8.3 C
Amsterdam

‘Onzekerheid is onze enige zekerheid.’ De nieuwe tijd volgens trendwatcher Farid Tabarki

Ewout Klei
Ewout Klei
Journalist gespecialiseerd in politiek en geschiedenis.

Lees meer

Onzekerheid is in deze tijd troef, stelt trendwatcher Farid Tabarki, maar je moet hierop inspelen. ‘We kunnen niet terug naar vroeger, naar de jaren vijftig of de tijd van de Renaissance.’

Farid Tabarki onderzoekt als trendwatcher de veranderde tijdgeest en is oprichter van Studio Zeitgeist. In zijn boek Het einde van het midden (2016) kondigde hij het einde van het sociaaleconomische midden en politieke midden aan. En onlangs schreef hij in een essay voor het blad Humanitas van de gelijknamige vrijwilligersorganisatie: ‘Onzekerheid is onze enige zekerheid.’ De Kanttekening sprak met deze interessante denker over zijn werk, de grote veranderingen die ons te wachten staan en over de multiculturele samenleving.

Vloeibare revolutie

Studio Zeitgeist is gevestigd op het Marineterrein Amsterdam, naast het Scheepvaartsmuseum. Tabarki, informeel en joviaal, begroet mij enthousiast en laat mij het kantoor zien. Een collega zorgt voor koffie en thee. Ik vertel Tabarki dat ik graag met hem wil spreken vanwege zijn inhoudelijke kijk op de zaken, niet omdat hij een ‘nieuwe Nederlander’ is, maar dat ik toch die vraag moet stellen over zijn etnische achtergrond. Speelt zijn Noord-Afrikaanse achtergrond nog een rol in zijn werk? Vindt Tabarki het niet vervelend dat journalisten – ik ook, maar ik heb mij bij dezen ingedekt – hierover beginnen tijdens een interview?

Hij is inderdaad een man van de inhoud. ‘Natuurlijk speelt mijn half-Tunesische achtergrond een rol, maar we moeten hier niet krampachtig mee omgaan. Diversiteit is in onze samenleving een voorwaarde om met elkaar om te gaan.’ Tabarki noemt columnist Maxim Februari als voorbeeld. Februari is een transgender, maar we beoordelen zijn columns puur op de inhoud. Identiteit speelt een rol, maar het moet daar niet alleen maar over gaan.

‘We zijn nu in het tijdperk van de vloeibare revolutie beland’, vertelt Tabarki over zijn werk bij Studio Zeitgeist, waarvan hij de oprichter is. Hij legt uit: ‘De Industriële Revolutie leidde tot een bepaalde manier van werken, politiek en organiseren. De klok was heel belangrijk, want de fabriek ging om zo laat open en om zo laat dicht. Bedrijven waren hiërarchisch georganiseerd, top-down. De natiestaat was de politieke vertaling van de Industriële Revolutie: die staat zorgde bijvoorbeeld voor nationaal onderwijs en de aanleg van wegen en spoorlijnen. Maar het industriële tijdperk loopt ten einde, we leven nu in de tijd van de vloeibare revolutie. De manier van hoe onze samenleving is georganiseerd moet op de schop, want de maatschappelijke veranderingen waarmee we nu te maken krijgen zijn permanent. Onzekerheid is de nieuwe zekerheid.’

Maar wat is die ‘vloeibare revolutie’ precies? Tabarki: ‘We zijn terechtgekomen in een instabiel systeem waarin mensen verschillende verbindingen met elkaar aangaan. Vroeger was alles strak. Vaste regels, vaste banen, vaste zekerheid. Maar die zekerheid is er niet meer. Nu is er een flux, een stroom. De vraag is, wat betekent die flux voor de mens, voor organisaties, voor leiderschap?’

Tabarki vertelt dat zijn maatschappijanalyse ook een praktische kant heeft. Hij helpt bedrijven en inspireert ze zodat ze niet achter de feiten aanlopen en beter aansluiting kunnen vinden bij de nieuwe tijdgeest. ‘Het is makkelijker handelen als je weet wat de trends voor de toekomst zijn.’ Studio Zeitgeist ondersteunt organisaties om toekomstgericht beleid te maken, organiseert workshops en traint professionals om de vloeibare samenleving beter te begrijpen.

Van grote invloed op het denken van Tabarki is het in 2000 verschenen boek Liquid Modernity van de Duitse filosoof Zygmunt Bauman, waarin het begrip ‘vloeibare moderniteit’ voor het eerst wordt gemunt. Tabarki: ‘Dit boek is heel politiek-filosofisch. Mijn boek Het einde van het midden is concreter, ik werk dingen praktisch uit. In het Industriële Tijdperk was het ‘midden’ een gegeven, maar die tijd is nu voorbij.’

