De Turkse president Erdogan belooft de Byzantijnse mozaïeken in de Hagia Sophia niet weg te halen, nu het museum in een moskee verandert.
Dat zei hij gisteren tijdens een telefoongesprek met zijn Russische collega Vladimir Poetin.
De Hagia Sophia was oorspronkelijk een christelijke kathedraal, totdat de Turken de stad veroverden. Toen het gebouw in een moskee werd getransformeerd werden de Byzantijnse mozaïeken achter pleisterwerk verborgen. Na de transformatie van de moskee in een museum in 1935 werden de Byzantijnse mozaïeken weer zichtbaar.
De Turkse beslissing om van de Hagia Sophia een moskee te maken heeft in Rusland tot een storm van verontwaardiging geleid. Het gaat dan wel om een Turkse binnenlandse aangelegenheid, zei Poetin tegen Erdogan, maar voor Rusland – dat zich als een geestelijke erfgenaam van het Byzantijnse keizerrijk beschouwt – heeft de Hagia Sophia grote symbolische en religieuze waarde.
Constantinopel was het Tweede Rome, totdat de Turken de stad veroverden. Daarna werd Moskou, aldus de Russisch-orthodoxe Kerk, het Derde Rome.
De Turkse president belooft nu dat hij de mozaïeken zal beschermen. Een woordvoerder van Erdogans AKP-partij voegt daar nog aan toe dat de mozaïeken tijdens de gebedsdiensten enkel bedekt zullen worden met gordijnen en lasers.