13.1 C
Amsterdam

Kruisende werelden: Abdelkader Benali bracht Marokkaanse kunst naar hier

Lees meer

De tentoonstelling Het Andere Verhaal in het Cobra Museum in Amstelveen, over moderne Marokkaanse kunst, is amper een maand van start. Toch trekt deze nu al bezoekers uit het hele land. De bekende Marokkaans-Nederlandse schrijver Abdelkader Benali is gastcurator van deze tentoonstelling. Hij verzamelde zorgvuldig de kunstwerken, die stammen uit de periode na de onafhankelijkheid van Marokko in 1956. Wat is het verhaal dat deze generatie Marokkaanse kunstenaars wilden vertellen? En wat spreekt de schrijver aan in het Marokkaanse modernisme?

Waarom een tentoonstelling over het Marokkaans modernisme? Heeft uw eigen werk u beïnvloed in deze reis?

‘Vanaf 2015 bezocht ik tentoonstellingen van moderne Marokkaanse kunst. Toen ontstond de drang om dat werk ook eens naar Nederland te brengen. Een duidelijke link met mijn literaire praktijk: de Marokkaanse schrijvers gingen in discussie met de beeldend kunstenaars. Ze zagen elkaar als collega’s, die allemaal met hun eigen middelen de wereld probeerden te veranderen. Er zat enorm veel idealisme in. Meteen al toen ik het werk van Marokkaanse schrijvers ging lezen, ontdekte ik ook de kunstenaars. De afgelopen jaren zag ik ook zoveel goede jonge kunstenaars opkomen. Ik was dan ook blij dat museumdirecteur Stefan van Raay mij uitnodigde om de tentoonstelling vorm te geven.

‘Net als in het werk van hedendaagse Marokkaanse kunstenaars gebruik ik alledaagse Marokkaanse voorwerpen en attributen als uitgangspunt voor een verhaal. Zo spelen tuinstoelen in Bruiloft aan Zee een belangrijke rol. De rol van de stoel heeft in de Marokkaanse samenleving een sterke lading en roept associaties op met autoriteit en hiërarchie.’

Het modernisme staat in het algemeen bekend als Europese kunststroming. Moeten we het Marokkaans modernisme dan zien als een reproductie van de Europese kunst?

‘Het modernisme is niet gebonden aan een geografische plek, maar is een mentaliteit. De kunstenaar creëert een modern bewustzijn door wat hij aan culturele bagage heeft een uiterlijke vorm te geven en zo zijn cultuur terug te geven aan het publiek. De jonge Marokkaanse kunstenaars vonden het namelijk heel belangrijk dat de mensen die niet in contact kwamen met kunst toch de kans kregen om naar kunst te kunnen kijken. De meeste Marokkanen gingen niet naar de Academie voor Beeldende Kunst, omdat dat in de koloniale tijd verboden was. Ook waren er geen musea. Dus brachten de kunstenaars hun werken naar de pleinen en straten, zodat mensen het zouden kunnen zien, spontaan. De kunstenaars geloofden dat door de confrontatie met kunst mensen in ontwikkeling zouden komen, geïnspireerd zouden raken om hardop te dromen over een betere wereld.

‘Het modernisme is dus niet een Westers concept. Iedere kunstenaar maakt een reflectie van wat er in de wereld gebeurt. Eigenlijk wil ik bij kunst niet denken in westerse of oosterse termen. De tentoonstelling laat zien dat kunst uit Marokko is geïnspireerd door moderniteit, en dat Marokkaanse kunstenaars dit naar hun hand zetten aan de hand van hun culturele bagage.’

‘Het modernisme is geen Westers concept. Iedere kunstenaar maakt een reflectie van wat er in de wereld gebeurt’

Eén van de thema’s die u hebt gekozen is dekolonisatie. Welke rol heeft dat in deze expositie?

