Turkije is niet in staat om een nieuwe vluchtelingeninstroom uit Afghanistan het hoofd te bieden. De Turkse president Erdogan herhaalde deze boodschap gisteren in een telefoongesprek met de Duitse president Frank-Walter Steinmeier.
Erdogan riep Duitsland en de rest van de Europese Unie op hulp te verlenen aan de buurlanden van Afghanistan bij het dragen van ‘de last van de Afghaanse migratie’.
Ankara maakt zich zorgen over een mogelijke nieuwe toestroom van migranten als gevolg van de Taliban-overname. Turkije is nu bezig met de bouw van een muur langs de grens met Iran, het land dat geldt als doorgangsland voor migranten die naar Turkije en daarna eventueel de EU willen.
De Turkse president vertelde Steinmeier dat niemand een ‘herbeleving van de Syrische vluchtelingengolf van 2015′ wil. Zes jaar geleden kwamen honderdduizenden vluchtelingen en andere migranten via Turkije Griekenland binnen, over land maar ook via boten. Veel vluchtelingen zitten nog steeds vast in vluchtelingenkampen op de Griekse eilanden.
Naast de 3,7 miljoen Syrische vluchtelingen zijn er nog ongeveer 330.000 andere asielzoekers in Turkije, vooral Afghanen. Tegen hen wordt vanuit verschillende Turkse politieke stromingen, niet in de laatste plaats door de seculiere oppositiepartij CHP, geëist dat ze vertrekken, ondanks de onveilige oorlogssituatie in hun land van herkomst.
In 2016 sloten de EU en Turkije een deal. Turkije zou Syrische en andere vluchtelingen opvangen in ruil voor miljarden euro’s aan financiële steun en concessies als visumvrij naar de EU reizen voor Turkse burgers. Erdogan wil mogelijk een nieuwe vluchtelingendeal met de EU sluiten om de Afghaanse vluchtelingen op te vangen, in ruil voor nieuwe miljarden en nieuwe concessies.