Actrice, presentatrice, schrijfster en theaterdier Funda Müjde heeft weer een nieuw theaterprogramma. In Funda stelt zich aan geeft ze haar eigen frisse blik op de wereld en op haar situatie. Sinds een auto-ongeluk in 2007 zit ze als gevolg van een dwarslaesie in een rolstoel. Dit heeft haar leven drastisch veranderd, maar haar kracht lijkt alleen maar groter te worden. ‘Ik ben nu een BRN’er,’ stelde ze in haar vorige theatershow vast. ‘Een Bekende Rolstoel Nederlander.’ Op 25 januari is haar voorstelling te zien in het Theater Zuidplein.
Mogelijkheden
Zich aanstellen past niet bij Müjde, want ze is een doorzetter die zich niet laat tegenhouden. Daarom is het misschien wel aardig om haar te laten reageren op een uitspraak van de bekende Rotterdamse dichter Jules Deelder, die op een pand aan het Vasteland 108 in Rotterdam staat: ‘Binnen de perken zijn de mogelijkheden even onbeperkt als daarbuiten.’
Amper uitgesproken klinkt de hartelijke lach van Müjde, die haar in combinatie met haar scherpe geest zo geliefd maakt bij haar publiek. De intentie onderschrijft ze, maar ze plaatst meteen een kanttekening. ‘Jules Deelder is duidelijk niet invalide. Als je letterlijk invalide bent, dan zijn je mogelijkheden beperkt. Het woordje ‘even’ in zijn uitspraak maakt het bijna een wiskundige vergelijking. Niet kunnen lopen is een beperking om u tegen te zeggen, maar ik haal alles eruit wat erin zit! Die instelling had ik al, ook door leeftijd en rijpheid. Als migrantenkind moest ik harder werken, soms meer voor mijn kansen vechten. Als je dan een kans krijgt, moet je die met acht handen tegelijk aanpakken. Niet denken dat iets niet kan vanwege je achtergrond. Niet zeggen dat je tien stappen achter staat omdat je van Turkse afkomst bent. Ga de strijd aan met je ogenschijnlijke beperking. Ik kan niet meer fietsen, toch fiets ik nog steeds, maar dan met een handbike. Toch ga ik een gebouw binnen om te proberen daar naar het toilet te gaan. Je doel is groter en weegt zwaarder dan je ongeruste gevoel. Zou er wel een invalidentoilet zijn?’
Fietstocht
In 2014 ging Müjde een grote uitdaging aan, ook met zichzelf. Ze fietste met haar handbike van Amsterdam naar Istanbul. Eerder liet ze al weten dat je beter gehandicapt in het vlakke Nederland kunt zijn dan in het hobbelige Turkije. ‘Dat klopt, maar ik heb wel wat opmerkingen. Ondanks het vlakke land, ondanks alle welvaart, de wetten die we hebben en een convenant dat is getekend voor gehandicapten, is de toegankelijkheid veel slechter dan ik ooit had kunnen vermoeden toen ik valide was. Neem openbare gebouwen die architectonisch gezien fout zijn voor mensen die in een rolstoel zitten of slecht ter been zijn. Ze kunnen vaak niet via de hoofdingang naar binnen. Of er zijn een heleboel trappen voordat je bij de ingang bent. Hoe kom je binnen als invalide? Ik maak ook mee dat het invalidentoilet gebruikt wordt als opslagplaats voor toiletpapier. Ik zit nu bijna twaalf jaar in een rolstoel en houd lezingen, onder andere in kastelen die dienst doen als conferentiecentra. Er zijn ook kerken die voor dit doel verhuurd worden. Zulke gebouwen zijn moeilijk aan te passen, maar soms zijn kerken die vier of vijf eeuwen oud zijn beter aangepast dan moderne gebouwen. Zelfs bussen en trams zijn niet altijd toegankelijk voor mindervaliden.’