‘Wat het Marokkaans modernisme zo uniek maakt, is dat de geboorte van het modernisme samenvalt met de onafhankelijkheid van Marokko in 1956. Marokko kwam onder Franse koloniaal bestuur vandaan, wat een impuls gaf aan de kunst. De academie voor kunsten in Casablanca was een vehicle van de kolonisten. Dat wil zeggen: de Franse kolonisten gebruikten deze academie voor zichzelf. De Marokkaanse bevolking mocht er niet studeren. Ze konden wel werken in het archief of als beheerder van het museum, maar ze mochten geen kunstenaar worden. Dit beleid was onderdeel van de verdeel- en heerspolitiek in die tijd. De opleiding aan de academie was gesplitst: de ene studierichting leidde mensen op tot beheerder of archivaris, de andere opleiding was de pure kunstopleiding. Het Franse gezag zag liever niet dat Marokkanen de kunstopleiding deden. Men begreep heel goed dat zo’n opleiding kon leiden tot kritische kunstenaars, die het koloniale bestuur konden bekritiseren. Dit wilden de Fransen niet. Wel was er veel traditionele kunst in Marokko. De Fransen wilden die kunst wel promoten, en daar hadden ze ambtenaren en ambachtelijke makers voor nodig. Men vond voor die sector de Marokkanen wel geschikt.’

‘Voor deze traditionele kunsten was geen formele opleiding nodig. En traditionele kunstenaars hadden niet het geestdriftige idealisme van de jonge generatie, die in de periode kort na de onafhankelijkheid tussen 1956 tot 1963, neerstreek in Casablanca met als doel het modernisme naar Marokko te brengen. Deze jonge kunstenaars waren in aanraking gekomen met modernisme, dankzij hun reizen en ontmoetingen in landen zoals Spanje, Frankrijk en Italië waar zij een opleiding aan de kunstacademie hebben genoten. Deze nieuwe generatie kon een opleiding genieten in buitenland. En die ontmoetingen met modernisme in het buitenland gaf ze bagage om Marokkaans modernisme vorm te geven. Terug in Marokko pleitten zij ervoor dat de musea in Marokko gedekoloniseerd moesten worden. Waarbij ze de nadruk legden op het Marokkaanse culturele erfgoed.’

Hoe ging dit proces van dekolonisatie de jonge kunstenaars in Marokko af?

‘Heel concreet is dekolonisatie een individueel proces. Maar een nieuwe generatie tot kunstenaar opleiden, dat moet gebeuren aan een instituut. In dit geval is dat een kunstacademie waarvoor een totaal nieuw curriculum nodig is, gebaseerd op de eigen nationale cultuur. Het klinkt mooi, dekolonisatie, maar wat is dat dan? Ga je hierbij je eigen cultuur verstenen, zodat er geen plek meer overblijft voor originaliteit? Ga je de hele Westerse cultuur weggooien? Voor de jonge kunstenaars was een heel lastige opgave. Deze kunstenaars waren heel moedig. Ze kozen ervoor om in die academies de voorbeelden van de Europese kunst – zoals negentiende-eeuwse schilder- en beeldhouwkunst – naar de achterkamers te brengen. En om in de lege ruimtes lokale en traditionele kunst van Marokko te brengen. Dát is onze kunst: tatoeagekunst uit de Amazigh-cultuur, sieradenkunst, verhalen, muziekcultuur. Al deze aspecten vormden een uitgangspunt voor een nieuwe nationale cultuur. De gedachtegang was: dit is ons startpunt voor een nieuwe Marokkaanse kunst.’

Op welke manier kon deze nieuwe Marokkaans kunst, als onderdeel van het dekolonisatieproces, bijdragen aan het vormen van een eigen identiteit voor de jonge generatie Marokkaanse kunstenaars?

Foto door Fatima Mazmouz, Chikhates Résistances 06, 2019 (Beeld: The Mosaic Rooms/Kulte Gallery)

‘Een goed voorbeeld is het werk van Fatima Mazmouz (1974, red.). Zij was een feminist. Ze wilde de dansvrouwen of chikhates (Marokkaanse priesteressen, red.) hun plek teruggeven in de Marokkaanse geschiedenis. In de Marokkaanse cultuur zijn de chikhates geliefd, maar ook gemarginaliseerd, want ze worden vaak geassocieerd met zedeloosheid. Maar chikhates waren ook erg belangrijk voor het verzet van de Marokkanen tegen de Fransen, omdat ze belangrijke boodschappen over onafhankelijkheid zongen in hun liederen. Het Franse koloniale gezag had dit niet door. De vrouwen gebruikten hun lichaam als wapen in de strijd tegen het kolonialisme. Mazmouz biedt ons zo een extra geschiedenisles.’

Hoe konden deze kunstenaars vasthouden aan hun Marokkaanse roots, terwijl ze tegelijkertijd nieuwe wegen insloegen?

