18.5 C
Amsterdam

‘Nederlanders van kleur kunnen slagen bij de VVD’

Ewout Klei
Ewout Klei
Journalist gespecialiseerd in politiek en geschiedenis.

Lees meer

Docent en ondernemer Ruben Arnhem voert hartstochtelijk campagne voor zijn partij de VVD. ‘Of ik ambities heb voor de gemeenteraad? Nee, ik ben te trumpiaans in mijn uitspraken.’

Tegenstanders framen de VVD als een witte partij die niet om diversiteit geeft, maar de lijsttrekker is de Koerdisch-Nederlandse Dilan Yesilgöz en de Marokkaans-Nederlandse Malik Azmani leidt de VVD-fractie in het Europees Parlement. De partij telt ook Afro-Nederlanders, zoals de goedlachse Ruben Arnhem. Hij zit namens de VVD in de wijkraad van de Afrikaanderwijk op Rotterdam-Zuid.

‘Mijn vader is Surinaams, mijn moeder Antilliaans. Ze komt van Curaçao. Mijn vader was docent, toen hij naar Rotterdam kwam. Hij werd daar verliefd op mijn moeder en zij op hem. Een tante zei tegen mijn moeder: Van alle mannen die je kunt vinden, ben je met een Surinamer thuis gekomen. Helaas was mijn vaders lesbevoegdheid in Nederland niet geldig. Hij is toen ondernemer geworden. Bij het arbeidsbureau zeiden ze dat mijn vader wel in de groenvoorziening kon werken, omdat er zoveel planten en bomen in Suriname zijn, maar daar had hij geen zin in. En hij wilde helemaal geen uitkering trekken. Dus toen is hij voor zichzelf begonnen. Als bordeelhouder. Op Katendrecht was hij de eerste met zwarte meisjes. Dat was nieuw toen. Daarna bouwde mijn vader een kappersimperium. Hij kwam op dat idee toen hij op reis was in New York en daar zwarte hair salons bezocht. Die waren heel luxe, met mooie pruiken, goud en marmeren muren. Het was een hele nieuwe ervaring. De Afrokapsalons werden een groot succes. Daarna is hij ook in de cafés gegaan. Inmiddels heeft hij alles verkocht. En runt mijn zusje de kapsalon aan de Westkruiskade.’

Toch was en is zijn vader geen VVD-stemmer, vertelt Ruben. ‘Mijn ouders stemden vroeger altijd PvdA, zoals heel veel Surinaamse en Antilliaanse Nederlanders. Dat gebeurt haast automatisch. Ze denken dat de PvdA voor de minderheden opkomen. Maar de PvdA is natuurlijk niet goed voor ondernemers. Mijn moeder stemt tegenwoordig VVD.’

‘Ze hadden iemand met een grote mond nodig in Feijenoord’

Dat Ruben bij de VVD terechtkwam, kwam door een meisje van de toneelschool, dat actief was voor de Jongerenorganisatie Vrijheid en Democratie (JOVD), de op de VVD gerichte liberale jongerenorganisatie. ‘We waren de enigen op de toneelschool met niet-linkse standpunten. ‘Na de toneelschool studeerde Ruben communicatie aan de Hogeschool Rotterdam. Hij wilde echter niet op kantoor werken en haalde daarom in Leiden versneld zijn lesbevoegdheid. ‘En toen was de cirkel weer rond. Ik ben wel docent geworden. Maar hoewel dit een beetje een PvdA-beroep is ben ik VVD’er. Haha.’ Toch is Ruben ook ondernemer. ‘Ik heb een speelgoedlijn voor kinderen in het speciaal onderwijs. Het gaat om concentratiespeelgoed, zoals bijtkettingen. Kinderen met bijvoorbeeld ADHD moeten bewegen. Dit speelgoed helpt hen daarbij.’

