5.8 C
Amsterdam

LHBT-film ‘El Houb’ wil geen deuren intrappen, maar rustig openen

Lees meer

De Palestijns-Nederlandse regisseur Shariff Nasr probeert met zijn debuutfilm El Houb de stilte rond homoseksualiteit in de MENA-cultuur – Middle East and North Africa – te doorbreken. Maar waar in de media meestal de frustratie, boosheid en het onbegrip worden belicht, ligt de focus in El Houb juist op liefde, hoop en toenadering.

Nadat de Marokkaans-Nederlandse Karim door zijn vader wordt betrapt met een man, voelt hij de noodzaak om het gesprek met zijn ouders en jongere broer aan te gaan. Maar hoe bespreek je zoiets in een gemeenschap waarbij lastige onderwerpen steevast vermeden worden? Karim gaat de confrontatie met zijn familie aan om de pijnlijke stilte te doorbreken.

El Houb (‘De Liefde’) is de eerste speelfilm die de gevoeligheid rond coming-out in de Marokkaans-Nederlandse gemeenschap bespreekbaar maakt. Het verhaal is deels geïnspireerd op de ervaringen van hoofdrolspeler Fahd Larhzaoui.

Regisseur Shariff Nasr: ‘Het lijkt mij verschrikkelijk als ik niet met de liefde van mijn leven op straat zou kunnen lopen omdat ik het gevoel zou hebben dat het niet van iedereen mag. Dat er een smet op die liefde zit. Wie is die ander om daarover te oordelen? Dit is pure liefde tussen twee volwassenen die ervoor kiezen.’

El Houb gaat niet alleen over de coming-out van Karim, maar in de eerste plaats over het gebrek aan dialoog in onze hedendaagse maatschappij. Nasr is ervan overtuigd dat met communicatie talloze problemen uit de wereld verholpen kunnen worden.

‘Wanneer je bijvoorbeeld naar talkshows kijkt, dan hoor je de ene extreme mening tegenover de andere extreme mening. Er is sprake van twee monologen, geen dialoog. De conclusie is dan dat het hartstikke moeilijk is en dat de twee partijen er niet uitkomen. Het beeld dat geschetst wordt is erg zwart-wit. Het grijze gebied wordt niet opgezocht. Men vindt tegenwoordig bevestiging in het eigen denken op social media. Hoe extreem je mening ook is, je vindt altijd wel gelijkgestemden. Maar wanneer je het gesprek met elkaar aangaat, dan pas komt het genuanceerde beeld.’

Het is opvallend dat je in de film meerdere kanten toont. Niet alleen Karim wordt verscheurd door zijn emoties, maar ook zijn broer en zijn ouders. Het is een achtbaan aan emoties, van boosheid naar schaamte naar liefde en uiteindelijk acceptatie.

‘Ik wilde in de film alle kanten laten zien, iedereen heeft zijn eigen standpunt. Over moeilijke onderwerpen wordt niet gesproken maar dat betekent niet dat er geen liefde is. Er is veel liefde in de film, van de ouders, van de zoons, van Kofi (Karims Ghanese minnaar, red.) maar ook van de buren.’

En daar waar liefde is, is hoop?

‘Liefde en hoop zijn belangrijke elementen in El Houb. Ik heb de deur rustig willen openen, niet in willen trappen. Dat is een belangrijk verschil in nuance waardoor er zo vaak geen dialoog komt. Ik hoop juist ook dat mensen uit de community naar de film gaan en na het kijken meer openstaan voor de dialoog. Er is niet eens een respectvol Arabisch woord voor ‘homo’ of ‘queer’, dus de taal geeft de opening nog niet.’

Waar ligt voor jou de urgentie om dit onderwerp ter sprake te brengen? Je hebt zelf geen Marokkaanse maar Palestijnse wortels en je bent heteroseksueel.

‘Ik wilde met deze film een genuanceerd beeld brengen maar vooral ook handvatten bieden aan anderen. Dat mensen, families en gemeenschappen die nu in stilte lijden, het gevoel hebben dat ze niet de enigen zijn en dat ze een weg kunnen vinden om er samen uit te komen. Ik hoop dat we een begin kunnen maken om een veilige plek te creëren om over persoonlijke worstelingen te praten. El Houb beleefde zijn wereldpremière op het Frameline Film Festival in San Francisco. Na afloop van de vertoning, kwam er een Marokkaans-Amerikaanse jongen naar ons toe. Hij zei tegen Fahd dat hij zijn ouders naar de film mee zou nemen bij wijze van coming-out. Dat was heel mooi. Als onze film dat kan betekenen voor iemand, dan is ons doel bereikt.’

‘Er is nog niet eens een respectvol Arabisch woord voor ‘homo’  of ‘queer’’

Hoe kwam je op het idee voor de film?

‘Eigenlijk is het idee ontstaan toen ik bij familie was in het Midden-Oosten. Ik werd zoals altijd warm en liefdevol ontvangen. Ik vroeg me toen af wat er zou gebeuren als ik op mannen zou vallen. Het zou misschien moeilijk voor mijn familie zijn, maar ik geloof niet dat ze minder van me zouden houden. Het beeld dat in de media geschetst wordt omtrent LHBTQIA+-verhalen in de MENA-cultuur is eenzijdig: ‘Je kiest voor je familie of je kiest voor je geaardheid.’ Ik wilde een meer genuanceerd beeld laten zien en ook zelf het onderzoek aangaan. Is het wel zo zwart-wit? Wat als je beiden wilt omarmen, je familie én je geaardheid? Hoe gaat dat gesprek? Waar ligt het probleem?’

