Migranten spelen een belangrijke rol in De opdracht van de Moor, de nieuwe roman van Abdelkader Benali. Ze zijn de ‘erfgenamen van een verloren wereld’.
Wie Abdelkader Benali een beetje volgt, weet dat hij zijn hart heeft verpand aan Tanger. De witte stad aan de noordkust van Marokko, op de grens van de Atlantische Oceaan en de Middellandse Zee. De schrijver verblijft er langere periodes per jaar. Of beter gezegd: verbleef, want sinds kort is zijn appartement midden in de oude stad te huur, behalve in juli en augustus, zo meldt hij op LinkedIn. Zijn kinderen moeten naar de basisschool.
Zijn nieuwe roman, die morgen verschijnt, De opdracht van de Moor, speelt zich dan ook in Tanger af, zou je denken. Maar niets is minder waar: de roman is gesitueerd in het Italiaanse Venetië, ook een prachtige historische stad, met een bijrol voor Nijmegen, dat het boek ook gul heeft gefinancierd.
‘Deze roman is de eerste in een reeks werken over islamitische aanwezigheid in Europa en de Europese moslim in al zijn vormen’, antwoordt Benali op de vraag waarom de roman niet over Tanger gaat. ‘Hoewel ik me oriënteer op Tanger en Andalusië verken, trok Venetië me intuïtief aan. Vanuit Arabisch perspectief is het de meest vitale Levantijnse stad van Europa, vol mosliminvloeden.’
Venetië maakte geen deel uit van al-Andalus, het islamitische rijk dat bestond tussen de 8e en 15e eeuw en op het Iberisch Schiereiland lag, het huidige Spanje en Portugal. De stad had echter wel, net als andere mediterrane steden, culturele en handelsrelaties met die regio.
‘De Andalusische erfenis is van onschatbare waarde’
‘Na de val van Granada en het pauselijke verbod op handel met moslims begon Venetië zich als handelsstad hieraan te onttrekken – economische belangen wogen blijkbaar zwaarder dan politieke. Je zou kunnen zeggen dat de neergang van Al-Andalus heeft bijgedragen aan de opkomst van Venetië’, zegt Benali.
In Tanger en de Spaanse steden Córdoba, Granada en Sevilla, die je ook in je roman noemt, lijkt al-Andalus niet vergeten. Er heerst zelfs een zekere nostalgie naar die tijd. Wat betekent al-Andalus voor jou?
‘Al-Andalus is voor mij een ‘manier van zijn in de wereld’. Het was een grensgebied waar islam, christendom en jodendom achthonderd jaar lang elkaar wederzijds beïnvloedden. Een voorbeeld daarvan is de Spaanse stad Toledo, die, nadat het onder christelijke invloed kwam, zijn kerkdiensten nog steeds in het Arabisch hield. Zo ontstond de cultuur van convivenza (vreedzaam samenleven van moslims, christenen en joden in Al-Andalus, red.).
‘Jaren geleden bezocht ik Venetië met een Libanese vriendin’, vertelt Benali. ‘Terugkijkend op dat bezoek zag ik in haar een ware wereldbewoner: zij voelde zich er thuis omdat het haar deed denken aan Beiroet, Damascus, Byblos. Er ademt culturele ruimte. Vorige maand was ik in Granada en stond ik zij aan zij met Turken en Indiërs die in het Alhambra een spiegel zagen van hun eigen beschavingen, Istanbul en de Mogulwereld. De personages in mijn roman zijn erfgenamen van die verloren werelden.
‘De Andalusische erfenis is van onschatbare waarde. Er was een vertalerstraditie, de Joodse cultuur bloeide in poëzie, en er was een rijke uitwisseling met christelijk Europa. Zo ging Ferdinand II, de paus, naar Córdoba om Arabisch te leren.’
In je roman is Venetië een plek van multiculturalisme.
‘Ja, absoluut. Als je kijkt naar de architectuur, de Levantijnse invloeden zoals glas, zijde, voedsel, en hoe Oosterse reizigers zich op Venetië oriënteren als hun stad, zie je dat duidelijk. Ik laat dat verborgen verhaal zien: Venetië is meer Aleppo dan Rome.’
Een van de personages in je roman is de Moor. Dat woord hoor je niet veel meer.
‘Hoe meer ik me in ‘de Moor’ verdiepte, hoe meer het woord voor mij een vergeten betekenis kreeg. Eeuwenlang werd de Moor vervolgd en verdacht, maar het woord heeft ook een diepe culturele lading. In zuidelijke landen rond de Middellandse Zee kan een Moro een Arabier, moslim, zwarte of migrant zijn. De Moor is een soort Elckerlyck, de alledaagse mens. Ik weet zeker dat de eeuw van de Moor nog moet beginnen.’
‘Optimisme is een krachtig wapen tegen extreemrechts’
Uiteindelijk eindigt de roman in Nijmegen, in Heumensoord. Wat heb je met die plek?
‘Ik ontdekte dat dit de eerste vluchtelingenopvang van Nederland was na de Eerste Wereldoorlog. Zo’n opvang is als een microkosmos: het begin van iets nieuws, een plek waar mensen met een rijke culturele bagage samenkomen. Het kamp wordt afgebroken en opnieuw opgebouwd, maar een vluchtelingenkamp is meer dan een plek. Het is ook een mentaliteit, een belofte van een betere wereld.’
Hoe verhoudt die plek zich tot Venetië?
‘Venetië is in die zin ook een vluchtelingenkamp. Toen ik in Rome woonde, zag ik hoe de horeca- en zorgsector volledig draaiden op migranten uit de Middellandse Zee. Mensen zonder rechten, alleen plichten, werkend in laagbetaalde banen en vaak met een semi-illegale status. In Venetië is dat niet anders. Venetië is Europa, het is wie wij zijn.’
Jouw columns in de Kanttekening hebben vaak een positieve boodschap, ook dit boek. Hoe blijf je optimistisch ondanks de groei van extreemrechts?
‘We geven te veel toe aan het negatieve beeld van extreemrechts, waarvan een deel van de propaganda onze levenskracht probeert te breken. Het creëert een vertekend beeld van vreemdelingen, versterkt door mensen zoals Musk, Trump en Rusland. In De opdracht van de Moor laat ik de waarde van migratie zien’, zegt Benali. ‘Optimisme is een krachtig wapen tegen extreemrechts. Hoe zou je dit kwaad anders bestrijden?’
Abdelkader Benali, De opdracht van de Moor, de Arbeiderspers, 256 blz., €22,99
Nu u hier toch bent...
Goede journalistiek kost geld. Leden en donaties maken onze gebalanceerde berichtgeving over biculturaliteit, zingeving en vrijheid mogelijk. Steun ons daarom als u ons werk belangrijk vindt.
Vertel mij meer!