Onderzoek door de Israëlische mensenrechtenorganisatie B’Tselem concludeert dat de Israëlische grenspolitie de zestienjarige Palestijn Nader Rayan heeft doorzeefd met minstens elf kogels, waarvan een groot deel toen hij al gewond op grond lag. Daarna lieten ze hem voor dood achter, aldus het rapport.
Volgens het rapport bestormden op 15 maart de Israëlische grenspolitie en soldaten het Palestijnse vluchtelingenkamp Balata, dichtbij de stad Nablus. Daar arresteren ze een bewoner op verdenking van terrorisme. Toen ze weer teruggingen, werden ze achtervolgd door twee zestienjarige kampbewoners op een scooter: Rayan en een vriend.
De Israëlische grenspolitie heeft verschillende verklaringen afgelegd over het voorval. Eerst dat Rayan van de scooter was afgestapt en op de politie heeft geschoten, daarna dat hij alleen een revolver op hen had gericht. Maar die revolver is nooit gevonden, zegt B’Tselem.
Beide versies kloppen niet volgens B’Tselem. En zelfs al zouden ze waar zijn, dan ‘zouden ze desalniettemin nooit een rechtvaardiging kunnen zijn voor het doden van Rayan’.
Volgens de mensenrechtenorganisatie moesten de tieners stoppen met rijden omdat ze pech kregen en zijn ze daarna een steegje ingevlucht. Daarna stapte een politieagent uit het militaire voertuig en schoot drie maal op Rayan. Die werd door deze kogels in zijn rug geraakt en viel neer, aldus B’Tselem.
Daarna is de gewonde Rayan nog tenminste acht keer van voren geraakt, verklaart B’Tselem op basis van forensisch onderzoek. ‘Rayan heeft schotwonden over zijn hele lichaam, op zijn hoofd, borst, bekken, benen, en drie in zijn dijen en rug.’
B’Tselem zegt dat op de fatale dag zelf verschillende versies van een video uit de hoofdcamera van de grenspolitie op sociale media zijn gedeeld, waaruit de achtervolging is te zien en schoten zijn te horen. Maar er mist een gedeelte in de video, aldus de NGO.
‘Op het moment dat de grenspolitie een donkere plek nadert, is er een onderbreking in de video. De video speelt daarna weer af, (…) zonder specificatie van de tijd die er over heen is gegaan’.
Volgens B’Tselem toont Rayans dood dat Israël een wreed beleid hanteert in de bezette gebieden. ‘Er wordt bij dreiging, of deze nou echt of verbeeld is, altijd eerst geschoten. Dit beleid zou niet mogelijk zijn zonder Israëlische veronachtzaming en onverschilligheid ten aanzien van Palestijnse levens en lichamen’, aldus B’Tselem.