Het Landelijk Platform Slavernijverleden is teleurgesteld in Mark Rutte, omdat de minister-president nog steeds vindt dat Zwarte Piet niet racistisch is. Rutte zou Afro-Nederlanders hiermee ‘een ferme klap in het gezicht’ geven.
Mark Rutte zei tijdens een debat in de Tweede Kamer vorige week dat hij anders is gaan denken over zwarte piet. Hij vindt het fenomeen niet racistisch, maar heeft nu wel meer begrip voor mensen die zich gediscrimineerd voelen door de geschminkte knecht van Sinterklaas.
Maar deze handreiking is niet genoeg, vindt het Landelijk Platform Slavernijverleden. ‘Met zijn ontkenning dat ‘zwarte piet’ racistisch is, heeft de minister-president vooral de verheerlijkers van ‘zwarte piet’ een steun in de rug gegeven’, schrijft Barryl Biekman van het platform in een persverklaring. Rutte zou ‘burgergemeenschappen van Afrikaanse afkomst’ onnodig in de greep houden van het ‘lijden’ en bovendien kwetsen.
Rutte ziet Zwarte Piet niet als iets waar de politiek over gaat. Daarom komt Nederland volgens het Platform niet verder ‘dan enkele cosmetische ingrepen aan het uiterlijk van het racistisch fenomeen’.
Rutte heeft zich volgens het Platform ‘gemanifesteerd als een autoriteit die de Sinterklaastraditie een hogere waarde toekent dan de essentie van de Nederlandse Afrikaanse Caribische mens. (…) Het besef dat ‘zwarte piet’ een negatief effect heeft op het imago en de identiteit van het ‘zwarte’ kind is voor de minister President niet relevant. Aan jeugdsentimenten van de volwassen ‘witte’ Nederlander wordt een hogere waarde toegekend.’
Het Landelijk Platform Slavernijverleden vestigt zijn hoop nu op de Ministers van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, Justitie en Veiligheid en Onderwijs, Wetenschap en Cultuur. Zij zouden, samen met ‘goedwillende Nederlandse parlementariërs’, Zwarte Piet moeten afschaffen.
‘We hebben het over een verbod op alles wat zich profileert en manifesteert als ‘blackface’ (‘zwarte piet’ en roetveeg-fenomenen incluis) vergezeld van een nationale voorlichtingscampagne.’