‘Dit valt terug te zien in het werk van de pioniers. Ze gebruikten typische lokale producten, grondstoffen als hennapoeder en geitenleer. Ze werkten met zand en met vormen die zij zagen als Marokkaans. Ook gebruikten ze de vormen in Amazigh-sieraden, vormen in de Marokkaanse architectuur en vormen in de islamitische kalligrafie. Een mooi voorbeeld is het werk van de kunstenaar Farid Belkahia (1934-2014, red.), wiens werk ook te bekijken is in het Cobra Museum. Hij combineerde abstracte kunst met geometrische vormen in zijn kunstwerken. Zijn werk is heel gelaagd opgebouwd, met lagen gebaseerd op materialen uit de Marokkaanse cultuur. Hij maakt in zijn kunstwerken gebruik van geitenleer, gebruikte hennapoeder als verf, en verder vormen uit de Amazigh-cultuur. Grondstoffelijk werk dus: Marokkaanser kan niet! In zijn werk komen die werelden echt samen: de culturen van de ambachten, de cultuur van de Amazigh en de modernistische bewegingen rond de Duitse kunstenaar Paul Klee (1879-1940, red.). Belkahia refereert hier duidelijk naar moderne kunst en door moderne kunstenaars zoals Klee. Klee, op zijn beurt, heeft in Noord-Afrika artistieke inspiratie opgedaan. Die Marokkaanse kunstenaars wilden heel graag met moderne kunst uit Europa in contact komen. Ze stonden niet met hun rug naar de buitenwereld toe, maar wilden de buitenwereld naar Marokko halen.’

Kunstwerk van Aïssa Ikken (1937, red.) (Beeld: Shawintala Banwarie)

Hoe veranderde de komst van het modernisme de kijk van de jonge kunstenaars op de politiek en op de Marokkaanse samenleving?

‘De eerste fase in de ontwikkeling van het modernisme is gericht op emancipatie van de kunstenaars, de tweede fase op emancipatie van de samenleving. Vanaf 1967 ontstond er steeds meer erkenning voor de Palestijnse zaak (in reactie op de Zesdaagse Oorlog en de bezetting van Oost-Jeruzalem en de Westbank door Israël, red.), panarabisme en de derde weg (landen die zich niet bij het kapitalistische Westen wilden aansluiten, maar ook niet bij het communistische Oostblok, red.). De bezoeken aan het buitenland inspireerden Afrikaanse denkers en dichters. Ze openden een brug naar de Afrikaanse cultuur, door te schrijven of door koloniale kunst te bekritiseren. En de nieuwe generatie Marokkaanse kunstenaars realiseerde zich steeds beter, vooral in jaren zestig en zeventig, dat kunst ook een politiek instrument is.

‘Met modernistische kunst konden thema’s als mensenrechten en menselijke waardigheid worden geagendeerd’

‘In 1965 vond in Casablanca een opstand plaats. Studenten en leden van de vakbonden staakten tegen maatregelen die hun vrijheden beperkten. Het regime sloeg deze opstand echter bloedig neer, met honderden, misschien duizenden doden. Als reactie hierop werd in samenwerking met kunstenaars het literaire tijdschrift Souffles opgericht. Door middel van modernistische kunst konden thema’s als mensenrechten en menselijke waardigheid worden geagendeerd. Zo werd er een nieuwe vorm van modernisme gemaakt, waarbij schrijvers en kunstenaars samen in dialoog gingen om de samenleving vorm te geven en in verzet te gaan tegen onrecht.’

De tentoonstelling heeft de nodige aandacht gekregen in de media. Wat vond u de mooiste feedback die u kreeg?

‘Wel, dat is die jonge Marokkaans-Nederlandse kunstenares, die samen met haar moeder naar de tentoonstelling was gekomen. Ze studeert aan de kunstacademie. Dankzij de tentoonstelling kon ze haar moeder laten zien wat ze aan het doen was. Zo wordt de tentoonstelling echt een plek waar werelden samenkomen: want de moeder op haar beurt vertelde de dochter over de achtergrond van de kunst, de Marokkaanse wereld.’

‘Het Andere Verhaal’ is nog tot 18 september te zien in het Cobra Museum in Amstelveen.

 

Nu u hier toch bent...

Goede journalistiek kost geld. Leden en donaties maken onze gebalanceerde berichtgeving over biculturaliteit, zingeving en vrijheid mogelijk. Steun ons daarom als u ons werk belangrijk vindt.

Vertel mij meer!
- Advertentie -