Contextgebonden onderwijs

Betekent dit ook dat de middenklasse als sociaaleconomische groep verdwijnt, waardoor we straks alleen nog maar een elite hebben en een grote arbeidersmassa zonder perspectief? ‘Dat is wel een gevaar’, vertelt Tabarki. ‘Mijn boek heb ik daarom aangeboden aan toenmalig onderwijsminister Jet Bussemaker, omdat ik vind dat Nederland beter op de grote sociaaleconomische veranderingen in moet spelen. Veel beroepen komen door robotisering steeds meer in de knel. Denk aan de financiële administratie en de retail. Winkelpersoneel wordt vervangen door zelfscankassa’s. Het doemscenario is dat veel mensen ‘onrendabel’ worden en een proletariaat zullen vormen. Je moet mensen met een mbo-achtergrond daarom niet afschrijven, maar opnieuw klaarstomen.’

Tabarki wil een optimist zijn. ‘De uitdaging is om mensen op het mbo nieuwe skills aan te leren, zodat ze flexibeler inzetbaar zijn en blijven meedraaien in de economie. Ook kunnen we nadenken over belasting op robots en aan het basisinkomen. Het debat moet niet gaan over de hoogte van het basisinkomen, maar of een gegarandeerd inkomen onze fundamenteel veranderende maatschappij verder kan helpen.’

De bijstand is ook een vorm van basisinkomen, maar aan de bijstand is de sollicitatieplicht verbonden. Tabarki heeft daar zo zijn vragen bij, maar vindt niet dat een basisinkomen vrijblijvend moet zijn. ‘Ik ben voor levenslang leren. Cruciaal is dat we ervoor zorgen dat mensen zich blijven ontwikkelen, dat ze voldoende aansluiting vinden bij een steeds veranderende samenleving. Het moet niet om geld gaan, maar om hoe de transitie van onze samenleving in goede banen wordt geleid.’

Maar gebeurt dat nu ook? ‘Dat valt tegen. Het onderwijs sluit slecht aan bij de veranderende samenleving. Het is nog steeds gebaseerd op de samenleving van de Industriële Revolutie. De school is een leerfabriek, kinderen zitten in klassen en moeten elk uur naar een ander klaslokaal toe om een ander vak te volgen. Ze leren te weinig verbanden, in contexten. Nu is het systeem dat je wordt ingedeeld op basis van het vak waarin je het slechtst bent. Als je bijvoorbeeld slecht bent in wiskunde ga je naar de havo, terwijl je in Frans, geschiedenis en andere vakken veel beter bent. Dat werkt heel demotiverend. Je moet meer contextgebonden onderwijs krijgen, waarbij diverse vakken met elkaar gemixt worden. Het onderwijs moet met andere woorden beter aansluiten op onze toekomst. Op de havo en het vwo moet veel veranderen, maar ook het vmbo en de ROC’s in het land moeten harder aan de bak.’

Foto: YouTube 

‘De natiestaat is op zijn retour’

De samenleving in het tijdperk van de vloeibare moderniteit moet vooral geen asociale samenleving worden, is Tabarki’s boodschap. Het zou bijvoorbeeld meer los moeten lopen met hypotheken, zodat woningen betaalbaar blijven. Huurders moeten volgens Tabarki ook meer invloed krijgen op de energierekening. ‘Op dit moment beslissen de woningbouwcorporaties. Die hebben weinig zin in zonnepanelen omdat die veel geld kosten, terwijl de energierekening van de huurders oploopt. Huurders moeten meer inspraak hebben, samen invloed uitoefenen. Ook de politiek moet hier iets mee doen.’

Oplossingen moeten niet alleen op nationaal niveau worden gezocht, maar vooral op Europees en mondiaal niveau. ‘De natiestaat is op zijn retour. De staat kan proberen bedrijven belastingen te laten betalen, maar als die te hoog zijn openen ze een kantoor in een land waar de belastingen voor bedrijven heel laag zijn, zoals Nederland. We moeten internationaal samenwerken om bedrijven toch belasting te laten betalen.’

Ook de diverse regio’s moeten – veel meer dan nu het geval is – invloed krijgen, vindt Tabarki. ‘Ik denk aan regio’s als Groot-Rotterdam en Groningen-Assen. Op dit moment neemt het Rijk minder verantwoordelijkheid, legt het alles op het bordje van de gemeente. Maar de gemeentes hebben nauwelijks geld en vrijheid om te handelen. Ik geloof in het idee van de participatiemaatschappij, mits dit goed wordt uitgevoerd. Regio’s moeten voldoende budget hebben om zorg en andere zaken te regelen, maar ook de vrijheid hebben om het anders te doen dan andere regio’s. Het is helemaal niet erg als er regionale verschillen ontstaan. Daar moet Den Haag niet moeilijk over doen. Nu krijgen de gemeenten wel verantwoordelijk, maar niet de middelen. Gemeentes worden afgeknepen, terwijl ze juist belangrijk zijn. Dat moet anders.’