Toegankelijkheid van winkel en hotels
Müjde is ambassadeur van diverse organisaties, zoals van het Anne Fonds (‘Geef meisjes een toekomst’), het Dwarslaesiefonds en ambassadeur voor winkeltoegankelijkheid. Dat laatste is geen wonder, want veel mensen die regelmatig winkelen, maken soms mee dat een invalide een winkel niet in kan. Bijvoorbeeld omdat de gangpaden te smal zijn. ‘Of ze puilen uit van de voorraden en de mandjes. Bij winkelketens moet gezegd worden dat het ene filiaal het andere niet is. In de praktijk blijkt wel dat veel filialen van Kruidvat, Aldi en Action ontoegankelijk zijn. Zelf heb ik een smalle rolstoel van zestig centimeter en ik stuit ook op deze problemen. Wat dacht je van pallets in het gangpad? Veel grootwinkelbedrijven strijden met elkaar om internetbestellingen binnen te halen, maar ik wil gewoon naar de winkel. Uiteindelijk ben ik een klant. Er moet ook worden opgemerkt dat de bedrijven die ik noemde vaak onderbezet zijn. Het gebeurt regelmatig dat er slechts twee medewerkers in de winkel zijn die de kassa moeten bedienen, de vakken vullen en de klanten helpen. Dat lukt niet. Hierdoor lopen winkels en restaurants klanten mis, terwijl ze met kleine ingrepen al oog voor onze doelgroep hebben. Er is berekend dat mindervaliden vijftien procent van de potentiële klanten zijn voor de horeca, winkels, hotels en establishments zoals conferentiecomplexen. Kan ik ergens niet in, dan krijg ik korting. Zie ons als een betalende cliënt. Dat zijn we toch ook? Neem het Hilton in Rotterdam. Wat misschien niet helemaal goed is, maken ze goed met een heleboel service. Ik ben in veel landen en steden geweest. In Dubai, Turkije of Marrakesh krijg je zo veel mogelijk wat je nodig hebt. Lukt het niet, dan wordt er naar compensatie gezocht. Wat je kunt goedmaken met service, laten hotels in Nederland nog weleens liggen. Zit een sauna of fitnesszaal in een kelder die alleen per trap bereikbaar is? Dan kan ik er geen gebruik van maken, maar ik krijg geen korting of compensatie. Dat klopt niet. Een absoluut dieptepunt was Denemarken; daar was ik bijna in tranen. Ik had een aangepaste kamer gereserveerd, wat keurig was bevestigd. Je moet daar zelf achteraan, want via sites als booking.com gaat er weleens wat mis als je om iets speciaals vraagt. Ik had gehoord dat Scandinavische landen goed waren voorbereid op mindervaliden. Denenmarken vormt kennelijk een uitzondering. Mijn dochter was in Portugal op vakantie geweest en vertelde me dat al het openbaar vervoer rolstoeltoegankelijk is. Plus dat je geholpen wordt.’
Funda stelt zich aan
Het eerste theaterprogramma na haar ongeluk heette Funda draait door. ‘Ik had een keer een gesprek met een vriend over deze voorstelling. Wat hem opviel was dat mensen met een beperking het minste klagen. Hij vroeg me waarom ik me niet zou mogen aanstellen of klagen. Ik vind van niet. Mensen die iets mankeren, stellen zich niet aan. Toch heb ik die lijn doorgetrokken in Funda stelt zich aan. Wilders en Baudet zijn wat mij betreft op dit moment de grootste aanstellers van de Nederlandse politiek. Ze hebben het over vrijheid van meningsuiting. Ze mogen zeggen wat ze willen, maar o wee als ze een koekje van eigen deeg krijgen! De hel breekt los als je het niet met ze eens bent. Wilders kost het zijn vrijheid en kan nergens heen zonder bodyguards. Dat vind ik erg, net als ik het betreur dat de burgemeester van Gdansk is doodgestoken door een jongeman van zevenentwintig jaar die meent dat hij onterecht in de bajes heeft gezeten. Over aanstellen gesproken; mensen die zich het meest aanstellen, hebben daar vaak de minste reden voor. Funda stelt zich aan is dan ook ironisch bedoeld. Ik speel met de titel en doe tijdens de voorstelling mijn uiterste best om me aan te stellen. Bij Funda draait door kwam ik kruipend het podium op met op de achtergrond de muziek van ‘The Pink Panther’ van Henri Mancini. Veel mensen kennen deze muziek van de tekenfilm of van de films met inspecteur Clouseau. Een aparte en leuke opening. Er waren altijd twee mannen uit het publiek die me in mijn rolstoel hielpen. Bij deze voorstelling was ik lekker kritisch en humoristisch. Bij Funda stelt zich aan wordt die trend voortgezet. Ik las ergens dat iemand het een voorstelling vond met een lach en een traan. Dat dekt de lading beslist. Het gáát echt ergens over. Je bent wie je bent, je doet wat je doet, je zegt wat je zegt. Iedereen heeft een verhaal, spannend of tragisch. Als iemand kiespijn heeft, dan is dit het ergste leed van dat moment. Maar vergeleken bij iemand die net te horen heeft gekregen dat ze borstkanker heeft, stelt het niets voor. Wie een kind heeft verloren en had kunnen kiezen tussen je kind kwijt of in een rolstoel, zou waarschijnlijk voor het laatste kiezen. De dingen die in mijn voorstellingen verwerkt zitten, hebben vaak een overstijgend karakter. Mensen herkennen wat ik zeg en betrekken het op hun eigen leven, of het nu om fictie of non-fictie gaat. Ik had graag avontuurlijke reizen willen maken, maar heb het altijd uitgesteld omdat ik er allerlei dingen tussen liet komen. Iedereen in de zaal denkt op zijn eigen manier. ‘Dat herken ik!’ of ‘Ik moet actie ondernemen.’’