Via de JOVD belandde Ruben bij de VVD. ‘Ze hadden iemand met een grote mond nodig in Feijenoord. Dat werd ik. Ik ben nu lid van de wijkraad van de Afrikaanderwijk. Of ik ambities heb voor de gemeenteraad? Nee, ik ben te trumpiaans in mijn uitspraken. Dat is niet altijd handig voor de VVD. Zo was ik heel kritisch over een bepaalde migrantengemeenschap, die andere groepen – wit en zwart – heeft weggedrukt uit de wijk. Jongeren op de pleintjes die andere jongeren intimideren. Maar ook hun ouders die aan mensen vragen wanneer ze gaan verhuizen uit de wijk, omdat een nichtje van hen nog een huis zoekt.’

Gemeenschapsgeld

Met gentrificatie, de opwaardering van buurten, heeft Ruben dan ook helemaal geen moeite, in tegendeel. ‘Buurten worden mooier, leuker, leefbaarder. Sommige bewoners, die in de jaren negentig zijn verhuisd omdat de buurt onleefbaar werd, zijn weer teruggekeerd.’ Ruben wordt, omdat hij kritisch is, voor racist uitgemaakt door tegenstanders. Ook is hij – anoniem – geïntimideerd. ‘Veel moeite had ik met de door de gemeentelijke overheid gesubsidieerde iftar-maaltijden, die zogenaamd de diversiteit moesten bevorderen. Dat kostte een miljoen euro. Maar van de dialoog kwam helemaal niets terecht, omdat veel mensen alleen voor het lekkere eten kwamen en daarna weer naar huis gingen. En dat betalen we dan met gemeenschapsgeld. Maar veel mensen durfden niet kritisch te zijn, want dan was je een islamofoob, een racist. De islamofobie- en racismekaart worden veel te gauw getrokken.’

Ook met BIJ1 kan Ruben niet zo goed overweg, vertelt hij. ‘Ik ben op X, voorheen Twitter, best wel kritisch over BIJ1. Ik vind BIJ1 als belangengroep voor zwarte mensen heel goed, zoals het CIDI dat voor de Joden is, maar ze moeten geen partij worden. Toen BIJ1 in Rotterdam twee gemeenteraadszetels behaalde wilde ik hen feliciteren. Maar een van de BIJ1-medewerkers wilde mij geen hand geven, omdat ik kritisch ben over de club.’ Ruben vindt de nadruk van BIJ1 op kleur ook verkeerd, vervolgt hij. ‘De VVD doet dit beter. Het gaat er bij de VVD niet om welke kleur je hebt, maar om welke persoon je bent. Daarom zie je dat Nederlanders van kleur heel succesvol kunnen worden bij de VVD. Dilan Yesilgöz en Malik Azmani nu, en vroeger Laetitia Griffith en Ayaan Hirsi Ali. We zijn allemaal Nederlanders. Het gaat erom wat je doet voor de maatschappij. Je moet er het beste van maken. Als je niet je best doet mag je, dat vind ik, hard worden aangepakt.’ Ruben is niet tegen diversiteit en niet tegen migratie. ‘Ik ben trots op mijn Surinaamse en Antilliaanse roots, maar ook op mijn Nederlandse identiteit. Als migranten aan dit land een mooie bijdrage willen leveren zijn ze van harte welkom. Tegelijkertijd ben ik best wel nationalistisch ergens. Je moet, vind ik, het beste met Nederland voor hebben, niet te veel hangen in je eigen cultuur, maar gewoon meedoen, je verantwoordelijkheid nemen.’

