Stel je toch voor, denkt de kleine Hayy, ‘dat ik als een vogel kon vliegen en hoger dan de sterren zou gaan: zou ik dan op een gegeven moment met mijn neus ergens tegenaan stoten? Of zou het heelal oneindig lang doorgaan?’
Zomaar een overpeinzing uit De Zoon van de Gazelle, een pas verschenen kinderboek tjokvol toegankelijke gedachten. Het boek is een bewerking van de twaalfde-eeuwse vertelling Hayy ibn Yaqzan, Arabisch voor ‘de levende zoon van de waakzame’. Het gaat over een jongen die in zijn eentje op een eiland woont. Met een gazelle die zich als moeder opwerpt en een schildpad als vriend, groeit de nieuwsgierige knul op tot filosoof en mysticus.
Schrijver van de Arabische vertelling is de wetenschapper-filosoof Abu Bakr Muhammad Ibn Tufayl (ca. 1110-1185). Hij leefde in Al-Andalus, in het zuiden van het huidige Spanje, dat toen geregeerd werd door islamitische vorsten. Het verhaal Hayy ibn Yaqzan is onlangs hertaald door de filosofen Kamel Essabane en Sabine Wassenberg. In grote lijnen kun je zeggen dat Essabane over de inhoud waakte en de mooie zinnen uit de pen van Wassenberg kwamen. Al wisselden ze ook wel van rol.
De gedachten van het jongetje Hayy zijn verder uitgesponnen, want het oorspronkelijk verhaal was ‘erg droog’, vertelt Wassenberg. ‘We wilden het verhaal toegankelijk maken. De belevenissen van Hayy zijn wat meer aangekleed en zijn vragen volgen nu logischer uit wat hij meemaakt.’
In De Zoon van de Gazelle valt op hoe systematisch en onderzoekend het verhaal is opgebouwd. Is dat kenmerkend voor Ibn Tufayl?
Essabane: ‘Logisch denken is kenmerkend voor de islamitische filosofen in Al-Andalus. Ook natuurwetenschap viel in die tijd onder filosofie. Ibn Tufayl was naast schrijver ook medicus. Hij laat Hayy onderzoek doen naar de werking van een lichaam. Het jongetje snijdt de borstkast open van de moedergazelle en onderzoekt het hart. Ontleden van dode lichamen gebeurde al in Al-Andalus.’
In de achtste eeuw veroverden de islamitische Arabieren en Amazigh (vaak de Moren genoemd) het grootste deel van wat nu Spanje en Portugal is. Zij noemden dit gebied Al-Andalus. Na ongeveer achthonderd jaar verdreven christelijke koninkrijken de Moren, met als eindpunt de val van Granada in 1492. Die gebeurtenis voltooide wat in Europa bekend staat als de Reconquista (‘herovering’). De periode van de islamitische heerschappij op het Iberisch schiereiland staat bekend als een relatief vreedzame tijd waarin wetenschap en literatuur tot bloei kwamen en moslims, joden en christenen vreedzaam samenleefden.
Marokkaanse Nederlanders beginnen vaak over Al-Andalus. Waarom is dat?
Essabane: ‘Vanuit de moslimgemeenschap is veel interesse voor deze periode in de geschiedenis, omdat Al-Andalus en Marokko vroeger één cultuurgebied vormden. In de tijd van Ibn Tufayl werd Al-Andalus vanuit Marrakesh geregeerd. Na de Reconquista werden moslims en joden die zich niet wilden bekeren tot het christendom verjaagd. Velen belandden in Marokko en namen hun cultuur mee. Sporen van deze beschaving zijn er nog steeds, Andalusische muziek, kunstige mozaïekpatronen. De grote kerk van Sevilla was vroeger een moskee en lijkt sterk op de, kleinere, moskee van Marrakesh. Er is nu een generatie moslims die in Europa geboren en getogen is. Het idee dat er in het verleden – achthonderd jaar lang – ook Europese moslims waren met een bloeiende beschaving, trekt ze aan.’
Voor kinderen met een migratieachtergrond is het belangrijk om verhalen uit de landen van hun voorouders te horen
De Zoon van de Gazelle is bedoeld voor kinderen. De oorspronkelijke vertelling is dat niet. Waarom hebben jullie voor een kinderboek gekozen?
Wassenberg: ‘We zijn allebei werkzaam in het onderwijs. We vinden dat er op scholen meer aandacht moet komen voor islamitische literatuur. Het zou toch een mooie geste zijn naar moslimkinderen als we ook eens iets bespreken wat in de islamitische cultuur hoog wordt geacht.’
‘Voor kinderen met een migratieachtergrond is het belangrijk om verhalen uit de landen van hun voorouders te horen,’ zegt Essabane. ‘Net als het goed voor hen is om rolmodellen te hebben die op hen lijken en min of meer dezelfde achtergrond hebben. Voor vrouwen is het ook belangrijk is dat er vrouwelijke schrijvers zijn. Het is een beetje erkenning.’
