Het aantal haatmisdrijven in Turkije op basis van religie, levensovertuiging of atheïsme is vorig jaar toegenomen. In 2023 vonden er 47 zulk soort misdrijven plaats, zo concludeert het Initiatief Religieuze Vrijheid op basis van een jaarlijks rapport.
Dit meldt de Turks-Armeense krant Agos. De meeste haatincidenten waren gekant tegen christenen in Turkije. Met 22 incidenten voert christofobie de lijst met haatmisdrijven aan.
Christofobie gaat in Turkije vaak gepaard met racistische taal tegen Armeniërs, Assyriërs en Grieken, de grootste (overgebleven) christelijke minderheden in Turkije. Tijdens de Eerste Wereldoorlog en ook daarna zijn deze groepen slachtoffer geworden van genocidaal geweld, massale deporaties en pogroms.
Op plek twee staan antisemitische misdrijven. In het rapport worden veertien incidenten tegen de Joodse gemeenschap in Turkije genoemd. Daarna volgen zeven haatincidenten tegen alevieten, vier tegen moslims, twee tegen jezidi’s en één incident tegen atheïsten.
Uit het rapport blijkt dat antisemitische misdrijven na de aanvang van de oorlog in Gaza in oktober vorig jaar in frequentie zijn gestegen en dus vaker voorkomen. In twee gevallen ging het om het gebruik van nazisymbolen op Turkse scholen.
Incidenten lopen uiteen van bedreigingen en intimidaties tot fysiek geweld en vandalisme van gebouwen zoals kerken, moskeeën en begraafplaatsen. De onderzoekers stellen dat er in Turkije veel te weinig gedaan wordt tegen haatmisdrijven.
