De pogrom die gisteren tegen Syriërs begon, breidt zich snel uit in Turkije. Na Kayseri worden ook in Hatay, Adana, Bursa en Gaziantep Syriërs slachtoffer van aanvallen van boze Turkse volksmenigtes. In bezette delen van Noord-Syrië worden Turkse legereenheden en vrachtwagenchauffeurs aangevallen door gewapende Syrische groepen en de lokale bevolking. Zo meldt de Turkse nieuwssite Duvar.
Het mogelijke zedenmisdrijf door een Syriër tegen een meisje in Kayseri lijkt de spreekwoordelijke lont in het kruitvat voor de grote onvrede over de Syrische aanwezigheid in Turkse steden. De hashtag #Suriyelilersinirdisiedilsin (Syriërs moeten het land uit) is weer trending. Huizen en winkels van Syrische vluchtelingen worden in brand gestoken, maar er komen ook beelden binnen van Syriërs die op straat en in hun huizen worden gelyncht.
De Turkse president Erdogan is er als de kippen bij om de oppositie te beschuldigen van de Turkse volkswoede. De ‘giftige taal’ van de seculiere oppositiepartij CHP zou het geweld veroorzaken. ‘We komen nergens met xenofobe vluchtelingenhaat’, aldus Erdogan.
Toch lijkt de racistische volkswoede een veel breder fenomeen. Veel Turken sympathiseren met de extreemrechtse Grijze Wolven, die samen met de islamistische AKP de dienst uitmaken in Turkije.
Intussen lokt het racistische geweld tegen Syriërs ook een reactie uit in Noord-Syrië, waar de Turkse militaire bezetting ongewenst wordt verklaard door Turkse vlaggen te verscheuren en verbranden en Turken tot doelwit te maken.