In De Zoon van de Gazelle verlaat Hayy, inmiddels een volwassen man, tijdelijk het eiland. Hij komt aan in de stad waar hij een groep geleerden ontmoet. Het valt hem op dat ze vooral ‘zenden’. Ze vertellen over regels en wijsheden uit hun godsdienst, maar stellen geen grote vragen en zwijgen over het Mysterie. ‘Denken jullie misschien’, vraagt Hayy in het verhaal, ‘dat jullie alleen door de regels te volgen wel bij God terecht zullen komen?’
Zou zo’n progressief verhaal tegenwoordig ook in de moslimwereld uit kunnen komen?
Essabane: ‘Zeker, de moslimwereld is heel divers, hè? Natuurlijk zijn er mensen die Ibn Tufayl veel te open en liberaal vinden. Hij was zijn tijd vooruit. In het boek komt de hoofdpersoon in contact met de geopenbaarde godsdienst die veel overeenkomsten heeft met de islam – het woord islam wordt niet gebruikt. Het mooie van het boek is dat hij er kennis van neemt maar zich niet tot die godsdienst bekeert. Hij laat eigenlijk zien dat je ook op een andere manier tot God kunt komen.
Het boek wordt breed gewaardeerd, het staat op de literatuurlijst van middelbare scholen in Marokko. Er bestaan Arabische en Turkse tekenfilms van het verhaal. Het is heel bekend in de islamitische wereld.’
De vroeg-wetenschappelijke manier van schrijven lijkt op de werkwijze van Aristoteles. Waren ze in Al-Andalus bekend met het werk van de oude Grieken?
Essabane: ‘Ja, Andalusische wetenschappers bestudeerden het werk uit de Griekse Oudheid. De geschriften werden vertaald naar het Arabisch. In de vertelling speelt een ervaring in een grot een grote rol.’
‘In de Griekse filosofie, bij Plato, is er ook zo’n verhaal, maar Hayy ibn Yaqzan is ook gewoon een universeel verhaal’, breekt Wassenberg in. ‘Het kan ook zijn ontstaan zonder bestudering van Griekse teksten. Het is archetypisch. Een jongen wordt geboren op een eiland, kijkt om zich heen, en stelt bepaalde vragen.’
De Zoon van de Gazelle doet denken aan Jungle Book over Mowgli, die in zijn eentje opgroeit in de wildernis. En ook aan de beroemde roman Robinson Crusoe over een schipbreukeling die aanspoelt op een onbewoond eiland. Zijn deze westerse verhalen door de islamitische vertelling geïnspireerd?
Essabane: ‘De auteurs verwijzen niet naar het verhaal dus ik kan het niet hard maken. Hayy ibn Yaqzan was een bestseller in de zeventiende eeuw, lang voordat Jungle Book, en Robinson Crusoe werden geschreven. Het was naar het Latijn vertaald, daarna naar het Engels en naar het Nederlands. In intellectuele kringen was het verhaal populair. Mogelijk hebben ze het gelezen of hadden ze ervan gehoord, maar de gelijkenissen kunnen ook toeval zijn.’
Tot slot willen de schrijvers zelf ook nog iets ter sprake brengen: in hoeverre De Zoon van de Gazelle geschikt is voor dogmatische ouders. Er zitten uitdagende vragen in: Waar komt de mens vandaan? Is er een eerste begin van de wereld of niet? Is er wel of geen god en hoeverre is die God nu betrokken op de wereld?
‘Het boek stimuleert kinderen zelfstandig na te denken. Dat kan conservatieve islamitische ouders inderdaad schrik aanjagen,’ vertelt Essabane.
‘Ook mensen met een atheïstische levensovertuiging wilden we graag bereiken. Daar hebben we een trucje voor bedacht,’ zegt Wassenberg. ‘We hebben het niet over God maar over het Mysterie’. Pas later hoort Hayy van de geleerden dat zij voor het Mysterie het woord God hebben bedacht. Hij heeft dan zijn twijfels en is bang dat hij met het woord God het Mysterie in een hokje opsluit. In het origineel gebruikt Ibn Tufayl de aanduidingen ‘noodzakelijk bestaan’ en ‘noodzakelijk bestaand wezen’. Overigens gebruiken we een hoofdletter M bij het woord Mysterie, wat weer een beetje religieus aandoet.’
Essabane: ‘We hebben geprobeerd er een veilig verhaal van te maken, voor beide kanten. Voor ouders die willen reflecteren met hun kinderen, maar bang zijn dat ze dan van hun geloof afdwalen, helpt het dat Hayy tot antwoorden komt die dichtbij traditionele geloofsopvattingen staan. Aan atheïsten met religiestress zijn we tegemoet gekomen door het woord God bijna niet te gebruiken. En ook niet van ‘Het Noodzakelijk Bestaan’ te spreken, zoals in het origineel. Het woord Mysterie oogst bij hen waarschijnlijk meer waardering.’
De Zoon van de Gazelle, Sabine Wassenberg en Kamel Essabane
ISBN 9789083167398, Uitgeverij De Meent
Nu u hier toch bent...
Goede journalistiek kost geld. Leden en donaties maken onze gebalanceerde berichtgeving over biculturaliteit, zingeving en vrijheid mogelijk. Steun ons daarom als u ons werk belangrijk vindt.
Vertel mij meer!