Een Marokkaanse dame is niet iemand die als kind anderen in elkaar slaat en meedoet met voetballen, maar Rahma el Mouden deed dat wel. In haar ‘beloofde land’ Nederland schopte ze het tot eigenaar van een miljoenenonderneming, die ze eigenhandig opzette: MAS, Multicultureel Amsterdams Schoonmaakbedrijf.
El Mouden heeft haar eigenzinnigheid niet van een vreemde. Haar moeder verliet twee keer een man, omdat ze werd mishandeld, en moest daarbij zelfs een kind achterlaten. ‘Mijn moeder is mijn grote voorbeeld, samen met Lalla Khadija. Zij was de eerste vrouw van de profeet Mohammed. Zij was vijftien jaar ouder dan Mohammed, toen al een ondernemer en gaf leiding aan zestig mannen. Alle inspiratie haal ik uit hen. Zij zijn zo sterk, echt een voorbeeld. Ik heb niet het idee dat ik een rolmodel ben, maar ik krijg wel veel vragen, vooral van vrouwen, maar ook van mannen. Daar ga ik altijd op in. Ik wil iedereen helpen. Dat kan ook, nu ik de dagelijkse leiding van het bedrijf aan mijn dochter heb overgedragen. Ik heb twee stichtingen opgericht: de MAS-Familie – daar helpen wij jonge en kwetsbare mensen en vrouwen die hun situatie willen verbeteren – en het Rahma Fonds, waar de opbrengsten van mijn boek De weg naar mijn vrijheid naartoe gaan. Dat fonds helpt vrouwen om aan de top te komen van het bedrijfsleven en om hun weg korter te maken dan die van mij.’
De wil om iets te bereiken
‘Mijn wil om dingen te doen, om iets te bereiken is enorm’, vertelt El Mouden. ‘Daarmee heb ik het zover geschopt. Als je iets echt wilt, kan er heel veel. Dat vraagt ook een hoop van je. Ik werkte meestal tachtig uur per week en ik kon daardoor niet zoveel bij mijn man en kinderen zijn als ik wilde. Dat waren de offers die ik maakte, maar daardoor maakte ik ook verschil en drong ik een wereld binnen die tot die tijd alleen uit mannen bestond. Het was ondenkbaar dat een vrouw hoog op de ladder in een schoonmaakbedrijf zou komen, assistent-manager was het hoogst haalbare. Daarbij was ik ook nog eens allochtoon, wat het nog moeilijker maakte. Maar ik heb laten zien dat het wel kan. Nu help ik graag anderen om hetzelfde te bereiken of nog meer.’
‘Ik heb nooit begrepen waarom jongens en mannen meer zouden zijn dan vrouwen’
(On)gelijkheid
Het opzetten van een eigen bedrijf was niet gemakkelijk. Dat El Mouden werd gepasseerd bij promoties en dat een man die onder haar stond wel de promotie kreeg en daarmee haar leidinggevende werd, stuitte haar tegen de borst. Op (letterlijk) hoge hakken stapte ze naar de directie van het schoonmaakbedrijf waar ze toen werkte. Al snel werd duidelijk dat ze nooit verder zou komen dan assistent-manager, het hoogst haalbare voor een vrouw. ‘Ik snapte dat echt niet. Ik heb nooit begrepen waarom jongens en mannen meer zouden zijn dan vrouwen. Dat klopt ook niet met wat er in de Koran staat. Wij zijn als mannen en vrouwen gelijk aan elkaar. Niemand staat boven de ander. Ik begreep nooit waarom jongens wel buiten mochten spelen en kattenkwaad uit mochten halen en wij meisjes niet. Als kind was ik al dwars en moeilijk. Mijn moeder zei altijd dat het voor mij erg moeilijk zou worden om een man te vinden, want daarvoor was ik veel te rebels en dat wilden mannen niet.’
Het beloofde Nederland
El Mouden groeide op in Marokko. Als klein meisje zag ze Nederland al als het ‘beloofde land’. Daar mocht je zijn wie je wilde en droegen vrouwen korte rokken en make-up. ‘Mijn vader nam kleding voor ons mee van zijn werk in Gibraltar. Dat was Europese kleding. Uiteraard was dat not done in onze omgeving, maar ik droeg het graag. Ik ‘showde’ het aan iedereen die het wilde zien, een gruwel voor mijn moeder en iedereen in onze gemeenschap. Wat was ik voor een raar kind, dat zich niet aan de normen en waarden van de gemeenschap wilde houden? Ik had toen al besloten dat Nederland het land was waar ik naartoe wilde en waar ik gelukkig zou worden.’
