1.7 C
Amsterdam

Van PTT Telecom-werknemer tot miljonair

Lees meer

Van PTT Telecom-werknemer tot miljonair. Atilay Uslu begon bij PTT Telecom, maar maakte de Amerikaanse droom in Nederland waar.

Als puber nam hij zich voor om vóór zijn dertigste een miljoen gulden te verdienen. Inmiddels is Atilay Uslu 51 jaar oud en heeft hij dankzij zijn reisbedrijf Corendon een geschat vermogen van enkele tientallen miljoenen euro’s. Hoe heeft hij dat bereikt? En op welke hobbels stuitte hij door zijn bi-culturele achtergrond? Een portret van een van de invloedrijkste Turkse Nederlanders.

Een paar dagen per week houdt Atilay kantoor in zijn Corendon Village Hotel, onder de rook van Schiphol, met 680 kamers het grootste hotel van de Benelux. Het is amper een jaar open, maar in de lobby oogt het al loeidruk. Met een cola voor zich werkt Uslu in het bar-restaurantdeel de ene na de andere afspraak af. Ondanks zijn Turkse roots liggen zijn eerste jeugdherinneringen hier praktisch om de hoek, in Haarlem. Pas net één jaar oud is Atilay als het gezin Uslu van Yenikapi in de Turkse provincie Afyonkarahisar naar Nederland verhuist. De Turkse familie is dan nog een zeldzaamheid in Haarlem: ‘We waren daar het eerste immigrantengezin, verder waren de Turken die er woonden allemaal mannen en in hun eentje. Hun vrouwen en kinderen kwamen een paar jaar later, toen pas werd het een immigrantenwijk’, herinnert Uslu zich. Zijn vader is nooit thuis: de opvoeding van de vier kinderen komt op de schouders van hun moeder terecht. Een probleemloze, ogenschijnlijk saaie jeugd volgt, met weinig ruzie tussen de Uslu-telgen en een brave basisschoolcarrière op de Noorderschool (‘De juffen mochten me wel’). Ook Atilay’s middelbareschooltijd verloopt bijzonder soepel: ‘Ik ben goed in begrijpend luisteren. Daardoor hoefde ik nooit huiswerk te maken, ik luisterde gewoon heel goed in de klas.’

In vaste dienst

Ondanks de harmonie in huize Uslu zijn Atilay’s ouders het op één vlak oneens: de gewenste loopbaan van hun zoon. ‘Mijn ouders hebben twee verschillende persoonlijkheden’, vertelt de ondernemer. ‘Mijn moeder raadde me aan om te proberen bij PTT Telecom in dienst te komen.’ Een vaste baan zou immers een boel zekerheid met zich meebrengen. Vader Uslu had echter ander advies: ‘Die zei: in dienst? Gewoon voor jezelf beginnen, ga niet werken voor een baas.’

De jonge Atilay is echter een moederskindje, vertelt hij lachend, en hij solliciteert na zijn mbo-opleiding Elektrotechniek braaf bij de PTT. Met succes. En met ambitie, want al sinds hij een jaar of dertien was wil hij vóór zijn dertigste een miljoen gulden op zijn spaarrekening hebben staan. ‘Dat leek me het hoogst haalbare. Toentertijd was de rente acht procent, dus achtduizend gulden. Daar kon je aardig van leven.’ Maar de jonge Atilay ziet zijn financiële planning in rook opgaan wanneer hij hoort dat zijn PTT-chef zelfs na vijfentwintig jaar trouwe dienst een schamel maandsalaris van 2500 gulden verdient. ‘Ik moest iets anders gaan verzinnen, toch naar mijn vader luisteren.’

Shoarmazaak openen

Een voorstel van Atilay’s oom, om diens shoarmazaak in Haarlem over te kopen, komt als geroepen. Niet gehinderd door enige horecakennis of ondernemerservaring springt hij in het diepe. ‘Het was spannend, heel spannend. Ik was 22 en wist niet eens hoe je shoarma moest maken. Ik had een Egyptenaar in dienst, maar de eerste dag dat ik open was, een dinsdag, hadden we slechts 35 gulden omzet. Ik dacht: shit man, daar kan ik mijn enige personeelslid niet eens van betalen.’ Die tegenvaller schudt het ondernemerstalent in hem wakker, want Atilay besluit zich te verdiepen in de – voornamelijk nachtelijke – kansen die de locatie van de shoarmazaak biedt. De Haarlemse Smedestraat is namelijk een uitgaansstraat, en wie maar lang genoeg feestviert krijgt vanzelf zin in een vette hap. De jonge Atilay past zijn openingstijden en werkrooster aan op het uitgaanspubliek: ‘In de weekenden was het altijd vol en schakelden we nog een student of stagiair in, op maandag ging ik juist dicht. En op dinsdag stond ik alleen achter de toonbank.’

