Kamerlid Don Ceder (ChristenUnie) wil een Nederlands monument voor de Aramese Genocide van 1915, die gelijktijdig plaatsvond met de Armeense Genocide. Dat zei hij gisteren in Enschede op de herdenking van de genocide op honderdduizenden Aramese christenen in het Ottomaanse Rijk.
Ook opperrabbijn Binyomin Jacobs pleitte er voor een Nederlands monument voor de ‘Sayfo’, zoals de Aramese Genocide of Assyrische Genocide – niet te verwarren met de Armeense Genocide – bekendstaat. In Almelo, Amsterdam en Assen staan monumenten voor de Armeense Genocide, maar een monument voor de genocide op de Arameeërs is er nog niet.
De Tweede Kamer heeft de genocide op de Armeniërs, Arameeërs, Grieken en andere minderheden in het Ottomaanse Rijk in 1915 erkend, het kabinet doet dit vooralsnog niet. Don Ceder zei zich ervoor in te zullen spannen dat het kabinet dit wel zal gaan doen.
Socioloog Sofia Mutlu-Numansen (Universiteit Twente), die onderzoek doet naar hoe de diasporagemeenschappen omgaan met de genocide van 1915, vertelde een hartverscheurend verhaal over Aramese vrouwen en meisjes die systematisch slachtoffer werden van verkrachtingen door Ottomaanse militairen. Moeders vertelden hun dochters dat het beter was om zelfmoord te plegen dan om verkracht te worden en gedwongen tot de islam bekeerd te worden.
De Suryoye Aramese Federatie Nederland en andere Aramese organisaties zitten achter deze jaarlijkse herdenking in Enschede. Zo’n vierhonderd mensen, vooral Aramese christenen, waren erop af gekomen.
In Twente wonen ongeveer 20.000 Aramese christenen, vooral in Enschede en Hengelo. Ze emigreerden vanaf de jaren zestig naar Nederland, net als de Turkse gastarbeiders.
