10.9 C
Amsterdam

Haagse rechtbank gaat Israëlische minister niet vervolgen voor doden

Lees meer

Het Haagse Hof van Beroep oordeelde gisteren dat de Israëlische defensieminister Benny Gantz niet vervolgd kan worden in Nederland voor de dood van zes Palestijnen bij een luchtaanval op Gaza in 2014.

De rechtszaak was aangespannen door de Palestijns-Nederlandse Ismail Zaida, die daarbij drie broers, een schoonzus, een jonge neef en een vriend verloor.

De zaak van Ziada werd in januari 2020 al geseponeerd door een lagere rechtbank in Den Haag die oordeelde dat het beginsel van universele jurisdictie – dat landen in staat stelt om oorlogsmisdaden en marteling te vervolgen, ongeacht waar ze zijn gepleegd – niet kunnen worden toegepast in civiele zaken. De zaak tegen Gantz en voormalig luchtmachtcommandant Amir Eshel kon niet doorgaan omdat de mannen ‘functionele immuniteit van jurisdictie hebben’, oordeelde de rechter destijds.

Gisteren oordeelde het Haagse Hof van Beroep dat de lagere rechtbank terecht heeft geoordeeld dat Benny Gantz – destijds een hoge militaire officier – en Amir Eshel immuniteit hadden omdat ze het Israëlische regeringsbeleid uitvoerden. Wel zei de rechtbank niet blind te zijn voor het verdriet en de pijn van de eiser.

Benny Gantz is blij met de uitspraak, zo laat hij weten. De minister van Defensie zegt dat hij er al zeker van was dat hij en Israël in overeenstemming met het internationaal recht hadden gehandeld. ‘Ik ben erg blij dat nu andere mensen hetzelfde hebben gezegd.’

Ziada’s advocaat, Liesbeth Zegveld, zegt dat haar cliënt nog moest beslissen of ze in beroep zou gaan, maar suggereerde dat de vooruitzichten om de uitspraak ongedaan te maken klein waren. ‘De kans dat het Nederlandse Hooggerechtshof het Israëlische leger ter verantwoording zal roepen is klein.’

- Advertentie -