Uit een opiniepeiling van onderzoeksbureau Gallup blijkt dat 33 procent van de Amerikanen zich serieus zorgen maakt over islamofobie. Dit bericht nieuwssite the Hill.
74 procent van de geënquêteerden maakt zich enigszins of serieus zorgen over islamofobie, maar slechts 33 procent maakt zich serieus zorgen. Ter vergelijking: 81 procent maakt zich enigszins of serieus zorgen over antisemitisme, maar 49 procent van de geënquêteerden vindt antisemitisme een serieus probleem.
Dat veel Amerikanen antisemitisme als een groot probleem zien, komt door de aanval van Hamas op Israël van 7 oktober en de pro-Palestijnse demonstraties die door conservatieve Amerikanen als antisemitisch worden geframed.
Het zijn vooral oudere Amerikanen die zich zorgen maken over antisemitisme. 66 procent van de Amerikanen van 65 jaar en ouder en 55 procent van de Amerikanen tussen 50 en 65 jaar beschouwen antisemitisme als een ‘zeer serieus’ probleem. 36 procent van de Amerikanen onder de 50 zei hetzelfde.
Uit de peiling bleek verder dat 34 procent van de mensen ouder dan 65 zei dat vooroordelen tegen moslims zeer ernstig zijn, terwijl 32 procent van de respondenten in de leeftijd van 50 tot 64 dat zei. 32 procent van degenen onder de 50 zei ook dat vooroordelen tegen moslims een ernstig probleem waren.
Daarnaast is er een groot verschil tussen de conservatieve Republikeinen en de progressievere Democraten. 63 procent van de Republikeinse kiezers maakt zich ernstige zorgen over Jodenhaat, terwijl maar 18 procent dezelfde zorgen heeft over haat tegen moslims. Onder Democraten liggen de cijfers anders: 49 procent vindt antisemitisme een ernstig probleem, 50 procent islamofobie.
De peiling werd uitgevoerd van 1 tot 23 mei onder 1.024 volwassenen via telefonische interviews. De foutmarge is plus of min 4 procentpunten.
Na 7 oktober vonden er veel islamofobe incidenten plaats in de Verenigde Staten. De Council on American-Islamic Relations (CAIR), de grootste burgerrechtenorganisatie van moslims in de Verenigde Staten, heeft tussen 7 en 24 oktober 774 meldingen van islamofobe incidenten ontvangen. Dat is een stijging van 182 procent in vergelijking met dezelfde periode van 16 dagen in 2022. Het ergste islamofobe haatmisdrijf is de moord op het zesjarige jongetje Wadea Al-Fayoume. Hij en zijn moeder werden neergestoken door hun huisbaas die volgens de politie schreeuwde: ‘Jullie moslims moeten sterven.’
De regering van de Democratische president Joe Biden ziet islamofobie ook als een probleem en is hier vorig jaar een campagne tegen gestart. Veel Amerikaanse moslims zijn echter sceptisch over deze campagne, omdat Biden de Israëlische aanvallen op de Gazastrook door dik en dun steunt.
Volgens de Amerikaanse schrijver Arun Kundani die over racisme publiceert, is islamofobie in de Verenigde Staten geworteld in de onvoorwaardelijke steun voor Israël, zo schrijft hij in een artikel voor the New Arab. ‘Anti-moslimracisme berust op een simpele waarheid: om het Amerikaanse buitenlandse beleid in het Midden-Oosten te rechtvaardigen – in het bijzonder de steun aan het Israëlische systeem van apartheid en militaire bezetting – is een ontmenselijking van de slachtoffers nodig. In plaats van de Palestijnse beweging te zien als geworteld in een strijd voor vrijheid van onderdrukking is het handig om te geloven dat Arabieren en moslims in wezen fanatiek en gewelddadig zijn. Alle moderne vormen van kolonialisme gaan uit van racisme, dat geldt ook voor het zionistische kolonialisme.’