7.9 C
Amsterdam

Tayfun Balcik onderzocht moslims op tv en concludeert: het zijn er te weinig

Arnout Maat
Arnout Maat
Eindredacteur.

Lees meer

Historicus, publicist en Kanttekening-columnist Tayfun Balcik is bezorgd over de plek van moslims in de media. In eerder onderzoek naar Nederlandse kranten noteerde hij dat moslims vooral negatief in het nieuws komen, maar zelf weinig aan het woord komen. In een nieuw onderzoek zag hij dit ook gebeuren bij tv-programma’s. In juni-augustus 2020 bekeek hij er elke dag vijf: Goedemorgen Nederland, EenVandaag, het NOS Journaal, Nieuwsuur en Op1.

Hoogzomer, en dan vier maanden lang elke dag urenlang tv-kijken…

‘Ik zat waar ik nu ook zit, op mijn zolderkamertje in Amsterdam. Een periode was het 37, 38 graden, toen ging ik echt helemaal kapot. Ik zat enkel in mijn onderbroek en overhemd, and that’s it. Aan de andere kant: ik maakte wel de Black Lives Matter-discussie op tv mee.’

De Black Lives Matter-protesten leverden veel positieve berichten over moslims op tv, concludeer je. Maar die protesten gingen over anti-zwart racisme, niet over moslims.

‘Black Lives Matter gaat over institutionele uitsluiting, over buitengesloten worden. Dat is waar veel moslims natuurlijk over kunnen meepraten. We hebben zelfs een partij die wil ‘de-islamiseren’. Je zag moslims die door de protesten werden geïnspireerd en er zelf aan meededen. Zo vertelde Nida-leider Nourdin el Ouali op 3 juni in Op1 over het protest in Rotterdam. Moslims hebben geprofiteerd van pro-diverse berichtgeving tijdens de protesten.’

Wel komen moslims nog vooral negatief op tv, noteer je. Té negatief, zeg je ook. Maar het gaat hier over serieuze, inhoudelijke programma’s. Daar worden dus per definitie problemen besproken – zoals criminaliteit en terreur – of zaken die onderdeel zijn van maatschappelijk debat, zoals de islam. Geldt hier ook niet: goed nieuws is geen nieuws?

‘Natuurlijk: als de bus op tijd rijdt, dan hoeft dat geen nieuws te zijn. Maar als een wit persoon vergelijkbaar geweld gebruikt, dan zie je dat de media daar veel voorzichtigere etiketten aan plakken. Bijvoorbeeld: tijdens de Black Lives Matter-protesten in Amerika waren heel wat Trumpaanhangers op demonstranten ingereden, alleen werd het woord ‘terreur’ niet gebruikt. Er waren daar ook zogenaamde ‘burgermilities’. Als dat Syrische moslims waren die hun buurt beschermden, noemden we hen ‘jihadistische milities’.

‘Ander voorbeeld: bij de rellen van vorige zomer in Utrecht, Rotterdam en andere plekken ging het op tv over ‘Marokkanen’ en ‘de Marokkaanse cultuur’, dat hun ouders geen gezag zouden hebben, dat bij overtredingen door hun kinderen hun uitkeringen zelfs gekort moesten worden. Op dat moment waren ook uit de hand gelopen demonstraties van ‘viruswappies’, maar ‘de witte cultuur’ werd niet geproblematiseerd. Ook werd niet beweerd dat de ouders van autochtone mensen moesten worden aangesproken, dat hun uitkeringen gekort moesten worden.’

‘Als een wit persoon vergelijkbaar geweld gebruikt, dan zie je dat de media daar veel voorzichtigere etiketten aan plakken’

Bij dat laatste voorbeeld gaat het niet om een aanduiding door de programma’s zelf, maar om wat bepaalde stemmen in het debat zeggen. Daar zit toch een verschil in?

‘Ja, maar het is ook aan de redacties in hoeverre ze bepaalde opinies de ruimte geven. Sommige meningen verschijnen helemaal niet in de media. We zijn een rechtsstaat, waarin we minderheden beschermen tegen de willekeur of onderdrukking van de meerderheid.’

