Hoe kan Amsterdam moslimdiscriminatie nog effectiever aanpakken? Het was gisteravond de centrale vraag tijdens een discussieavond met kandidaat-raadsleden van de linkse en progressieve partijen op een toepasselijke plek: de Badr-moskee in West. Het antwoord lag deels op een ander bestuursniveau – dat van het Rijk.
Uitgangspunt was een recent onderzoek onder Amsterdamse moslims, die veelal een ‘normalisatie van islamofobie’ constateerden. Ze klagen over ‘islamofobe reacties’ van medeleerlingen en docenten en het moeilijk kunnen vinden van een stageplek en baan. Het Nederlandse klimaat zou steeds ‘islamofober’ worden, ook door de aanwezigheid van de PVV, Forum voor Democratie en JA21.
PVV doet in Amsterdam niet mee en zat dan ook niet aan tafel in de Badr-moskee. De VVD, ondanks aandringen van de organisatie, ook niet. FvD en JA21 waren niet uitgenodigd, vertelde gespreksleider Roemer van Oordt. Van Oordt, tevens medeauteur van het Amsterdamse ‘islamofobie-rapport’, juicht een ‘cordon sanitaire’ toe rond JA21.
JA21 is de partij van FvD-afsplitser en raadslid Annabel Nanninga. Hoewel ze niet aanwezig was, waarde haar geest prominent rond door de moskee. Zo wilde wethouder en GroenLinks-lijsttrekker Rutger Groot Wassink van D66-kandidaat Suleyman Aslami weten of diens partij, net als GroenLinks, ook JA21 uitsluit. Aslami gaf hierover geen uitsluitsel, maar zei het wel typisch te vinden dat Groot Wassink dit zijpad insloeg.
Gespreksleider Van Oordt pleitte, ook naar aanleiding van zijn eigen moslimhaat-rapport, voor het apart registreren van moslimhaat door de politie. Dan heb je een beter beeld van dit probleem en kun je effectiever hiertegen handelen, betoogde hij. Alle aanwezige kandidaten – van coalitiepartijen GroenLinks, D66, PvdA en SP en van Denk en BIJ1 – waren het eens hiermee.
Deze zes partijen vormen in Amsterdam een links blok dat de afgelopen vier jaar een meerderheid bezat. Dus waarom is dat apart registreren dan nog niet gelukt? Dit moet je afdwingen op landelijk niveau, legde Groot Wassink (GroenLinks) uit. De gemeente gaat hier niet over.
Wat gemeentelijk volgens hem wél kan: meer samenwerking tussen het Amsterdamse discriminatiemeldpunt en een organisatie als Meld Islamofobie. PvdA-kandidaat Amel Namane stelde voor meer geld te geven aan het Amsterdamse discriminatiemeldpunt: ‘We moeten normaliseren dat je aan de bel trekt, ook als je niet denkt dat het te bewijzen of niet strafbaar is.’
Groot Wassink (GroenLinks) wil tevens hate crimes zoals moslimhaat harder bestraffen, maar ook daar gaat de gemeente niet over. D66’er Aslami zei dat het zou helpen als de politiek moslimhaat meer serieus zou nemen en, met een verwijzing naar de rechtse flankpartijen, er vooral zelf niet aan mee zou doen. Groot Wassink voegde toe dat we nog steeds te maken hebben met ‘mafketels’ als Wilders, Baudet en Nanninga. ‘Probleem is dat we een nationaal discours hebben waarin moslims als een boksbal worden gebruikt.’
Groot Wassink verwijt het alle partijen in de Tweede Kamer – ook zijn eigen, zei hij – dat er te lang is weggekeken van ‘discriminerende elementen’. ‘We moeten landelijk veel duidelijker normeren, grenzen stellen tegen extreemrechtse partijen.’ Wederom geen gemeentelijke taak.
Denk-kandidaat Eduard Mangal benadrukte: de politie moet vaker iets met die meldingen van moslimhaat doen. Inderdaad, vond ook Aslami (D66): de ‘opvolging’ is essentieel. Er moet meer prioriteit hiervoor komen bij de politie en het Openbaar Ministerie. Anders verliezen slachtoffers het vertrouwen en zullen ze een volgende keer geen melding doen. Zelf was Aslami allen al de afgelopen maand drie keer staande gehouden door de politie, gaf hij aan, maar heeft hij geen melding gedaan van etnische profilering. Hij was te druk met de campagne.
Over de politie gesproken: meer diversiteit in het korps is noodzakelijk, zei Groot Wassink (GroenLinks). ‘Je kunt niet als overheid geloofwaardig anderen aanspreken, als je niet zelf divers bent.’ Mangal (Denk) zei dat veel moslims de politie wantrouwen. ‘Rotte appels’ binnen de politie moeten ‘uit het korps gebonjourd worden’.