De zaken lopen goed, de bankrekening van Atilay groeit, maar de Smedestraat blijkt ook z’n nadelen te hebben. Bijna ieder weekend is er wel een vechtpartij, herinnert de miljonair zich. ‘Sommige mensen veranderden echt in een soort Tarzan als ze gedronken hadden, zo boos deden ze. Na drie jaar dacht ik: ik wil werk dat ik overdag kan doen. Ik had ook wel even genoeg verdiend.’

Drie loopbaanopties

Atilay beperkt zijn carrièreswitch tot drie opties: groenteman worden, accountant worden of een eigen reisbureau beginnen. Maar een groentewinkel lijkt hem te koud en de accountancy te saai. De enige optie die overblijft: de reisindustrie. ‘Ik had er nog minder verstand van dan bij de shoarmazaak. Daarom ging ik eerst naar een reisbureau in Amsterdam, Istanbul Reizen in de Kerkstraat, en bood ik aan om er drie maanden gratis te werken. Na die drie maanden kon ik voor mezelf beginnen.’

Zo gezegd, zo gedaan: Atilay begint zijn eigen reisbureau. Een voorloper van Corendon, die in eerste instantie alleen tripjes naar Turkije aanbiedt. Het vak bevalt hem meer dan de horeca, zowel financieel als inhoudelijk. ‘Ik vond reizen leuk, het was een wereld die me boeide. Je leert veel mensen kennen en je krijgt overal ter wereld vrienden met wie je een biertje kunt drinken’, somt hij op. ‘Het is een heel gezellige branche.’ En het concept (vlieg)reizen past toevallig ook bij zijn afkomst. Niet alleen zijn Turkse, maar ook zijn Haarlemmermeerse. ‘Als je in deze regio groot bent geworden, dan zit het gewoon in je bloed, dat reizen, dat vliegen. Je ruikt bij wijze van spreken bij je geboorte de kerosine al.’

Foto: Corendon

Terugval Turks toerisme

Maar passend of niet: het aanbieden van Turkije-reizen bezorgt de ondernemer na een paar jaar ook kopzorgen. Het toerisme in Turkije kent namelijk elke vier á vijf jaar wel een terugval, ontdekt hij gaandeweg. ‘De ene keer komt dat door de politiek, de andere keer vanwege aanslagen, in 2003 was er ineens de SARS-epidemie. Het gaat een tijdje goed, maar dan is er weer wat.’ Daarom besluit Atilay het aanbod van Corendon langzaam maar zeker uit te breiden naar andere landen. Tegenwoordig varieert het aanbod van Bali en Bulgarije tot Griekenland en de Verenigde Arabische Emiraten. Zo spreidt hij de kansen en risico’s van Corendon. In veel landen is weleens iets aan de hand wat het toerisme nadelig beïnvloedt, weet hij inmiddels.

Dat Atilay ooit is begonnen met het aanbieden van reizen naar Turkije, was gezien zijn roots de meest logische stap. Toch is het ondernemen daar voor hem niet zo makkelijk als het lijkt, vertelt hij resoluut. ‘De enige gemene deler met partners daar is dat we dezelfde taal spreken. Verder ben ik hier in Nederland opgegroeid, met een heel andere cultuur en een andere werkethiek dan in Turkije.’ Niet dat de ene arbeidscultuur beter of slechter is dan de andere, haast hij zich te zeggen. Hij wil niet oordelen. ‘Maar als je daar binnenloopt, hebben mensen altijd tijd voor je. Dan denk ik: hoe kun je altijd beschikbaar zijn? Misschien klinkt het bot, maar dat betekent dat ze tegen een hoop andere dingen ‘nee’ zeggen. Hier in Nederland ligt de druk juist erg hoog, je hebt maar een aantal uren op een dag en daar prop je een heel groot aantal afspraken in.’

