Het Europees Hof voor de Rechten van de Mens oordeelt dat Turkije de vrijheid van meningsuiting van veertig parlementariërs van de pro-Koerdische partij HDP heeft geschonden, door hun parlementaire onschendbaarheid af te pakken. Dit meldt de Turkse nieuwssite Ahval.
Het intrekken van hun parlementaire onschendbaarheid is in strijd met de Turkse grondwet, oordeelt het hof. Partijkopstukken als Selahattin Demirtas en Figen Yüksekdag (foto) zitten al ruim vijf jaar vast op beschuldiging van banden met de PKK, een Koerdische organisatie die in Turkije, de Europese Unie en de Verenigde Staten is aangemerkt als een terroristische organisatie.
‘Alle parlementsleden achter de tralies moeten onmiddellijk worden vrijgelaten’, reageert Demirtas’ advocaat op de uitspraak. Turkije trekt zich in de regel niets aan van uitspraken van dit Europese hof.
Het Erdogan-regime heeft de afgelopen jaren de strijd tegen de pro-Koerdische partij HDP geïntensiveerd, omdat die expres in het belang zou werken van de PKK. Sinds 2019 is het overgrote merendeel van alle 65 democratisch verkozen HDP-burgemeesters in de ontslagen en vervangen door zetmannen van de regering. Ook dreigt een partijverbod. Vooral de ultranationalistische partij MHP, de coalitiepartner van Erdogan, pleit hiervoor.
Ondanks alle dreiging blijft de HDP haar rug recht houden. De vicevoorzitter van de HDP zong eergisteren in het Turkse parlement een Koerdisch lied, om zo te protesteren tegen de arrestatie van een groep Koerdische muzikanten in Istanbul.
