Een collectief van 127 Joodse intellectuelen heeft een petitie getekend tegen een Frans wetsvoorstel dat antizionisme en antisemitisme aan elkaar gelijkstelt. Het wetsvoorstel werd gisteravond door het Franse parlement aangenomen. 154 parlementariërs stemden voor, 72 tegen.
France 24 sprak met professor en petitie-ondertekenaar James Cohen, die het wetsvoorstel ‘problematisch’ vindt. Het bekritiseren van Israël, volgens de professor een legitieme zaak, zou hiermee in het verdachtenbankje komen te staan. Ook stelt Cohen dat de definitie van antisemitisme op deze manier veel te breed wordt gedefinieerd.
‘Sommige mensen die zich keren tegen het beleid van de staat Israël, die misschien zelfs wel het bestaansrecht van Israël ontkennen, kunnen ook antisemitisch zijn (…) maar dit is geen reden om de gerechtvaardigde handeling van het bekritiseren van het beleid van de staat Israël te delegitimeren. En wat betreft het bestaansrecht van de staat Israël: je moet vragen kunnen stellen of een éénstaatoplossing of een tweestatenoplossing levensvatbaar is. Waarom mogen we deze discussie niet voeren?’
In Nederland vorig jaar november een vergelijkbare kwestie. Toen nam de Tweede Kamer een SGP-motie aan die de regering opdraagt de IHRA-definitie van antisemitisme te hanteren. Die luidt:
‘Antisemitisme is een bepaalde perceptie van Joden, die kan worden uitgedrukt als haat tegen Joden. Retorische en fysieke manifestaties van antisemitisme zijn gericht tegen Joodse of niet-Joodse individuen en/of hun eigendom, jegens instellingen van de Joodse gemeenschap en religieuze voorzieningen.’
Deze definitie, opgesteld door de International Holocaust Remembrance Alliance (IHRA), haalt volgens tegenstanders antisemitisme en kritiek op de Israëlische regering door elkaar. D66 en de linkse partijen stemden daarom tegen. Een Ander Joods Geluid (EAJG) wees de IHRA-definitie ook af.