In tv-programma’s wordt volgens jou op tv ook vaak een ‘wij-zij-denken’ verkondigd, waarbij dan een scheiding wordt gemaakt tussen moslims en niet-moslims.

‘Dat kan op een hele botte manier, van ‘Wij van het liberale, vrije Westen versus de achterlijke, fundamentalistische islam’ – dat hoor je vooral als Forum voor Democratie of de SGP aan het woord komen. Maar je hoort vaak ook het frame: ‘Wij, Nederlanders versus allochtonen die nog moeten integreren en onze waarden moeten onderschrijven’. Dat is polariserend, verdelend en een herinnering dat ik, als migrantenzoon, toch niet van hier zou zijn. Dit, terwijl Nederland het enige is dat ik ken. Als je mij als ‘allochtoon’ in de hoek zet, gebruik je een definitie van mij waar ik zelf niet voor gekozen heb.’

De term ‘allochtoon’ gebruiken presentatoren op de NPO toch allang niet meer?

‘Het gaat niet per se om de term. In een gesprek in Goedemorgen Nederland tussen Thierry Baudet en CBS-econoom Peter Hein van Mulligen had Baudet het over ‘allochtonen’ in de criminaliteit, waarbij hij Van Mulligen verweet: ‘Jullie tellen verkeerd, want jullie rekenen de derde generatie ook als Nederlanders.’ Vrij racistisch, om mensen tot zo lang nog in het allochtonenvakje te willen stoppen. Maar de presentatrice zei er helemaal niks van. Autochtonen worden nooit in een integratieframe geplaatst, terwijl die ook misdaden plegen.’

Autochtonen zijn ook niet oververtegenwoordigd in de criminaliteitscijfers.

‘Wat zegt dat nou over integratie? Veel Marokkanen zijn dan beter geïntegreerd dan autochtonen in het criminele milieu. En ik kan tig dingen verzinnen waarin witte mensen wel oververtegenwoordigd zijn: fraude, gesjoemel in het bancaire systeem, enzovoort. Maar dat wordt ook nooit in termen van integratie besproken.’

Ligt hier dan een taak voor de media: juist minder verdeeldheid kweken?

‘Gelijke monniken, gelijke kappen. Als je op een bepaalde manier over moslims en andere minderheden praat en dat niet doet bij andere groepen, dan wakker je wij-zij-denken aan. Je ziet ook bij EenVandaag, NOS en Nieuwsuur dat dit minder gebeurt, omdat die redacties diverser zijn dan bij Op1 en Goedemorgen Nederland.’

‘Op tv wordt gewoon heel veel over moslims gezegd. Dan kun je het niet maken om moslims geen onderdeel te laten zijn van hoe het nieuws tot stand komt

86 procent van de Nederlanders heeft geen migratieachtergrond, 95 procent is geen moslim. Moeten redacties echt zoveel werk verzetten om een kleine groep te cateren?

‘Op tv wordt gewoon heel veel over moslims gezegd. Dan kun je het niet maken om moslims geen onderdeel te laten zijn van hoe het nieuws tot stand komt. Als je als journalist geen moslim bent, moet je veel meer werk verzetten om die groep te begrijpen. Hoor- en wederhoor, goed onderzoek: journalistieke waardes die zonder moslims dan niet mogelijk zijn. Je kan toch ook geen item maken over menstruatiearmoede met alleen maar mannen?’

Dan een recente casus waar ik jouw mening over wil weten. GroenLinks-kandidate Kauthar Bouchallikht werd het middelpunt van media-ophef toen bleek dat zij heeft gewerkt voor de Europese moslimjongerenorganisatie FEMYSO, die door sommige onderzoekers als jeugdorganisatie van de Moslimbroederschap wordt aangeduid.

‘Het is goed dat media allerlei dingen willen weten over kandidaten, ook waar ze actief zijn geweest. Maar dat moeten ze niet alleen bij moslimkandidaten doen. En de manier waarop Kauthar door de media is aangepakt, slaat nergens op. Want wat is nou het probleem? Ik vind het problematisch dat zij de hele tijd afstand moet nemen van een club waar zij nooit lid van is geweest. Wat weten we nou eigenlijk van de Moslimbroederschap? En wat heeft zij nu daadwerkelijk gedaan waarvoor zij afstand moet nemen? Het is pure guilt by association.’

