Het kabinet stelt een Anton de Kom-leerstoel in bij de Vrije Universiteit in Amsterdam. De leerstoel is onderdeel van eerherstel voor de Surinaamse verzetsheld.
Maandag bood minister Wopke Hoekstra namens het kabinet excuses aan de kinderen en andere familieleden van de Surinaamse antikoloniale activist Anton de Kom (1898-1945) voor het leed dat hij en zijn gezin hebben ondervonden door toedoen van de Nederlandse autoriteiten. Daarnaast heeft het kabinet besloten om een Anton de Kom-leerstoel in te stellen. Deze leerstoel is gericht op de historische verwerking van het Nederlandse slavernijverleden en de doorwerking daarvan in het heden. De regering hoopt hiermee het gedachtegoed van Anton de Kom bekender te maken bij het grote publiek.
De in 1898 in Paramaribo geboren De Kom was een antikoloniale activist. Hij werd in februari 1933 gearresteerd, toen hij een lijst met klachten wilde aanbieden aan het koloniale bestuur. Zijn aanhangers eisten daarop zijn vrijlating, maar de politie besloot met scherp te schieten, met twee doden en tweeëntwintig gewonden tot gevolg. Ruim drie maanden zat De Kom in de gevangenis, voordat hij naar Nederland werd gedeporteerd. Daar schreef hij in 1934 het boek Wij slaven van Suriname, een felle aanklacht tegen de uitbuiting van Suriname door Nederland, tijdens de slavernij en het tijdperk der ‘vrijheid’.
Na de Duitse inval in mei 1940 sloot De Kom zich aan bij het communistisch georiënteerde Nederlands verzet. Op 7 augustus 1944 werd hij gearresteerd. Eerst werd hij in het Oranjehotel in Scheveningen vastgehouden, om vervolgens naar Kamp Vught te worden overgeplaatst. Begin september 1944 werd hij naar Duitsland gedeporteerd. Op 24 april 1945, twee weken voor het einde van de oorlog, overleed hij aan tbc in Kamp Sandbostel, een buitenkamp van het Duitse concentratiekamp Neuengamme.