Desondanks bleek er allang iemand te zijn voor El Mouden: Bachir had zijn oog laten vallen op dat kleine, eigenwijze meisje. Hij nam zich voor om met haar te trouwen, ook al was hij tien jaar ouder. Hij wilde eerst een toekomst opbouwen, zodat hij El Mouden wat te bieden had. Dat hij in Spanje terechtkwam, terwijl El Mouden ontzettend graag naar Europa wilde, kan geen toeval zijn. Hij kwam terug naar Marokko om de hand van El Mouden te vragen bij haar vader. ‘Ik dacht toen: Waarom niet? Dit was mijn kans om naar Europa te gaan, mijn droom. Oké, mijn echte droom was Nederland, dat leek me echt een geweldig land, maar in Spanje was ik toch wat dichterbij.’
Toch kwamen ze in Nederland terecht. El Mouden was zeventien toen ze trouwde en in Nederland kwam wonen. Ze kende niemand en beheerste ook de taal niet. ‘Dat was een heel eenzame periode. Ik moest mij echt behelpen in contacten met anderen, veel met handen en voeten werken. Gelukkig leerde ik wat Nederlanders in de buurt kennen die me wilden helpen, maar het duurde een paar jaar totdat ik de taal onder de knie kreeg. Daar heb ik wel spijt van, want eigenlijk moet je een taal meteen leren.’
Nog meer Marokkanen
El Mouden en haar man trokken voornamelijk op met andere Marokkanen. Het was een periode waarin steeds meer ‘gastarbeiders’ naar Nederland kwamen. Die mensen vonden haar veel te vrij en spraken haar man daarop aan. ‘Hij zat tussen twee vuren, eigenlijk een beetje zoals mijn moeder. Aan de ene kant wil je er graag bij horen en meedoen aan de tradities van je eigen groep, maar aan de andere kant zie je ook dat er dingen niet kloppen en moeten veranderen. Met de meeste Marokkanen uit onze omgeving hadden we uiteindelijk geen contact meer. Ik vind de Marokkaanse cultuur prachtig, maar de gewoontes waren vreselijk. Dat is nu al een stuk beter gelukkig, maar in die tijd werden jongens en mannen op een voetstuk gezet terwijl ze dit niet verdienden. Ik wilde ook meedoen aan de gesprekken die mannen met elkaar voerden, want Marokkaanse vrouwen spraken alleen maar over kinderen krijgen en roddels. Ook mijn zussen hadden het moeilijk met mijn gedrag, maar een paar zijn het uiteindelijk wel stoer gaan vinden. Met hen praat ik graag en ik laat ze zien dat we gelijk zijn, in alles.’
Het duurde een paar jaar voordat El Mouden besloot dat het tijd was om Nederlands te leren. ‘Tot die tijd redde ik het aardig. Maar het werd wel duidelijk dat ik het hier niet vol zou houden zonder de taal te leren, daarom ging ik op les. Dat had ik veel eerder moeten doen, maar ja, wat weet je als je als zestienjarige in een onbekend land komt? We gingen iedere zomer terug naar Marokko, tenminste: totdat we hier zat van waren. Het was nogal een rit… Ik haalde mijn rijbewijs wel in Nederland, maar ik was een gevaar op de weg. Daarom reed mijn man meestal. Pas toen we het geld hadden om onderweg een overnachting te boeken, waren de trips naar Marokko te doen.’
‘Het is mijn islamitische plicht om te delen wat ik heb’
Trots en dankbaarheid
El Mouden werd al snel zwanger. Ze kregen twee kinderen, een zoon en een dochter. Niets hield haar tegen om haar eigen bedrijf groot te maken. Na een tijd kwam zelfs haar man in haar bedrijf werken. ‘Het was aanpoten, hard werken, maar de voldoening is enorm. Ik heb mij nooit ergens te goed voor gevoeld. Ik ben er trots op dat ik het zover heb geschopt als vrouw. Ik had gelukkig mijn omgeving mee. Ouders moeten aan hun kinderen leren dat werk een deel van het leven is.’
