Het aantal daklozen in Nederland is vorig jaar opnieuw gestegen. Op 1 januari 2024 werden 33 duizend mensen gedefinieerd als dakloos, een stijging van 7.8 procent ten opzichte van een jaar eerder. Opvallend is dat de meerderheid buiten Nederland is geboren.
Het aantal daklozen laat al twee jaar achtereenvolgens een stijging zien. Terwijl er tussen 2018 en 2022 een constante daling optrad, kwamen er sinds 2022 juist meer daklozen bij, zo blijkt uit nieuwe cijfers van het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS).
Het CBS definieert daklozen als mensen die buiten, in een auto, kraakpand of vakantiewoning slapen, en mensen die de noodopvang bezoeken. Daarnaast maakt het een schatting van het aantal mensen dat niet geregistreerd wordt. Deze schatting vertegenwoordigt ongeveer 70 procent van het totaal.
Terwijl er op 1 januari 2023 30,6 duizend daklozen werden geteld, ging het een jaar later om 33 duizend. Bijna de helft van hen is geboren in een ander land dan Nederland: 9 procent in een ander Europees land, 37 procent buiten Europa. Bovendien gaat het in 21 procent van de gevallen om mensen waarvan de ouders uit een ander land komen. Slechts in 33 procent van de gevallen zijn de persoon en zijn of haar ouders geboren in Nederland.
De oververtegenwoordiging van mensen met een migratieachtergrond speelt vooral op in de vier grote steden – Rotterdam, Amsterdam, Utrecht en Den Haag. In deze vier steden was slechts 16 procent van de dakloze mensen, net als hun ouders, geboren in Nederland. In de overige gemeenten was dat 41 procent, meldt CBS.
De vier grote steden nemen samen overigens 32 procent van het totale aantal daklozen voor hun rekening. Dit is een bekend verschijnsel, in de grote stad liggen meer kansen en is het makkelijker om een netwerk op te bouwen.