Hadi Matar (24), de verdachte van de mislukte moordaanslag op schrijver Salman Rushdie, bekent zelf maar een paar bladzijden uit diens roemruchte roman De Duivelsverzen te hebben gelezen. Dit zegt hij in gesprek met the New York Post. Rushdie kreeg in 1989 de beruchte fatwa aan zijn broek vanwege dat boek.
Matar vertelde het blad dat hij bewondering heeft voor wijlen ayatollah Khomeini, de Iraanse geestelijke die in 1989 een fatwa uitriep tegen Rushdie, omdat de Brits-Indiaanse schrijver in zijn roman De Duivelsverzen (1988) de islam en de profeet Mohammed zou hebben beledigd.
‘Ik respecteer de ayatollah. Ik vind hem een geweldig persoon. Dat is voor zover ik daarover zal zeggen’, aldusi de verdachte vanuit de gevangenis.
Matar gaf ook toe dat hij De Duivelsverzen niet heeft uitgelezen. ‘Ik heb een paar pagina’s gelezen. Ik heb niet alles van kaft tot kaft gelezen.’ Wel heeft Matar video’s van Rushdie op YouTube bekeken. ‘Ik mag hem (Rushdie) niet zo graag.’
Matar gelooft dat Rushdie de islam heeft aangevallen door zijn schrijven. Iran zelf ontkent elke betrokkenheid bij de aanval en geeft Rushdie zelf de schuld van de moordaanslag op zijn leven.
De advocaat van Matar pleitte afgelopen weekend dat haar cliënt onschuldig was voor poging tot moord en mishandeling.