En waar kwam je achter? Waar ligt het probleem?

‘Ik denk vooral dat het dialoog mist. In de MENA-cultuur wordt vanwege de schaamte minder gesproken over gevoelige onderwerpen. Het zwijgen geldt niet alleen voor homoseksualiteit, maar ook onder meer voor persoonlijke worstelingen zoals depressie of zelfmoord. Het wordt zelfs gezien als disrespectvol om het daar nog over te hebben, ook al lijd je eronder. Het doorbreken van de stilte is daarom niet eenvoudig. Zelfs het zeggen dat je op mannen valt wordt gezien als een klap in het gezicht van je ouders. Praat je er niet over, dan bestaat het niet. Terwijl praten de sleutel is.’

Het is niet de eerste keer dat iemand dit taboe poogt te doorbreken, van Strange Fruit en het boek Djinn van Tofik Dibi tot aan de eerste Marokkaanse boot op Gay Pride, de solovoorstellingen Schijn en Shirt out Fahd! van Fahd Larhzaoui en de documentaire Het M-Woord van Haroon Ali. Heeft het dan nog wel zin? Of is het taboe te hardnekkig?

‘Ik denk zeker dat we stappen aan het zetten zijn. Al die speldenprikken helpen, maar we hebben nog een lange weg te gaan. Uit onderzoek blijkt dat 80 procent van Marokkaanse Nederlanders aangeeft dat homoseksuelen hun leven moeten kunnen leiden zoals zij dat willen en 9 procent vindt van niet. Maar we zien ook dat 56 procent van de Marokkaanse Nederlanders het een probleem vindt als hun eigen kind een vaste partner heeft van hetzelfde geslacht. Er bestaat dus een enorme discrepantie tussen de cijfers. Om dit te overbruggen is de dialoog nodig. Ik hoop en denk echt dat dit soort dingen helpen.’

Maar is dit een typisch Marokkaans verhaal? Regelmatig wordt de acceptatie van homoseksualiteit in de media gelinkt aan de islam. Zie je dat ook zo? In hoeverre is dat anders dan acceptatie in, bijvoorbeeld, orthodox-joodse gemeenschappen of orthodox-christelijke kringen?

‘De gemeenschap en familiebanden hebben een grote impact. Ik denk dat zwijgcultuur voor heel veel gemeenschappen geldt, op de Biblebelt maar ook zelfs in de sportkantine. In Nederland is de acceptatie veel hoger dan in de Marokkaanse gemeenschap, maar ook hier geeft 8 of 9 procent aan er moeite mee te hebben als het eigen kind homoseksueel blijkt te zijn. Uit hetzelfde onderzoek blijkt dat 25 procent van de Nederlanders het zelfs aanstootgevend vindt wanneer twee mannen op straat zoenen. Een kwart van de mensen!’

Zelfacceptatie is een groot deel van het probleem in de MENA-cultuur. In El Houb zien we dit terug bij Karim. Het gebrek aan zelfacceptatie duwt mensen in hopeloze situaties, tot aan zelfmoord toe. Wat kan er gedaan worden om deze groep te steunen?

‘Ik denk dat het allerbelangrijkste blijft om de dialoog aan te gaan, anders blijft er alleen een innerlijke dialoog over. Van wie is echter de tweede innerlijke stem? Als we een probleem doodzwijgen verdwijnt dit niet, maar wordt het alleen maar groter tot het monsterlijke proporties aan kan nemen. We moeten daarom praten, en daarbij bedoel ik vooral ook: luisteren naar de ander.’

Dat El Houb vertoond wordt op het Rabat International Film Festival in Marokko lijkt mij een overwinning an sich. Voelde dat voor jullie ook zo?

’Zeker, dat was voor ons echt een enorme steun in de rug. Zowel daar als in Istanbul gaat El Houb draaien. Dat had ik niet durven dromen. Dat betekent dat er echt wel een nieuwe tijd is aangebroken en dat we de film kennelijk op de juiste manier hebben verteld. We hebben een film willen maken die ook van binnenuit wordt gezien als herkenbaar en liefdevol.

‘In Rabat en Istanbul gaat ‘El Houb’ draaien. Dat betekent dat een nieuwe tijd is aangebroken’

‘Je zou verwachten dat El Houb een zware zit is, maar niets is minder waar. Er zit veel humor in de film want ook dat is kenmerkend voor de Arabische cultuur. Humor is het medicijn tegen veel kwalen in die contreien. Dat zorgt ervoor dat de film toegankelijk is, ongeacht je standpunt. De film brengt nieuwe inzichten en hopelijk begrip, zowel binnen als buiten de Marokkaans-Marokaanse gemeenschap.’

Beeld: Bind, VPRO

El Houb is vanaf vandaag in de Nederlandse bioscoop te zien. Nassiri Belaraj, oprichter van de Marokkaans-Nederlandse LHBT-stichting Pink Marrakesh, zag El Houb alvast: Ik heb de film met een lach en een traan bekeken. El Houb geeft een realistisch beeld weer. Ik zag grotendeels mijn leven aan me voorbijkomen. Dat greep me erg aan, maar er zit ook veel humor in.’ Of de toekomst er rooskleuriger uitziet? ‘We zijn er nog lang niet. De schaamte- en taboecultuur is hardnekkig, maar zichtbaar zijn en blijven helpt zeker.’

Nu u hier toch bent...

Goede journalistiek kost geld. Leden en donaties maken onze gebalanceerde berichtgeving over biculturaliteit, zingeving en vrijheid mogelijk. Steun ons daarom als u ons werk belangrijk vindt.

Vertel mij meer!
- Advertentie -