Dat de rechtbank in Den Haag gisteren besloot dat etniciteit bij grenscontroles als één van de selectiecriteria mag blijven bestaan, is de wereld niet ontgaan.
Hiermee schuift de rechter de discriminatieaanklacht terzijde, die aangespannen is door Mpanzu Bamenga en gesteund werd door verschillende maatschappelijke organisaties.
De gang van Bamenga naar de rechter kwam nadat hij van de grenspolitie te horen kreeg dat hij ‘niet Nederlands lijkt’.
Ook vanuit internationale media en mensenrechtenorganisaties kan de aanpak op veel aandacht rekenen.
‘Elke keer wanneer ik naar mijn land, Nederland, kom, word ik gestopt vanwege mijn etniciteit’, deed Mabenga zijn beklag bij het internationale persbureau Associated Press.
‘Etnische profilering toegestaan in Nederland’, koppen de Engelse Metro en de Midden-Oosterse nieuwszender al Jazeera.
Amnesty International meent dat de rechter internationale mensenrechten en artikel 1 van de Nederlandse grondwet ‘uit het raam heeft gegooid’:
‘Door te oordelen dat de politie mensen kan aanvallen op basis van huidskleur en ras, heeft de rechtbank een praktijk toegestaan die in strijd is met het verbod op discriminatie’.
Bamenga zal zeer waarschijnlijk in hoger beroep gaan.