Wat hebben Kuifje in Afrika, Oki en Doki bij de nikkers, Mein Kampf, de Bijbel en de Koran met elkaar gemeen? Ze worden allemaal tentoongesteld in een expositie over ‘foute’ boeken.
In het Huis van het Boek in Den Haag is de tentoonstelling Foute Boeken? te zien. Boeken die in hun tijd populair waren, maar tegenwoordig door ‘voortschrijdend inzicht’ als ‘foute’ boeken gezien kunnen worden – want antisemitisch, racistisch, kolonialistisch of seksistisch. Maar wat zijn ‘foute’ boeken? En wat doen we ermee? Moet Jip en Janneke van Annie M.G. Schmidt verboden worden?
De tentoonstelling Foute Boeken? opent met de vijf meest gelezen en tegelijkertijd meest verguisde boeken ter wereld: de Bijbel, de Koran, het Rode Boekje van Mao, Mein Kampf en The Origin of Species van Darwin. De tentoonstelling laat zien dat religie, politiek en ook wetenschap voor controverse zorgen. Vooral kinderboeken blijken ideologisch getint.
Nikkertjes
Het ontdekken en koloniseren van een wereld buiten Europa leidde in het Westen tot allerlei fantasieën over de dieren én de mensen die de westerlingen aantroffen in deze verre gebieden. Naakte Afrikaanse vrouwen werden vrijelijk – en soms zelfs in pose – gefotografeerd. Aan de naaktheid van de mensen verbonden westerlingen veelal het idee van seksuele ongeremdheid.
Ideeën als deze mondden uit in pseudowetenschappelijke theorieën over de hoge (westerse) en lage (niet-westerse) beschaving en over het Arische ras. Het idee was dat het ‘Afrikaanse ras’ nog lang niet beschaafd was. Kinderboeken getuigden van dit denkpatroon.
In Twee vroolijke nikkertjes, Vijf nikkertjes op avontuur of Joko, het luie negerjongetje maken de ‘zwartjes’ steeds fouten, leren niets en werken zich telkens in de nesten. Het witte kind moet het zwarte kind telkens redden. Deze insteek maakte de kinderboekjes populair. Illustratoren leefden zich evenzo uit en verzonnen de Afrikaan als dansende kannibaal rond de kookpot met blank mensenvlees. ‘Blanke mensen smaken fijn’, zegt het opperhoofd in Oki en Doki bij de nikkers.
Zendingsdrift
Die ‘domme zwartjes’ konden misschien eeuwig gered worden door het christendom. Tijdens de koloniale periode togen missionarissen en zendelingen naar Afrika om de ‘heidense wilde’ te bekeren.
Deze zendingsdrift leidde tot een hausse aan jeugdboeken die op de zondagscholen werden verspreid. De witte jongeren leerden hierin hoe de ‘wilden’ bekeerd raakten en nette burgers werden. ‘Racisme werd de hoop voor een betere toekomst’, valt te lezen in de begeleidende tekst bij de vitrines.
Niet alleen de gekoloniseerden moesten bekeerd worden, ook de joden. De boekjes die over deze jodenbekering verhalen hebben veelal een antisemitische strekking, ontdekte Ewoud Sanders, (taal)historicus en NRC-journalist. De boekjes volgen een bepaald stramien: het bekeerde joodse kind krijgt te maken met geweld en verstoting, houdt toch vol en wordt een gelukkig mens.
Het boek De zoektocht van Lea Rachel van M.H. Karels-Meeuse staat vol stereotyperingen over joden, zag Sanders. Dit bracht hem ertoe om, gesteund door het CIDI, te protesteren tegen de uitgave ervan. Uitgeverij Den Hertog ging overstag en stopte in 2017 de publicatie.
Toch is Sanders in principe tegen het verbieden van boeken, zelfs van Mein Kampf. ‘Als er een boek is dat zo slecht en beledigend is, kun je naar de rechter stappen, hoewel dat moeilijk wordt omdat je vrijheid van meningsuiting hebt en die is buitengewoon belangrijk.’
