Kunstenares Atousa Bandeh laat zich inspireren door een oud Perzisch verhaal over een prinses en een magiër. Ze verbindt dit met de protesten tegen het Iraanse regime. ‘De rechten van de vrouw, dát is mijn context.’
Voor haar nieuwe solotentoonstelling Rudabeh’s Daughter liet de Iraans-Nederlandse Atousa Bandeh (1968) zich inspireren door het Boek der Koningen (Sjahnama). Het door de elfde-eeuwse Perzische dichter Ferdowsi geschreven nationale epos van Iran vertelt het mythische en historische verhaal van dat land.
Eén van de verhalen is dat van de prinses van Kabul, Rudabeh en haar liefde voor de Perzische magiër Zāl. Hun liefde is in strijd met maatschappelijke normen en Rudabehs vader keurt de relatie af. Ondanks die obstakels trouwen ze en krijgen ze een zoon, Rostam. Hij groeit op tot de grootste held van Iran en redt het land van demonen en andere dreigingen.
De Iraanse psychoanalyticus Gohar Homayounpour schreef een essay waarin ze de vergelijking maakt tussen de women life freedom-beweging, die het afgelopen jaar bekend werd vanwege de grootschalige protesten tegen het Iraanse regime, en de dochter die Rudabeh in het verhaal nooit zou krijgen. Dit essay sprak Atousa Bandeh zodanig aan, dat ze deze fictieve dochter gebruikte als uitgangspunt voor een reeks nieuwe werken.
Net als in het Boek der Koningen wisselen fictie en feiten elkaar af in jouw tentoonstelling. Je hebt met de dochter van Rudabeh en Zāl een nieuwe persoon gecreëerd. Wat betekent zij voor jou en hoe is haar personage tot stand gekomen?
‘Rudabeh’s dochter is de heldin waar Iraanse vrouwen altijd op gewacht hebben. Zij is nu geboren. Het hele proces van totstandkoming van deze vrouw, die symbool staat voor de revolutie in Iran, is heel belangrijk voor mij. Zij bestaat niet, dus ik moest haar personage bedenken. Zij moest een levend model worden. Hoe zou haar relatie met haar moeder zijn? Wat zou ze voelen? Wat voor persoon zou ze zijn? Rudabeh’s dochter staat voor veerkracht, gelijkheid en vooruitgang. Ik heb me laten inspireren door mijzelf, mijn relatie met mijn dochter, mijn relatie met mijn eigen moeder en vrouwen in het algemeen. Je kunt veel kracht halen uit de relatie tussen moeder en dochter. Dat koester ik.
‘Het is net of ik op mijn negentiende mijn ouders ben verloren’
De glazen sculptuur ‘Untitled’ stelt een pendel voor’, vertelt Bandeh over een van haar kunstwerken, te zien in de expositie. ‘Een pendel wordt soms gebruikt om het geslacht van een kind te voorspellen. Op de sculptuur staan de woorden keep her safe. Dit werk verwijst naar de geboorte van Rudabeh’s dochter. Vanzelfsprekend verwijst het beeld ook voor de zorgen die moeders hebben om hun dochters waar dan ook ter wereld.’
‘Vanuit de zoektocht naar de dochter van Rudabeh is de tentoonstelling tot stand gekomen. Ik maakte objecten en zo ontsproot weer een nieuw verhaal. Zo is ook de langwerpige sculptuur ontstaan die centraal staat in de tentoonstelling. Ik startte met het idee om een speer te maken, maar het veranderde al gaande en werd een soort totempaal. Ik gebruikte de traditionele washandjes die ik in Iran van een straatverkoopster kocht. Ik verwerkte in het beeld gipsen afdrukken van mijn moeders hand en mijn eigen voet. Uiteindelijk werd het werk een krachtig vrouwelijk symbool. Er zijn schilderijen, tekeningen, een video en sculpturen. Ik werk twee- en driedimensionaal. Ik laat me leiden door het idee. Elk idee vraagt om een ander medium. Sommige concepten vragen om bewegend beeld, andere ideeën juist niet. Elk kunstwerk staat in verbinding met de ander en achter elk kunstwerk schuilt een verhaal.’
Kunnen we stellen dat jouw werk een politieke boodschap met zich meedraagt, gezien Homayounpours vergelijking van Rudabeh’s dochter met de huidige situatie in Iran?
‘Mijn leven is sowieso altijd verstrengeld met politieke gebeurtenissen. Ik kan mijn leven niet los zien van politiek. Het zal er altijd deel van uitmaken en daarom is politiek ook aanwezig in mijn werk, maar wel in een meer open en poëtische vorm. Ik maak daarentegen niet per se activistisch werk of een openlijk politiek statement. Het is abstracter. Ik vertel een verhaal.’