Turkse Turk en Nederlandse Turk

Dat de gemiddelde Turk wellicht niet alle kansen grijpt, wil niet zeggen dat-ie lui is, benadrukt Atilay. Hij vertelt over zijn nieuwe Turkse chef-kok, die sinds een paar maanden voor Corendon aan de slag is. ‘Ik vroeg hem: ‘Wat is het verschil tussen een Turkse Turk en een Nederlandse Turk?’ Hij zei: ‘Een Nederlandse Turk is gewoon een ambtenaar, die werkt acht uur op een dag en gaat dan naar huis. Een Turkse Turk werkt twaalf uur als je dat wilt.’ Ik denk dat een gemiddelde Nederlandse Turk op dat vlak meer een Nederlander is dan een Turk. Dat hebben ze zich wel toegeëigend.’

Maar wie een bi-culturele achtergrond heeft, weet dat dat ook legio nadelen heeft, zeker op de werkvloer. Atilay is vaak gediscrimineerd in zijn werk, erkent hij, maar gaat daar opvallend relaxed mee om. ‘Dat discriminatiewapen wordt vaak gepakt, maar mijn boodschap is: iemand discrimineert vaak niet bewust, het is meestal onwetendheid. Je moet je daarom afvragen: waarom discrimineert iemand jou? Wat is zijn – of haar – belang? Als eerste kent hij jouw soort mensen niet, dus in een sollicitatiegesprek moet je niet alleen vertellen waarom jij geschikt bent voor de functie, maar ook wat jouw cultuur is. Daar moet je in kunnen overtuigen.’

Extra hard werken

Kortom, wat de boer niet kent, dat vreet ie-niet. En wie geen De Vries of Jansen heet, maar Uslu, moet extra hard werken om het vertrouwen van een werkgever of zakenpartner te winnen. Atilay maakte het al mee toen hij piepjong was. ‘Voor ik bij de PTT aan de slag ging, werkte ik bij Fokker, waar bezuinigd moest worden. De voorman van mijn team had me vooraf gerustgesteld: ‘Jij blijft, ik wil jou niet kwijt.’ Maar na een gesprek met zíjn baas kwam Atilay’s directe chef daar bibberend van terug. Atilay werd toch ontslagen. ‘Die baas wilde geen Turk op de afdeling. Ik vond dat vreselijk, het is natuurlijk een boodschap waar je een paar dagen niet van kunt slapen. Maar op een gegeven moment kom je er sterker uit. Ik besefte: die baas kent me niet, weet niet of ik goed of slecht ben. Dat is op zich natuurlijk heel slecht, als je niet weet wie je ontslaat. Tegelijkertijd heb ik mijn verhaal blijkbaar niet goed aan hem kunnen vertellen. Ik had me niet moeten blindstaren op mijn eigen voorman, maar ook aan zíjn baas moeten denken. Als ik hem had kunnen overtuigen hoe goed ik was, dan was ik niet ontslagen, al had ik Timboektoe als achternaam.’

Die culturele onwetendheid van mensen maakt Atilay nog altijd mee. En nog altijd kan hij er wel enig begrip voor opbrengen. ‘Ik stond laatst op Sicilië in de lift van een hotel dat ik nieuw had ingekocht, toen gasten tegen me klaagden dat er geen patat met appelmoes en mayonaise verkrijgbaar was. ‘Een kleine moeite, meneer!’ zeiden ze. Ik zei: ‘Je bent hier niet in Zandvoort op vakantie, je bent op Sicilië, dit is al bijna Noord-Afrika. Dat soort dingen kennen ze hier niet op die manier.’ Maar die man wist gewoon niet beter. Hij zocht de veilige weg, de weg die hij kende.’

Toch hoef je niet de wereld rond te reizen of een immigrantenkind te zijn om culturele verschillen te ervaren, benadrukt hij. ‘Hoezo eigenlijk, verschillen tussen Turkije en Nederland? Verschillen zijn er overal. De dorpen Edam en Volendam zijn bijvoorbeeld al bijna honderd procent verschillend, en dat is nota bene één gemeente! Het ene dorp is katholiek, het andere protestant.’ Maar wie daarmee kan omgaan, heeft de wereld aan z’n voeten.

Nu u hier toch bent...

Goede journalistiek kost geld. Leden en donaties maken onze gebalanceerde berichtgeving over biculturaliteit, zingeving en vrijheid mogelijk. Steun ons daarom als u ons werk belangrijk vindt.

Vertel mij meer!
- Advertentie -