De Iraakse premier Mohammed Shia al-Sudani bracht afgelopen weekend een bijzonder bezoekje aan de Syrische dictator Bashar al-Assad. De laatste keer dat een Iraakse leider dat deed was in 2011, toen de Arabische revolutie in Irak en Syrië ontaardde in een bloedige burgeroorlog.
‘Ik verwelkom de Iraakse premier. Het belang van dit bezoek ligt in de aard van de diepe verhoudingen die bestaan tussen de twee broedervolken’, zei Assad. Dat meldt de Arabische nieuwssite Middle East Eye. Assad wil naast mooie woorden ook ‘praktische stappen’ zien in de ‘versteviging’ van de bilaterale betrekkingen.
De leiders hadden een hele waaier aan onderwerpen te bespreken, waaronder de strijd tegen drugshandel, de veiligheid aan de 600 km lange grens die beide landen met elkaar delen en de impact van droogte.
Tegen Syrië golden in de regio lange tijd sancties vanwege de bloedige onderdrukking van de Arabische lente. Bijna alle Arabische landen verbraken de diplomatieke banden en Syrië werd uit de Arabische liga gezet. Irak, die net als Syrië onder sterke invloed staat van het sjiitische Iran, verbrak de banden met het buurland echter niet en lijkt daarmee na twaalf jaar aan het langste eind te trekken. Het Assad-regime wordt nu ook door machtige soennitische staten zoals Saudi-Arabië meer en meer geaccepteerd.
