De Amsterdamse burgemeester Femke Halsema heeft een boze brief naar Israël gestuurd over de bemoeienis van dat land met zaken van de hoofdstad. ‘Amsterdam zal niet bestuurd worden door buitenlandse instituties’, schrijft zij in onomwonden taal naar haar Israëlische collega-bestuurders.
De brief is een ferme reactie op de brief dat het Israëlische ministerie voor Diasporazaken verstuurde naar aanleiding van het annuleren van het Chanoeka-concert in het Concertgebouw. Een van de muzikanten zou in actieve dienst zijn bij het Israëlische leger, dat sinds de genocide in Gaza van oorlogsmisdaden wordt beschuldigd.
Israël ziet in het annuleren van het concert een bewijs van het toenemende antisemitisme in Europa, en daarbij wordt ook de Holocaust erbij gehaald. ‘Meer dan 75 procent van het Nederlandse Jodendom werd vermoord tijdens de Holocaust. Dat is het hoogste aantal in West-Europa. Van de 140.000 Joden werden er 102.000 vermoord. Van een land met zo’n geschiedenis zou men verwachten dat er wordt gewaakt voor de terugkeer van oude patronen van uitsluiting’, staat onder meer in de brief van Israël.
Daar is de burgemeester allerminst van gediend. ‘Ik weiger elke suggestie dat dit om antisemitisme gaat’, schrijft ze in haar eigen brief aan Israël. Ze noemt het ook ‘walgelijk’ dat de vergelijking wordt gemaakt met de vervolging van Joden tijdens de Tweede Wereldoorlog.