Müjde: ‘De meningen van mijn publiek over de voorstelling schrijven ze na afloop in het gastenboek, via Facebook of ze sturen een e-mail. Regelmatig zet ik hen aan om ergens over na te denken. Het inspireert mensen in ieder geval om iemand op het podium in een rolstoel te zien zitten. Dit is mijn werkelijkheid. In hun ogen is het ‘wauw!’. Opmerkingen als ‘Ik zal nooit meer opstaan zonder rugpijn zonder aan jou te denken’ vormen daar het bewijs van. Zelfs mijn ongeluk, mijn invaliditeit heeft zin. Ik ben altijd al gek geweest op de natuur en daarom kampeerde ik ook graag voor mijn ongeluk. Wild kamperen nota bene. Tijdens mijn fietsreis door al die landen, bergen en dalen, puur natuur, ben ik helemaal verslaafd geraakt. Dat mis ik het meest van niet kunnen lopen: de natuur.’
Reizen
Ik betreurde het vreselijk dat ik niet meer alleen kon reizen. Voordat ik het ongeluk kreeg, heb ik veel gereisd; New York, Birma, helpen in een weeshuis in Nepal. Ik had overal vrienden en ging graag ergens helpen. Tegen zulke verzoeken kan ik niet meer zomaar ja zeggen. Een groot verdriet voor me, maar tijdens mijn fietstocht van Amsterdam naar Istanbul heb ik ondervonden dat ik wel degelijk alleen kon reizen. Ik ben regelmatig verdwaald of kwam in andere problemen, maar ik heb geleerd hoeveel aardige mensen er op de wereld zijn. Je wordt heus geholpen. Als dit lukte, kon ik dus ook op de gebruikelijke manier reizen. In mijn eentje, als ik dat wilde. Toch heb ik het uitgesteld, tot vorig jaar. Ik ben vier weken op Aruba geweest, dat avontuur is deels verwerkt in Funda stelt zich aan. Op Aruba was de hotelkamer niet helemaal aangepast. Gelukkig kan ik hulp organiseren of inkopen, dat heb ik van mijn fietsreis geleerd. Hoe goed je alles ook wilt voorbereiden, er blijven altijd onverwachte omstandigheden op je pad komen. En wat doe je bij moeilijkheden? Vergeleken bij mijn man ben ik van ons twee de grootste controlefreak. Maar ik gooi mezelf in het diepe, terwijl hij beren op de weg ziet. Ik denk in oplossingen, denk meer als een man. Hoe ik dat dan ga doen? Laat ik het zo zeggen: hoe meer mijn man mij tegenwerkt, hoe standvastiger ik word.’
Tegenwerkingen en zelfmedelijden
Volgens Müjde heeft ze altijd al te maken gehad met tegenwerkingen. ‘Als migrantenkind werd ik gediscrimineerd. Mijn reactie daarop was nog meer mijn best doen. Toch hebben we allemaal een tegenwerker in ons eigen hoofd zitten. Daar heb ik het ook over in Funda stelt zich aan. De ene keer ben je die tegenwerker zelf, de andere keer vraag je je af van wie de stem is die tegen je praat. Die stem vertelt je ‘Ze willen je niet!’. Die stem is je grootste tegenwerking, maar zelfs tegenwerkers hebben een functie. Zonder wrijving geen glans, zonder tegenwerkers geen succes. Ik mag van mezelf vijf minuten per week zelfmedelijden hebben. Meer beslist niet. Ik heb een hekel aan zelfmedelijden. Als ik mezelf kan dragen, dan ben ik draaglijk voor anderen. Alle dagen zwelgen in je verdriet en in je boosheid levert niets op. Mensen die zo zijn, knijpen je uit als een citroen, ook al bedoelen ze het niet zo. Sinds mijn ongeluk denk ik wel vaker aan een uitspraak van mijn lieve overleden moeder: je komt alleen en je gaat alleen weg. Daar valt geen speld tussen te krijgen.’
Speellijst: Apeldoorn (2 februari), Amsterdam (9 februari), Amstelveen (14 februari), Zwolle (2 maart), Bellevue Amsterdam (14, 15 en 16 maart) Doetinchem (21 maart) en Den Haag (23 maart). Zie www.fundam.nl voor meer informatie over Funda Müjde.
Nu u hier toch bent...
Goede journalistiek kost geld. Leden en donaties maken onze gebalanceerde berichtgeving over biculturaliteit, zingeving en vrijheid mogelijk. Steun ons daarom als u ons werk belangrijk vindt.
Vertel mij meer!