De Turkse president Erdogan heeft de Russische president Vladimir Poetin gisteren per telefoon gemaand dat hij de Koerdische troepen in Noord-Syrië verder van de Turkse grens weg moet drijven.
Erdogan dreigt nu al weken met een nieuwe inval tegen de Koerdische YPG-troepen. Hij geeft de YPG de schuld van de dodelijke bomaanslag vorige maand in Istanbul. Volgens Turkije is de YPG daarnaast gelinkt aan de PKK, de Koerdische militie die in Turkije, de VS en de Europese Unie op de terreurlijst staat.
Sinds 2016 heeft Turkije vier militaire operaties ondernomen tegen de YPG. De Turkse president zei tegen Poetin dat de Koerdische strijders minimaal dertig kilometer van de Turkse grens verwijderd moeten zijn, zoals Turkije na een Syrische inval in 2019 overeenkwam met Rusland.
Het Kremlin wil niet openlijk op de kwestie ingaan.
Hoewel Erdogan en Poetin doorgaans goed contact hebben, is Turkije als NAVO-land kritisch op de Russische inval in Oekraïne. Maar Erdogan heeft Poetin wel nodig. De Rus is de belangrijkste bondgenoot van de Syrische dictator Bashar al-Assad, waarvan Erdogan hoopt dat hij eens een keer in actie komt tegen de YPG. Daarnaast zijn enkele YPG-strijdkrachten gestationeerd in gebieden die onder controle vallen van Rusland.
Daarbij sprak Erdogan in hetzelfde telefoongesprek met Poetin nog over Oekraïne, uitbreiding van de graandeal en samenwerking bij gasprojecten tussen Turkije en Rusland. Turkije probeert economische een slaatje te slaan uit samenwerking met Rusland; ook wil het punten scoren bij het Westen door te bemiddelen tussen Oekraïne en de Russische bezetter.
