De regering van de Amerikaanse president Joe Biden wil een nationale campagne voeren tegen islamofobie. Amerikaanse moslims zijn echter sceptisch, omdat Biden de Israëlische aanvallen op de Gazastrook door dik en dun steunt.
In mei dit jaar lanceerde de Amerikaanse regering een nationale campagne tegen antisemitisme, de campagne tegen islamofobie is hier het vervolg op. Gisteren kondigde het Witte Huis het initiatief, de eerste in zijn soort, aan. Politici, belangengroepen en gemeenschapsleiders moeten samen overleggen met de regering om ‘de plaag van islamofobie en haat in al zijn vormen tegen te gaan’. Elke Amerikaan moet de vrijheid hebben om zijn leven te kunnen leven ‘zonder angst voor de manier waarop hij bidt, wat hij geloof en wie hij is’, aldus woordvoerder Karine Jean-Pierre van het Witte Huis.
De bedoeling was dat de regering van Biden de plannen om islamofobie tegen te gaan vorige week al zou presenteren, maar dit werd uitgesteld naar deze week omdat veel Amerikaanse moslims weinig vertrouwen hebben in Biden, aldus internationaal persagentschap Associated Press. De Amerikaanse president staat namelijk vierkant achter Israël, dat nu al meer dan drie weken lang bloedige aanvallen uitvoert op de Gazastrook, waarbij meer dan 8000 mensen zijn omgekomen.
Vanwege de oorlog tussen Israël en de Palestijnen voelen veel Amerikaanse moslims zich niet meer veilig. De Council on American-Islamic Relations (CAIR), de grootste burgerrechtenorganisatie van moslims in de Verenigde Staten, heeft tussen 7 en 24 oktober 774 meldingen van islamofobe incidenten ontvangen, een stijging van 182 procent in vergelijking met dezelfde periode van 16 dagen in 2022. Het ergste islamofobe haatmisdrijf is de moord op het zesjarige jongetje Wadea Al-Fayoume. Hij en zijn moeder werden neergestoken door hun huisbaas, die volgens de politie schreeuwde: ‘Jullie moslims moeten sterven.’
Volgens de Amerikaanse schrijver Arun Kundani, die over racisme publiceert, is islamofobie in de Verenigde Staten geworteld in de onvoorwaardelijke steun voor Israël, zo schrijft hij in een artikel voor The New Arab. ‘Anti-moslimracisme berust op een simpele waarheid: om het Amerikaanse buitenlandse beleid in het Midden-Oosten te rechtvaardigen – in het bijzonder de steun aan het Israëlische systeem van apartheid en militaire bezetting – is een ontmenselijking van de slachtoffers nodig. In plaats van de Palestijnse beweging te zien als geworteld in een strijd voor vrijheid van onderdrukking is het handig om te geloven dat Arabieren en moslims in wezen fanatiek en gewelddadig zijn. Alle moderne vormen van kolonialisme gaan uit van racisme, dat geldt ook voor het zionistische kolonialisme.’