Middenpartijen en referenda

Ook in de politiek krijgt het midden het moeilijk, vertelt Tabarki. Hij ziet een wereldwijde trend. ‘In Nederland liepen we een tijdlang voor de troepen uit, met ons gefragmenteerde systeem. Maar ook in landen als Spanje hebben de grote middenpartijen hun overwicht op de rest van de politiek verloren.’ Niet alleen verkeren middenpartijen in zwaar weer, maar door de aangescherpte tegenstellingen bewegen ze zich ook meer naar de flanken. ‘Het CDA is rechtser geworden, de PvdA linkser en D66 en GroenLinks worden juist progressiever. Iedereen beweegt zich van het midden af. Ook zie je dat kiezers meer shoppen en niet meer trouw zijn aan een partij.’

Tabarki vindt dat onze representatieve democratie verbeterd moet worden. Een mooi voorbeeld vindt hij het volksparlement van het Duitstalige deel van België, dat door loting is samengesteld – net als in de klassieke Atheense democratie. ‘Democratie moet meer een gesprek tussen burgers worden. Ook de Belgische schrijver David van Reybrouck heeft een lans gebroken voor het idee van loting. Loting is representatief en zorgt ervoor dat de politiek niet meteen gedomineerd gaat worden door de usual suspects.’ Interessant vindt hij ook het experiment in Barcelona met wijkraden. ‘We moeten niet aan één model voor alles denken. Dat is industrieel denken, maar onze samenleving is anders geworden. Daar past niet één model bij.’

En wat vindt Tabarki van het referendum? Is daar nog toekomst voor, na het debacle met de Brexit? ‘We moeten het kind niet met het badwater weggooien’, antwoordt hij. ‘Zwitserland heeft al decennialang ervaring met referenda, een typische referendacultuur. Wij moeten dat in Nederland nog in de vingers krijgen. Sowieso was het referendum over de Brexit raar. Één referendum en Groot-Brittannië ging uit de EU.’

Wat kan er dan beter, als wij in Nederland opnieuw naar het middel van referenda zouden grijpen? ‘Sowieso moet je je lot niet verbinden aan één referendumuitslag’, zegt Tabarki beslist. ‘Het referendum is interessant, maar je moet hier lerend mee omgaan. Het beste voor Nederland is dat we in de toekomst een nieuwe poging wagen, maar dan op een hele andere manier en wellicht over andere thema’s. We hebben een reset nodig.’

Tabarki noemt als positief voorbeeld Nieuw Caledonië, een eilandje in de Stille Zuidzee dat bij Frankrijk hoort. Ze hebben ook over onafhankelijkheid gestemd, maar in twee referenda waar vijf jaar tussen zat. Als bij beide keren een meerderheid voor onafhankelijkheid is, dan zal Nieuw Caledonië zich van Frankrijk losmaken. ‘Tijdens het eerste referendum was een meerderheid tegen uittreden, het tweede referendum wordt binnenkort gehouden. Als de eilandbewoners dan wél voor onafhankelijkheid zijn, dan moet er weer een nieuw referendum worden georganiseerd.’

‘De Brexit zal juist de voor-stemmers financieel in de problemen brengen’

Robotisering en automatisering

Tabarki juicht nieuwe technologische ontwikkelingen toe, maar vindt dat we meer moeten nadenken over waar we met onze samenleving naartoe willen. ‘We moeten opnieuw bespreken wat we belangrijk vinden’, zegt hij. ‘Er verdwijnen bepaalde taken in bijvoorbeeld de zorg door robotisering. Ik denk niet dat we de robotisering moeten tegenhouden, maar wel dat we goed moeten nadenken over wat we precies willen met de zorg. Robots zijn efficiënt, technologie is een prachtige aanvulling op wensen die we hebben. We moeten vragen in de goede volgorde stellen. De vraag ‘Wat is goede zorg?’ komt voor de vraag ‘Wat kunnen we met deze technologie bereiken?’ Op dit moment worden deze vragen in de verkeerde volgorde gesteld. Eerst de technologie, dan pas de toepassing. Dat is verkeerd.’

Tabarki heeft ook oog voor de schaduwzijden van technologische ontwikkelingen. ‘Sommige mensen kunnen al deze ontwikkelingen niet bijbenen. Je hebt de haves en de have-nots. Mensen die niet goed met technologie kunnen omgaan worden buitengesloten.’ Als voorbeeld noemt Tabarki de gezondheidskloof.

