar ook tot ‘wortelzucht’: een hunkering naar een thuis, in een snel veranderende en complexe wereld’, aldus Magendane.
‘We willen houvast, we willen alles verzekeren. De nieuwkomer is daar echter pragmatisch in. Door mijn verleden weet ik dat je alles kan verzekeren wat je wil, maar de wereld is onvoorspelbaar’, gaat hij verder. ‘Dat is ook een belangrijke les die we in Nederland kunnen leren van de nieuwkomer: omgaan met onzekerheid.’
In dit onzekere bestaan heeft iedereen een eigen verantwoordelijkheid om bij te dragen aan het inclusief maken van de publieke ruimte van het huis Nederland, stelt Magendane. ‘Op verschillende plekken en sectoren zijn we al volop bezig met het bouwen aan een nieuw Nederland. Dat zie je ook aan de biculturele Nederlanders die hun plek in de maatschappij opeisen. Ik beschouw het als een groot privilege om samen met andere generatiegenoten te kunnen meedenken over de toekomst van Nederland.’
Nu u hier toch bent...
Goede journalistiek kost geld. Leden en donaties maken onze gebalanceerde berichtgeving over biculturaliteit, zingeving en vrijheid mogelijk. Steun ons daarom als u ons werk belangrijk vindt.
Vertel mij meer!