‘De islamofobie- en racismekaart worden te gauw getrokken’

Ruben wil het Nederlandse slavernijverleden niet zwart-wit benaderen, zegt hij. ‘Er zijn vreselijke dingen gebeurd, we moeten leren van deze fouten. Maar ik ben tegen excuses, omdat hier ook een prijskaartje aan hangt. Het gaat activisten om herstelbetalingen. Erkenning vind ik daarentegen wel een goede zaak. Mijn voorouders waren zwart, maar hebben slaven gehouden. Ze werden tot slaaf gemaakt door de Fransen, maar een Nederlands schip kaapte het Franse schip en toen waren alle slaven op het schip vrij, want dat was de regel toen. Mijn voorouders vestigden zich als vrije mensen in Suriname en gingen ook slaven houden, want dat was daar normaal. Ik schrok ervan toen ik dit verhaal las. Tegelijkertijd: jij bent niet schuldig aan de misdaden van je voorouders. En bovendien: wat zou jij doen in die situatie? Dat weet je niet. Het gaat er om dat we dit verleden erkennen. Het moet gaan om meer kennis, niet om schuld en boete.’

PVV niet uitsluiten

Ruben heeft, zo vertelt hij, een sterke voorkeur voor een rechts kabinet, mét de PVV. ‘Ik zie Dilan Yesilgöz graag als minister-president. Ze is een vrouw met een migratieachtergrond. We hebben in Nederland nog nooit een vrouw als premier gehad, en ook nog nooit een iemand met een migratieachtergrond die dit ambt heeft bekleed. Ik vind net als Dilan dat we de PVV niet moeten uitsluiten. De kritiek dat de PVV een onbetrouwbare coalitiepartner is, vind ik een beetje flauw. D66 heeft de vorige twee kabinetten gekaapt, met hun klimaatplannen.’ Maar Pieter Omtzigt van Nieuw Sociaal Contract ziet een coalitie met de PVV toch niet zitten? Is zo’n kabinet wel realistisch? Ruben denkt van wel. ‘Bij NSC heb ik een sterk LPF-gevoel, dat de partij snel uit elkaar kan vallen. Bij de PVV waren er vroeger wat ruzies, maar de PVV draait nu heel lang mee, is een stuk stabieler.’ Ruben wil bovendien geen gedoogconstructie, zoals in 2010-2012, maar dat de PVV echt gaat meeregeren. ‘De PVV zou een minister voor Asielzaken moeten leveren. Die dan serieus aan de slag gaat. We kijken altijd naar wat er allemaal niet kan. Het mag niet van Brussel. Het mag niet van het VN-Vluchtelingenverdrag. Maar we moeten kijken naar wat er wel kan.’

Ruben wil vaste rolpatronen doorbreken. ‘Wij zwarte Nederlanders worden te vaak de slachtofferrol ingeduwd, door links, maar ook door onszelf. Je moet omdenken. Wij kunnen hier alles. Wij mogen hier alles. De kansen die je krijgt moet je grijpen. Wees dankbaar voor de kansen die je in dit land hebt.’ Discriminatie vindt Ruben uiteraard een slechte zaak, zegt hij, maar tegelijkertijd moet je niet alles door die lens zien. ‘Dat je geweigerd wordt voor een stage of een huis is verkeerd, maar het is niet zo dat je hier niet mag studeren. Wel hebben veel bi-culturele Nederlanders een lagere citoscore, maar dat betekent gewoon dat je langer moet studeren. Ik ben ook een stapelaar.’

Ten slotte houdt Ruben van het ‘goede leven’ en laat dit ook zien op social media, waaronder zijn Instagram-account. ‘Ik ga op vliegvakantie naar Italië of Zuid-Frankrijk. Ik hou van bitterballen, sigaren en fruits de mer. Maar niet iedereen deelt mijn bourgondische levensfilosofie. Zit je alweer kreeft te eten? Maar tegen deze mensen zeg ik: niks is onmogelijk, geniet van het leven. Kreeft is niet goedkoop, maar je kunt gewoon geld opzij leggen en daarna met je vrienden uit eten gaan.’

Nu u hier toch bent...

Goede journalistiek kost geld. Leden en donaties maken onze gebalanceerde berichtgeving over biculturaliteit, zingeving en vrijheid mogelijk. Steun ons daarom als u ons werk belangrijk vindt.

Vertel mij meer!
- Advertentie -