Elke dag brengt weer nieuwe kansen met zich mee, die kun je pakken en nieuwe contacten kunnen je verder helpen. ‘Ik ben heel dankbaar, niet alleen God, maar ook alle mensen die bij mij willen komen werken. Het is ook onze plicht om voor anderen te zorgen, want niet iedereen heeft de mogelijkheid om voor zichzelf op te komen en te doen wat ik heb gedaan. Het is mijn islamitische plicht om te delen wat ik heb. Daarom help ik nu ook kansarme jongeren op weg naar een goede toekomst, vooral vrouwen die hogerop willen komen in het bedrijfsleven.’
Als directeur van een schoonmaakbedrijf dat steeds grotere projecten binnen wist te halen, telde El Mouden mee. Ze werd gevraagd om in het bestuur van de Kamer van Koophandel in Amsterdam zitting te nemen. Ze werd ook gevraagd om bij belangrijke evenementen aanwezig te zijn en om de koning van Marokko en Beatrix, toen nog koningin, te ontmoeten. Ze kreeg diverse onderscheidingen, wat haar heel trots maakt.
Oumaima, de dochter van El Mouden, is nu de directeur van MAS. El Mouden vond het wel lastig om los te laten. ‘Het was mijn kindje, ik heb MAS gemaakt. Het kostte me vier jaar om de dagelijkse leiding aan mijn dochter over te geven. Nu weet ik dat dat goed is en dat het bedrijf alleen maar groter wordt.’
Een vrije leeuwin
Met het recente boek De weg naar mijn vrijheid wil El Mouden haar lezers levenslessen meegeven. ‘Dit boek is voor iedereen, niet alleen voor vrouwen. Daarom heb ik expres ook geschreven over mijn geloof, want het is een groot deel van mijn leven. Zonder God had ik het niet gered. Voor mij zijn alle geloven gelijk, of je het God of Allah wil noemen, of je moslim of gereformeerd of pinkster bent. Alle mensen zijn in Nederland gelijk en dat principe volg ik graag. Van mij mag je je haar groen verven en een spijkerbroek met gaten aantrekken, dat is prima. Weet wel dat je daardoor ook problemen kunt tegenkomen en dat niet iedereen het waardeert. Zolang jij je afspraken nakomt en de telefoon aanneemt of mensen terugbelt, is er niets aan de hand. Maar als je je niets van de hele wereld aantrekt en alleen maar doet waar jij zin in hebt, dan loop je tegen problemen aan. Dat is je eigen verantwoordelijkheid en die moet je nemen.’
El Mouden stopte met haar fulltime job, mede omdat haar man kanker kreeg. ‘Het leven is kostbaar, het kan zo voorbij zijn. Er is meer in het leven dan alleen werken en ik wil mijn man bijstaan. Gelukkig is hij nu vrij van kanker, het is al een paar jaar in remissie. Maar het zette mij wel even met de voeten op de grond. Mijn prioriteiten liggen nu bij mijn man, de rest komt daarna.’
‘Vroeger was ik een gekooide leeuwin, maar ik heb mij vrijgevochten’
El Mouden is een leeuwin. ‘Vroeger was ik een gekooide leeuwin, ik werd beperkt door de regels die de maatschappij mij had opgelegd. Maar ik heb mij vrijgevochten en ben nu een vrije leeuwin. Het is erg dat nog steeds zestig procent van alle vrouwen in de wereld in angst voor mannen leeft. Dat is niet alleen in Marokko zo, maar ook in Nederland. De situatie is in Marokko gelukkig wel sterk verbeterd. Vrouwen zouden niet bang moeten zijn, hier valt nog veel winst te behalen. Ik heb het getroffen met mijn man die mij de vrijheid gaf, maar ik eiste die ook op. Ik weet dat veel mensen nog in oude patronen vastzitten, ik help ze er graag uit. Nu ik gestopt ben als directeur heb ik meer tijd voor het sociale werk en dat doe ik graag. Ik zie graag mensen groeien.’
Nu u hier toch bent...
Goede journalistiek kost geld. Leden en donaties maken onze gebalanceerde berichtgeving over biculturaliteit, zingeving en vrijheid mogelijk. Steun ons daarom als u ons werk belangrijk vindt.
Vertel mij meer!