Een Indiase islamitische organisatie heeft bezwaar ingediend bij het Hooggerechtshof tegen het verwoesten van eigendommen van moslims door bulldozers. De bulldozers worden door de Indiase autoriteiten gestuurd onder het mom van criminaliteitsbestrijding.
De verdachten werden beschuldigd van geweld tijdens een recent hindoefestival, dat over het hele land plaatsvond. Ze zouden met stenen hebben gegooid, waarna er geweld uitbrak tussen hindoes en moslims. Hierbij vielen hindoe-extremisten de huizen en winkels van moslims aan en werden uiteindelijk bijna tien huizen van moslims in brand gestoken.
De daaropvolgende bulldozer-praktijken vinden plaats in tenminste twee deelstaten. Volgens de hindoe-nationalistische regeringspartij BJP zouden de vernielde gebouwen alleen op terrein staan dat door de overheid wordt beheerd. Mensenrechtenorganisaties, waaronder Amnesty International, spreken dit tegen.
Amnesty: ‘Het merendeel van de gesloopte panden is eigendom van moslims. Dergelijke bestraffende sloop van gezinswoningen van verdachten kan ook neerkomen op collectieve bestraffing, in strijd met de internationale mensenrechtenwetgeving.’