6.2 C
Amsterdam

IND-baas vraagt in Tweede Kamer om politieke steun

Lees meer

De directeur-generaal van de IND, Rhodia Maas, sprak gisteren de Tweede Kamer toe. Tijd, geld en politieke steun zijn essentieel om de asielplannen van het kabinet en Europa uit te voeren, vertelde ze.

In 2025 gaat in Nederland de asielnoodmaatregelenwet in. Een jaar later zal het Europese Asiel- en Migratiepact van kracht worden. Beide betreffen maatregelen die het werk van de Immigratie- en Naturalisatiedienst (IND) flink zullen beïnvloeden. De IND is uiteindelijk een uitvoeringsorgaan, maar wil ook een eigen geluid laten horen, zei Maas tegen de Kamerleden. ‘We willen laten weten wat de knelpunten zijn.’ Maas lichtte deze knelpunten nog eens uitgebreid toe in een interview op de website van de IND.

Minder geld

Op basis van de verwachting van een lagere instroom als gevolg van het nieuwe asielbeleid, schaalt het ministerie van Asiel en Migratie de financiering de komende jaren flink af.  Terwijl voor 2025 nog 926 miljoen euro is begroot voor de IND, daalt dat bedrag naar 513 miljoen in 2027 en naar 377 miljoen in 2028 en 2029, een afname van 60 procent.

Maas vindt het lastig in te schatten of dit realistisch is, zegt ze. ‘De instroom daalt nu iets, maar ik zie om me heen een buitengewoon onrustige wereld. Het is niet de veronderstelling dat het aantal binnenkomende asielzoekers onmiddellijk daalt. Het migratiepact gaat ongetwijfeld een rol spelen, maar het effect moeten we nog bezien.’

Bovendien vormt asiel slechts een kwart van alle aanvragen bij de IND, merkt ze op. Ondertussen gaat reguliere migratie gewoon verder. ‘De vraag naar arbeidskrachten, ook van buiten Europa, stijgt’, aldus Maas. Ze maakt zich vooralsnog geen zorgen, omdat de minister duidelijk heeft gezegd dat de bezuinigingen alleen doorgang vinden als de instroom daalt, zegt ze in het IND-interview. Met deze toevoeging lijkt ze het belang van deze belofte nog eens te willen benadrukken.

Onderscheid tussen vluchtelingen

Ze maakt zich vooral zorgen over de gevolgen van de wijzigingen voor het personeel en de al hoge werkdruk binnen de organisatie. Het doorvoeren van wijzigingen kost tijd, zowel in werkwijzen als in het aantal medewerkers, legt ze uit.

Ze is met name kritisch over de plannen om het tweestatusstelsel opnieuw in te voeren, dat onderscheid maakt tussen vluchtelingen met een A-status (permanente verblijfsvergunning) en een B-status (tijdelijk verblijf). Ze verwacht dat de werkdruk daardoor zal toenemen, omdat medewerkers uitgebreider moeten motiveren waarom iemand wel of niet voor een bepaalde status in aanmerking komt. ‘Als het moet, doen we het uiteraard. We zijn een uitvoeringsorganisatie, dus moeten het kabinetsbeleid uitvoeren. Maar het zorgt wel voor extra druk op onze ambitie om de productiviteit te verhogen.’

Ze vraagt de politiek dan ook om rekening te houden met de timing van de veranderingen. Het uiteindelijke doel om te komen tot een simpelere, snellere en soberdere asielprocedure deelt ze met het kabinet. De plannen van het kabinet bevatten zeker onderdelen die daarbij kunnen helpen. ‘Maar niet alles tegelijk, want onderdelen eerder invoeren, terwijl wij er nog niet klaar voor zijn, werkt averechts’, aldus de directeur-generaal.

- Advertentie -