Mein Kampf is nog steeds verboden in Nederland. Wat Sanders betreft kan het gewoon verschijnen, maar dan wel met annotaties zoals in Duitsland is gebeurd. De historicus maakt onderscheid tussen fictie en non-fictieboeken. In non-fictie is het devies: niet schrappen, maar uitleggen.
Het woord ‘neger’ zou hij bijvoorbeeld niet uit het Van Dale woordenboek willen schrappen, maar er moet wel een uitleg staan dat het woord een negatieve connotatie heeft en dat je het daarom niet meer gebruikt. Sanders: ‘Je moet een geschiedenis van stereotypering en uitsluiting niet weg willen schrappen. Dan pleeg je geschiedvervalsing.’
Van Jip en Janneke tot oom Tom
Als het om fictieboeken gaat, is Sanders wat flexibeler. Tekstuele veranderingen zijn toegestaan en Jip en Janneke zou daar wel voor in aanmerking kunnen komen, vindt Sanders, vanwege de stereotiepe rolverdeling tussen man en vrouw. ‘Jip doet stoere dingen en moeder maakt schoon en wast. Zo wil ik dat niet aan mijn kleinkinderen voorlezen.’
Sanders is strenger wanneer het om jeugdboeken gaat. Jeugdboeken blijken vaak drager van ideologische ideeën. ‘Ik vind het schadelijk om kinderen onjuiste denkbeelden voor te schotelen over andere geloven of culturen. Als je opgevoed wordt met boeken als Tien kleine negertjes of met die waarin stereotyperingen of foute denkbeelden over mensen met een huidskleur worden verteld, dan krijg je als kind rare ideeën. Die gaan in je hoofd zitten en om die eruit te krijgen wordt moeilijk.’
Zelf heeft Sanders als tiener met veel plezier Kuifje in Afrika gelezen, maar als hij het stripboek nu terugleest, dan krijgt hij daar een onaangenaam gevoel bij door de vele stereotyperingen die erin staan. ‘Die kriebels die je daarbij krijgt maken juist duidelijk hoe anders we daarover zijn gaan denken.’
Zo’n onaangenaam gevoel bekroop ook Afro-Amerikanen in de jaren zestig toen ze De negerhut van oom Tom (1852) van Harriet Beecher Stowe lazen. Zij schreef dit boek om de slavernij aan de kaak te stellen, wat uiteindelijk ook lukte. Maar ‘uncle Tom’ wordt inmiddels als scheldwoord onder Afro-Amerikanen gebruikt om iemand te duiden die ‘naar de pijpen van de witten danst’.
Beecher Stowe beschrijft in haar boek oom Tom als iemand die zijn slavenlot in alle nederigheid en dankbaarheid draagt tegenover zijn witte baas. Zo werd een goed boek ook een fout boek.
‘Een geschiedenis van stereotypering en uitsluiting schrappen is geschiedvervalsing’
Radicale boeken?
De islam is vertegenwoordigd in de tentoonstelling met boeken van de moslimgeleerde Ibn Taymiyya (1263-1328) en de salafist Bilal Philips (1946). Joas Wagemakers van de afdeling Islamitische en Arabische studies aan de Universiteit Utrecht, die de begeleidende teksten voor dit deel van de tentoonstelling controleerde, laat zich genuanceerd uit over deze boeken.
‘De keuze van de islamitische boeken op de tentoonstelling vond ik interessant omdat sommige teksten, in het bijzonder die van Ibn Taymiyya, op zeer diverse manieren worden geïnterpreteerd. Het is waar dat radicale islamisten vaak Ibn Taymiyya aanhalen om hun eigen betoog kracht bij te zetten, maar er zijn ook heel veel moslims die hier heel anders over denken en ook geïnspireerd zijn door hem en zijn werk. Zijn werk kan met recht controversieel genoemd worden, maar het is belangrijk om te onthouden dat de radicale interpretatie van zijn werk niet de enige is.’
