De regering maakte zaterdag excuses aan honderden oud-Dutchbatters. Maar sommige Bosniërs en Bosnische Nederlanders hekelen dat excuses aan Dutchbat prioriteit lijkt te hebben boven excuses aan de Bosniërs.
‘Wij, de overlevenden van Srebrenica, wachten nog steeds op excuses van de Nederlandse regering’, reageerde directeur Emir Suljagic van het Srebrenica Memorial Center op Twitter.
De Bosnisch-Nederlandse Srebrenica-overlever en nabestaande Alma Mustafic zegt tegen de Kanttekening dat ze het vooral ‘pijnlijk’ vindt. ‘Begrijp me niet verkeerd, ik gun die Dutchbatters ook hun erkenning voor het feit dat ze in de steek zijn gelaten. Maar wij zijn vermoord. En daar zijn nooit excuses voor gemaakt.’
Deze volgorde is ‘onverantwoord’, zegt ze. ‘Het gaat nu weer over de Dutchbatters en het voelt als ‘eigen mensen eerst’. Maar er zijn 60.000 Bosnische Nederlanders. Zijn zij niet onze mensen? Er zou op zijn minst gelijktijdige excuses moeten plaatsvinden. Dit zorgt alleen maar voor meer verdeeldheid tussen de Dutchbatters en de Bosniërs.’
Volgens premier Mark Rutte stonden de Nederlandse militairen voor een onuitvoerbare missie, die leidde tot een ‘gekmakende machteloosheid’. Hij maakte daarom namens de regering excuses voor hoe deze veteranen zijn behandeld tijdens en na de mislukte missie in Bosnië in 1995, waarbij ruim achtduizend Bosnische moslims zijn vermoord. Dutchbat III kwam ‘in de beeldvorming onterecht in het beklaagdenbankje’ terecht, aldus de premier.
Ook vindt dat Mustafic dat de feiten verdraaid worden. Het klopt volgens haar niet dat de Dutchbatters niks konden doen.
‘We hebben meerdere arresten (rechterlijke uitspraken waarin de Nederlandse staat verantwoordelijk wordt gesteld voor de moord op de Bosniërs op de compound, red.) waarin staat dat de Nederlandse staat aansprakelijk is voor de dood van Bosniërs. Ze wisten wél dat er mensen buiten de compound werden vermoord, en toch hebben ze Bosniërs laten vertrekken. Waaronder mijn vader Rizo Mustafic, hij werkte voor de Dutchbatters.’
Mustafic is niet te spreken over de organisatie en hoe het ministerie van Defensie haar buiten de plechtigheid heeft gehouden. Zelf was ze niet welkom, zegt ze.
‘Ik was ongewenst. Toen ik expliciet vroeg of ik niet welkom was, zei een woordvoerder van Defensie: dat heeft u goed begrepen. Maar ze doen alsof dit allemaal in samenwerking en goedkeuring van de Bosnische gemeenschap is gebeurd. Dat is niet het geval, buiten die twee excuus-Bosniërs zaterdag. Waarschijnlijk omdat ze dachten dat er te weinig Bosniërs waren. Dit is kwalijk.’
Met ‘die twee excuus-Bosniërs’ bedoelt Mustafic leden van het Comité Pleinherdenking 11 juli, dat de genocideherdenking in Den Haag organiseert, en van de Monumentwerkgroep, die zich buigt over een nog neer te zetten Srebrenicamonument dat in Den Haag komt te staan. Ook de Bosnische ambassadeur was aanwezig.
Een woordvoerder van het ministerie van Defensie reageert: ‘Het ging hier om een bijeenkomst in het kader van erkenning en waardering voor Dutchbat III. Om tot deze bijeenkomst te komen is er samengewerkt met de Vereniging Dutchbat III. In overleg met de Dutchbat III vereniging is afgesproken de twee Bosnische(-Nederlandse) organisaties waarmee contact bestaat uit te nodigen voor deze bijeenkomst. Zodoende zijn de heer Hajdarević, voorzitter van de Monumentwerkgroep, en mevrouw Avdić, lid Comité Pleinherdenking 11 juli uitgenodigd. Daarnaast heeft de Bosnische ambassadeur een uitnodiging gekregen. Omdat de voorzitter van de Monumentwerkgroep vertegenwoordigd was, was er geen aanleiding om ook andere leden uit te nodigen. Dit is haar ook door een ambtenaar van het ministerie medegedeeld.’
Tot slot wil Mustafic zeggen ‘dat als Mark Rutte de Bosnische gemeenschap tegemoet wil komen, dat hij maar eens naar de herdenking van 11 juli moet komen, hier in Den Haag’.
Defensieminister Kajsa Ollongren, die net als Rutte zaterdag de Dutchbatters toesprak, zei in haar speech dat ze op 11 juli namens de Nederlandse regering de genocideherdenking in Srebrenica zelf wil bijwonen.