3 C
Amsterdam

Bestuurslid Diyanet-gelieerde moskeekoepel: ‘Spionage had niet moeten gebeuren’

Lees meer

Vanmiddag verscheen secretaris Murat Türkmen van moskeekoepel Islamitische Stichting Nederland (ISN) voor de ‘Parlementaire ondervragingscommissie ongewenste beïnvloeding uit onvrije landen’. Het was het laatste uit een reeks verhoren met experts en moskeebestuurders, die twee weken duurde.

Bij deze Turks-Nederlandse koepelorganisatie zijn bijna 150 moskeeën aangesloten. ISN is de Nederlandse dochterorganisatie van het Turkse presidium voor Godsdienstzaken: Diyanet.

Ondervragers Gert-Jan Segers (ChristenUnie) en Niels van den Berge (GroenLinks) trapten het verhoor af met een pittige vraag. Is ISN vanwege haar band met Turkije en de constructie van door Diyanet gestuurde imams niet een politiek instrument? ‘ISN begeeft zich niet op politiek terrein’, verdedigde Türkmen zich.

De commissie wilde ook weten of de Diyanet-imams in Nederland verantwoording af moeten leggen aan Turkije. Deze verantwoording zou dan moeten gebeuren aan de Turkse attaché voor Godsdienstzaken, een Turkse diplomaat die gevestigd is in Rotterdam. ‘Ik zou de relatie tussen de attaché en de imams niet helemaal zeker weten’, antwoordde Türkmen.

GroenLinks-Kamerlid Van den Berge wees op het Diyanet-onderzoek door de Kanttekening, dat gisteren uitkwam. In ons onderzoek stelt een voormalig Diyanet-imam uit Duitsland dat het consulaat in Duitsland politieke zaken met hem besprak. Van den Berge wilde weten of dit soort praktijken ook in Nederland voorkomen.

‘In Nederland gebeurt dat niet’, was Türkmens reactie. Maar: ‘Ze kunnen wel eens opgeroepen worden door de [Turkse] attaché [voor Godsdienstzaken]’, liet hij doorschemeren. Van den Berge vroeg of het in die gesprekken over politiek gaat. Dat kon Türkmen niet uitsluiten.

Ook kreeg de ISN-secretaris de vraag waarom de moskeeën die bij zijn stichting zijn aangesloten niet imams uit Nederland aanneemt. ‘Wij hebben geen andere keuze’, verdedigde Türkmen zich. ‘Als hier een imamopleiding zou zijn, dan hadden we misschien geen beroep gedaan op imams uit Ankara.’

De commissie confronteerde Türkmen met het feit dat Diyanet nooit actief heeft meegedaan aan het opzetten van zo’n opleiding. Hij deed daarop een geste: ‘Wij zijn bereid om hier een imamopleiding te houden.’ Wetenschappers Ahmet Erdi Öztürk en Semiha Sözeri concludeerden in 2018 nog dat ISN vanwege de band met Turkije uit alle Nederlandse initiatieven voor een imam-opleiding is gebleven.

De commissie behandelde ook het heikele punt van de lijst met vermeende Turks-Nederlandse Gülen-sympathisanten, die door toenmalig ISN-voorzitter Yusuf Acar in 2016 richting Ankara werd gestuurd. Türkmen zei hierop dat ISN hier niets te verwijten valt.

Türkmen: ‘Acar was op dat moment voorzitter van ISN, maar hij heeft dit op persoonlijke titel gedaan, als Turks attaché voor Godsdienstzaken’, verwijzend naar de dubbelfunctie die Acar toen vervulde. Ook meldde Türkmen dat Acar die lijst van internet had geplukt.

Gert-Jan Segers (ChristenUnie) haalde deze lijst boven tafel. Hij liet hem richting Türkmen gaan. Die bekeek de lijst aandachtig en liet zich ontglippen dat hij de namen ‘helemaal bovenaan’ nog nooit gezien had.

Dit komt overeen met de bevindingen van het Kanttekeningonderzoek, waarin we vaststelden dat er ook namen op de lijst voorkomen die Acar onmogelijk van internet kan hebben gehaald. In Acars namenlijst, die de Kanttekening in bezit heeft, staan deze namen – zoals Türkmen al aangaf – inderdaad helemaal bovenaan.

‘Dit had niet moeten gebeuren’, zei Türkmen. ‘Elke vorm van spionage keur ik totaal af.’ Hij gaf aan dat als een Diyanet-imam in Nederland zich aan zulke praktijken zou bezondigen, hij die ‘met het eerste vliegtuig terug’ naar Turkije sturen.

De commissie was dan ook benieuwd welke maatregelen ISN heeft genomen om te voorkomen dat dit soort spionage-handelingen in de toekomst nog gaan gebeuren. Türkmen antwoordde dat het ISN-bestuur geen leden meer heeft met een diplomatieke functie, zoals bij Acar nog wel het geval was. En: ‘Onze huidige voorzitter kan niet in zijn eentje iets de deur uitgooien.’

Over die voorzitter, Muhlis Koc, had de commissie nog een harde noot te kraken. Koc is immers ook Diyanet-imam in de Haagse Mescidi Aksa-moskee – en dus formeel ambtenaar van de Turkse staat. Kan Turkije niet via Koc overgaan tot de ‘ongewenste beïnvloeding’ waar de commissie naar op zoek is? Nee, was het antwoord van Türkmen: ook Koc heeft geen diplomatieke functie, maar een religieuze.

De commissie verwees ook naar een overheidsrapport uit 2017 dat rept over aanwijzingen voor een informeel bestuur dat vanuit Ankara de koers van ISN bewaakt. Türkmen ontkende en beriep zich op gegevens van de Kamer van Koophandel. De commissie refereerde verder niet meer naar het overheidsrapport, dat stelde dat dit gevreesde ‘informele bestuur’ ook niet in de Kamer van Koophandel te vinden is.

Eerder die dag werd hoogleraar en Turkije-expert Erik-Jan Zürcher verhoord door de commissie. Hij verhaalde onder meer over vijandigheid vanuit Diyanet richting Gülen-sympathisanten en de PKK, evenals over Turks nationalisme dat door Diyanet-imams wordt gepredikt.

De commissie vroeg Türkmen of zo’n Turks-nationalistisch narratief ook in ISN-moskeeën wordt verkondigd. ‘Dat kan ik me niet voorstellen’, aldus Türkmen. ‘Dan zouden er klachten komen.’

Of imams loyaal moeten zijn aan Turkije of Nederland, daar wilde Türkmen geen op antwoord op geven.

De parlementaire onderzoekscommissie verwacht eind april een rapport af te hebben. In dat rapport zal zij al dan niet de conclusie trekken dat er, in het geval van ISN, sprake is van ongewenste invloed uit Turkije.

Ondertussen lijkt het erop dat de Franse president Emmanuel Macron zijn conclusies over Diyanet al heeft getrokken. Turkse media melden namelijk dat de Franse regering de bankrekeningen van Diyanet in Frankrijk heeft afgesloten. Eerder deze week zei Macron al een einde te willen maken aan het systeem van door Turkije uitgezonden imams.

- Advertentie -