De boeken van Taymiyya en Bilal Philips waren aanvankelijk te krijgen in de gevangenisbibliotheek op de terroristenafdeling in Vught, maar werden in de ban gedaan als niet bijdragend aan het de-radicaliseringsproces van de gevangenen. Wagemakers waagt zich niet aan een uitspraak of het verbod terecht is.
‘Dat is een kwestie van meningen en daar laat ik mij liever niet over uit. Wel is het goed om te weten dat Ibn Taymiyya een geleerde was die op veel verschillende geleerden invloed heeft gehad, terwijl Bilal Philips die invloed veel minder heeft.’
De verschillende interpretaties van de werken waren mogelijk de reden dat de boeken aanvankelijk waren toegelaten in de gevangenis, denkt Wagemakers: ‘zuiver’ in de leer, maar in potentie ook tegen radicale oplossingen.
‘Pillow talk’
Interessant zijn fictieboeken die zich schuldig maken aan racisme, antisemitisme of seksisme. Verbeelding moet je niet censureren, is de teneur. Wat te doen met boeken van Jan Wolkers, waarin vrouwen vaak als seksueel object worden benaderd (‘Ik naaide de ene meid na de andere’)? Zijn beroemde boek Turks fruit staat in een vitrine met een alinea die er qua seksisme niet om liegt.
Moeten we de populaire Bouquetreeks verbieden? In deze boeken worden vrouwen vaak met geweld ‘genomen’ (‘Je vraagt erom, meisje’) en zij geven zich na aanvankelijk tegensputteren gepassioneerd over (‘Tara vocht lichamelijk en mentaal maar moest het opgeven: hij was haar volledig de baas in al zijn arrogantie en vastbeslotenheid’).
In een tijd van #metoo-discussies en een Amerikaanse president die zijn pillow talk reduceert tot één handeling – ‘Grab them by their pussy’ – wordt met extra aandacht gekeken naar de positie van de vrouw in de maatschappij. Het reduceren van de vrouw tot lustobject is daarbij een steen des aanstoots.
Sanders ziet het aanpassen van fictieboeken als een vorm van beschaving. ‘Ik had bij het woord ‘neger’ nooit een ongemakkelijk gevoel, maar inmiddels heb ik dat wel. Omdat ik van anderen heb gehoord dat ze daar aanstoot aan nemen. Ik vind het een vorm van beschaving om dan te zeggen: ik ga dat woord niet meer gebruiken. Maar er is geen gouden regel voor wat wel of niet veranderd kan worden. De grens ligt bij stereotypering.’
De vraag is welke nieuwe boeken achteraf ‘fout’ blijken te zijn. Barbecue-boeken, zo voorspelt Ben Sliggers, gastconservator van de tentoonstelling.
‘Die kriebels die je krijgt bij ‘Kuifje in Afrika’ maken duidelijk hoe anders we nu denken’
Een gemiste kans is het ontbreken van aandacht voor hedendaagse stereotyperingen van groepen in Nederland zoals moslims. De tentoonstelling beperkt zich, conform de tijdgeest, tot de radicale vorm van de islam. Terwijl er genoeg publicaties verschijnen waarin moslims als achterlijk en terroristisch worden afgeschilderd en net als joden vroeger gezien worden als een vijfde colonne in de samenleving. Het is geen toeval dat moslims in politieke prenten vaak een haakneus krijgen.
Een controversieel boek dat niet wordt tentoongesteld is de dystopische roman Soumission (2015) van Michel Houellebecq, waarin de politieke islam de macht in Frankrijk overneemt. Veel moslims ervaren dit boek als stigmatiserend. Dat geldt ook voor Tegen de islamisering van onze cultuur (1997) van wijlen Pim Fortuyn. Ze hadden goed bij de tentoonstelling gepast.
De tentoonstelling Foute Boeken? is tot en met 1 maart 2020 te zien in het Huis van het Boek in Den Haag.
Nu u hier toch bent...
Goede journalistiek kost geld. Leden en donaties maken onze gebalanceerde berichtgeving over biculturaliteit, zingeving en vrijheid mogelijk. Steun ons daarom als u ons werk belangrijk vindt.
Vertel mij meer!