‘Dat zie je duidelijk terug in deze tentoonstelling. In de twee werken ‘Construction of Deity’ zijn symbolische en abstracte elementen te zien, maar er zitten ook foto’s in verwerkt van de gebouwen in Teheran waar de opstanden daadwerkelijk hebben plaatsgevonden.’
In deze reeks werken staat de relatie tussen moeder en dochter centraal, evenals de weg van puberteit naar volwassenheid. Je was puber toen de rechten in Iran ingeperkt werden en pas negentien toen je met je zusje naar Nederland vluchtte. Hoe heb je dat beleefd?
‘Mijn hele puberteit was een en al angst, oorlog, revolutie en uiteindelijk vlucht. Nu ik ouder ben, besef ik pas hoe zwaar het is geweest. Wanneer je jong bent, dan ga je gewoon door. Maar het is niet niks om dertig jaar zonder je familie, zonder je ouders, te moeten stellen. Het is net of ik op mijn negentiende mijn ouders ben verloren. Mijn dochter is negentien. Wanneer ik naar haar kijk dan kan ik me bijna niet voorstellen dat ik op dezelfde leeftijd, samen met mijn zeventienjarig zusje, landen doortrok en grenzen passeerde, met de vele gevaren die dit met zich meebracht.
Vorig jaar mocht je in je functie als stadstekenaar van Amsterdam de betekenis van vrijheid voor de stad uitbeelden. Hoe belangrijk is vrijheid voor jou?
‘Vrijheid is vanzelfsprekend van groot belang wanneer je vanuit een situatie als de mijne komt. Vrijheid is de rode draad in mijn leven. Zonder vrijheid heeft elke stap consequenties. Je moet voor je woorden en daden betalen. Je begrijpt de waarde van vrijheid pas echt wanneer die ontnomen is.’
Je woont nu dertig jaar in Nederland. Hoe is het leven in diaspora? Mis je Iran niet?
‘Jawel. Ik mis Iran heel erg, elke dag. Ik voel me machteloos en maak me zorgen om mijn familie en vrienden daar. Je kunt niets doen. Het is een zware last die je meedraagt. Het is heel pijnlijk. Je kunt niet terug naar je ‘thuis’. Je kunt niet je familie zien. Het voelt als een never ending story die constant herhaald wordt. Een soort cirkel waar je maar niet uitkomt.
‘De strijd die de vrouwen in Iran voeren, is ook mijn strijd’
Sinds ik in Nederland woon, ben ik op zoek naar een vaste grond voor mezelf, een soort context waarin ik thuishoor. Dat kader is heel belangrijk en dat heb ik niet kunnen vinden tot aan het begin van de protestbeweging. Omdat ik de geschiedenis hier niet ken en een culturele link mis met Nederland, kan ik hier geen context vinden. Het opbouwen daarvan kost generaties. De strijd die de vrouwen in Iran voeren, is ook mijn strijd. De beperkte rechten van vrouwen in Iran is de reden dat ik ooit vertrok. Jarenlang heb ik dat onderdrukt. Maar vorig jaar, toen de massale protesten in Iran begonnen, werd het ineens helder. De rechten van de vrouw, dát is mijn context.
Ik leef al dertig jaar met de identiteit van vluchteling. Het verhaal van ontworteling, zoeken naar een context waar je thuishoort, zit in al mijn werk. Ik kan bijna niet anders. Vluchtelingen worden in de media vaak afgeschilderd als een probleem. Dat is dan het enige gebied dat aandacht krijgt. Maar hoeveel vluchtelingen zijn er nu onderweg, verdwaald of gestorven? Wat is hun verhaal? Er is zoveel drama dat je eigenlijk niet meer tot de diepere lagen kan doordringen. Als vluchteling worstel je met een gebrek aan wortels, pijn, verdriet en een constant schuldgevoel. Blije vluchtelingen bestaan niet. Ze hebben landen achtergelaten, bezittingen, vrienden en hele families. Vluchteling ben je voor de rest van je leven. Het wordt je nieuwe identiteit.’
De tentoonstelling Rudabeh’s Daughter is tot 8 oktober te zien in Lumen Travo Galerie in Amsterdam. Ook in Museum Arnhem is er in het kader van de groepstentoonstelling Tussen Grenzen een kunstwerk van Atousa Bandeh te zien. Deze expositie is tot 22 oktober te zien.
Nu u hier toch bent...
Goede journalistiek kost geld. Leden en donaties maken onze gebalanceerde berichtgeving over biculturaliteit, zingeving en vrijheid mogelijk. Steun ons daarom als u ons werk belangrijk vindt.
Vertel mij meer!