Toen Thierry Baudet in 2017 met een notoire racist had gedineerd, vroegen media hem ook of hij afstand van deze persoon wilde doen. Was dat dan ook guilt by association?

‘Die vergelijking past totaal niet. Als je kijkt naar wat Baudet allemaal heeft gezegd, met wie hij heeft gesproken… En met wie heeft Kauthar dan gesproken? Hebben we namen, tijdstippen? Ja, er doken foto’s op van dat ze in 2014 stond te demonstreren voor Gaza, vlakbij iemand met een spandoek waarop antisemitische leuzen stonden. Goed, daarvan kon ze wel een beetje afstand nemen. Maar die demonstratie ging over misdaden die Israël toen op grove wijze heeft begaan. Er waren tweeduizend mensen gestorven en zestig Israëliërs. De vraag moet niet zijn: wat deed Kauthar daar? De vraag moet zijn: waar was jíȷ́ tijdens die demonstratie?’

Dan een andere casus die interessant is in het kader van jouw onderzoek. Onlangs mocht de jonge Turks-Nederlandse schrijfster Lale Gül bij Op1 vertellen over haar roman, waarin ze de voor haar traumatische islamitische opvoeding van zich afschreef.

‘Ik vind het dapper hoe zij zich probeert te ontworstelen uit een milieu met conservatieve denkbeelden. Dat ze al die bedreigingen krijgt – vaak op een seksistische manier – slaat helemaal nergens op. Maar hoe zij uiting geeft aan dat gevoel van ongenoegen, is heel problematisch. Dat ze op social media flirtte met FvD en moslima’s ‘broedkippen’ noemde. Op1 had haar daarmee moeten confronteren. Zo wordt islamitische onverdraagzaamheid geproblematiseerd, maar racistische onverdraagzaamheid gelaten voor wat het is.’

Op Twitter nam ze laatst wel afstand van die uitspraken, nadat ze op dat sociale medium met deze uitspraken werd geconfronteerd.

‘En geconfronteerd door wie? Door mensen die slachtoffer zijn van dat denken: moslims en andere minderheden. Je ziet ook hier: witte redacties zijn geen slachtoffer van racisme, dus voor hen is het geen prioriteit in hun redactionele keuzes. Later zei ze in het Parool: ‘Ik zal altijd stemmen op een immigratiekritische partij.’ Je kunt als journalist dan tenminste vragen: ‘Maar je hebt hier zelf zoveel kansen gekregen. Vind je dat dan niet een beetje krom?’ Of, wat harder: ‘Als je immigratie een probleem vindt, waarom ga je dan zelf niet weg – zodat je een bijdrage levert aan de door jou gewenste immigratiecijfers?’ Maar dat gebeurde niet.’

Op tv zie je vaak ook andere Turkse Nederlanders met kritiek op de multiculturele samenleving, zoals VVD’er Dilan Yesilgöz, publicist Aylin Bilic en presentatrice Fidan Ekiz. Ook met dat feit heb je in je onderzoek nog een appeltje te schillen.

‘Het zijn dan toch weer van die ‘zelfkritische allochtonen’ die de hele tijd te ruimte krijgen. Dat is al veel langer aan de gang, zoals vroeger ook met Ayaan Hirsi Ali gebeurde. Op zich is het prima dat zij deze ruimte krijgen, maar hoe zit dan het met de andere kant? Met moslima’s die worden bespuugd, waarvan hun hijab van hun hoofd worden getrokken? Die zou je dan ook een plek moeten geven. Je ziet dat media vooral mensen neerzetten die vooral hun eigen mening verkondigen – maar dan met een kleurtje. Tja, dan heb je het niet goed begrepen.’

Nu u hier toch bent...

Goede journalistiek kost geld. Leden en donaties maken onze gebalanceerde berichtgeving over biculturaliteit, zingeving en vrijheid mogelijk. Steun ons daarom als u ons werk belangrijk vindt.

Vertel mij meer!
- Advertentie -