‘Mensen die laagopgeleid zijn leven ongezonder en krijgen slechtere zorg. Deze ontwikkeling moeten we een halt toeroepen. De kloof wordt nu verbreed, omdat hoogopgeleide mensen preventieve kennis gebruiken om gezond te blijven. Zij hebben veel gemakkelijker toegang tot deze kennis. Laagopgeleide mensen maken geen gebruik hiervan, omdat ze het niet weten.’

Een ander voorbeeld van dit buitensluiten is het UWV, vertelt Tabarki. ‘Er was een tijd dat je alleen online met het UWV kon communiceren. Dat sloot digibeten uit, mensen die juist geholpen moeten worden om weer op de arbeidsmarkt te komen. Gelukkig heeft het UWV die beslissing weer teruggedraaid. De balans van de toepassingen moet positief uitslaan voor mensen. De zogenoemde ‘onrendabelen’ moeten rendabel worden gemaakt.’

Tabarki noemt in dit verband het banenverlies in de retail: er is steeds minder personeel nodig om winkels draaiende te houden. Ook wordt er steeds meer online verkocht. ‘Maar verkopers zijn eigenlijk een soort gastheren en gastvouwen. Ze moeten deze vaardigheden leren op school, ervoor zorgen dat mensen die iets willen kopen zich goed voelen. Dit betekent dat mensen die nu worden opgeleid om in de winkel te werken breder moeten worden opgeleid en basisvaardigheden moeten worden bijgebracht, waardoor ze breed inzetbaar zijn en in verschillende sectoren aan de slag kunnen.’

Maar sommige beroepen kun je toch nooit wegautomatiseren? Journalisten en historici, die niet alleen feiten opzoeken maar ook interpreteren, doen toch dingen die een computer nooit zal kunnen? ‘Dit is een interessant punt. Sowieso moet je niet denken in een tegenstelling tussen mens en technologie, wat nu nog veel te veel wordt gedaan, maar dat mens en technologie moeten samenwerken. Niemand zit er op te wachten dat mensen niet meer van nut zijn. Maar technologie kan je wel helpen dingen beter te maken. Archieven die gedigitaliseerd zijn, met goede mogelijkheden om daarin te zoeken, besparen historici en andere onderzoekers een boel tijd. En vertaalmachines, die nooit perfect zullen zijn, helpen je om krantenartikelen in talen te lezen die je niet of niet goed genoeg beheerst. Maar hoe je dit interpreteert, welke verbanden er zijn, welke contexten relevant zijn, dat bepaalt de mens zelf nog steeds.’ Ook artsen zullen zich meer met interpretatie bezig gaan houden, stelt hij. ‘Computers en robots kunnen veel overnemen, maar patiënten vinden het fijn als de dokter dit goed uitlegt. En hij moet op basis van de gegevens ook de keuzes maken.’

De kloof overbruggen

De witte onderklasse, die de nieuwe ontwikkelingen vaak niet goed kan bijbenen, laat zich volgens Tabarki door populisten een rad voor de ogen draaien. ‘We kunnen niet terug naar vroeger, naar de jaren vijftig of de tijd van de Renaissance. Je houdt mensen voor de gek als je zegt dat je die tijden wil doen laten terugkeren. Maar we moeten kwetsbare groepen, de witte onderklasse en ook mensen van kleur in een penibele sociaaleconomische positie, niet aan hun lot overlaten. We moeten juist in ze investeren.’ Overigens zijn sommige beroepen helemaal niet zo kwetsbaar meer, vertelt Tabarki. ‘Vroeger behoorden loodgieters tot de kwetsbare groep, maar nu kun je als loodgieter veel verdienen.’

Tabarki vindt het belangrijk dat mensen uit kwetsbare groepen die een transformatie doormaken mee kunnen gaan met de nieuwe tijdgeest. ‘Populisten als Geert Wilders en de Brexiteers bieden in deze onzekere tijden schijnzekerheid. Maar dat helpt niet. En de Brexit zal juist mensen die hiervoor hebben gestemd financieel in de problemen brengen.’ We moeten de kloof met de PVV-kiezers overbruggen en begrip hebben voor hun kwetsbare positie in deze veranderende samenleving, zonder mee te gaan in het PVV-discours, aldus Tabarki.

Nu u hier toch bent...

Goede journalistiek kost geld. Leden en donaties maken onze gebalanceerde berichtgeving over biculturaliteit, zingeving en vrijheid mogelijk. Steun ons daarom als u ons werk belangrijk vindt.

Vertel mij meer!
- Advertentie -