Moslimdiscriminatie komt ook veel voor binnen de Amsterdamse arbeidsmarkt, viel te lezen in het moslimhaat-rapport van gespreksleider Van Oordt. De gemeente moet niet meer samenwerken met bedrijven die hebben gediscrimineerd, vonden alle aanwezige partijen. Maar hoe dit er precies uit gaat zien ‘is een technische vraag’, aldus PvdA’er Namane.
Groot Wassink (GroenLinks): ‘Je moet discriminatie bewijzen. Daar zit een probleem.’ Het Rijk werkt aan wetgeving waardoor dat makkelijker kan, gaf hij aan.
Groot Wassink schermde niet alleen met een stok, maar ook met een wortel voor bedrijven. Bedrijven moeten geholpen worden om islamitische ‘parels’ te zien en binnen te halen. Aslima (D66) wilde hiervoor gebruik maken van algoritmen.
SP’er Erna Berends dacht aan online schandpalen voor bedrijven die discrimineren. En Denk wil bedrijven waarvan Amsterdam medeaandeelhouder is aanpakken: bedrijven die mensen met een migratieachtergrond afwijzen, moeten in staat zijn om aan te tonen dat er niet is gediscrimineerd. Hiervoor is echter een omdraaiing van de bewijslast nodig, zei Groot Wassink, iets wat – alweer – landelijk zal moeten worden besloten.
De partijen waren het allemaal eens dat moskeeën bescherming verdienen. Volgens BIJ1 hebben de diensten echter een blinde vlek voor extreemrechts. Groot Wassink (GroenLinks) schudde ontkennend zijn hoofd. Denk-kandidaat Mangal beklaagde zich over beveiligingsstickers die op sommige moskeeramen worden geplakt. Dit zou te slap zijn. Volgens Groot Wassink maakte hij een karikatuur van het beleid. En je kunt nu eenmaal ‘niet bij elke moskee een eenheid van de militaire politie zetten’.
Onderadvisering in het onderwijs, ook dat is volgens de aanwezige partijen een groot probleem waar moslims mee te maken krijgen. Het onderwijs moet in alle lagen inclusiever worden, stelde BIJ1’er Dorien Ballout. Besturen zijn ‘’witte bolwerken’. Over ouders van de kinderen op school: ‘Zodra 20 procent wit is, dan nemen ze de school over.’ Groot Wassink (GroenLinks) beaamde: ‘Bij schoolbesturen doet de witheid pijn aan je ogen.’
Uit de zaal klonk een schrijnend voorbeeld van een ouder, die op de school van zijn kinderen zag dat een wit schoolbestuur de klassen in witte en niet-witte kinderen had verdeeld. Maar wat nu te doen tegen deze witte, soms zelfs rassen segregerende schoolbesturen? Beleidsvoorstellen kwamen er niet. Aslami (D66) zei dat er ‘opvolging’ moest komen.
Groot Wassink (GroenLinks) noemde bubbels het ‘allergrootste gevaar voor de samenleving’, die je dus ook op school moet doorbreken. ‘Witte Nederlanders hebben in Amsterdam de minste interetnische contacten. Dus die moeten in Amsterdam integreren.’ Witte ouders moeten hun kinderen niet alleen op scholen in Zuid willen zetten, vindt hij. D66’er Aslami had hiervoor een middel: ‘Investeer meer in leraren, juist in de scholen waar het moeilijk is, zodat het niveau hoger wordt en het populairder wordt om daar op school te zitten.’
Dan de heikele kwestie rond het islamitisch onderwijs in Amsterdam. Eind vorig jaar zei de Amsterdamse onderwijswethouder Marjolein Moorman (PvdA) te vrezen voor segregatie in haar stad door de vele bijzondere schoolinitiatieven die hopen op erkenning. Er zijn nu nog vijf scholen in de running, waarvan de meerderheid islamitisch. Vraag aan Moormans collega-wethouder Groot Wassink (GroenLinks) en partijgenoot Namane (PvdA): hoe kijken jullie hier tegenaan?
Namane erkende: dit is een ingewikkeld vraagstuk. Ze zei dat er een ‘spanningsveld’ bestaat tussen de woorden van Moorman, waar Namane achter staat, en de vrijheid van onderwijs. Rutger Groot Wassink ging niet specifiek in op de islamitische scholenkwestie, maar pikte het voorbeeld van de – afgewezen – ‘afrocentrische’ Bigi Bon-school eruit. Hij ziet deze school, die zegt open te staan voor witte leerlingen, niet per se als segregatie.
Maar Groot Wassink gaf ook toe eigenlijk tegen artikel 23 van de grondwet te zijn, die op dit moment regelt dat bijzonder scholen, ook de islamitische, overheidsfinanciering krijgen waardoor ze kunnen bestaan. Groot Wassink: ‘We moeten gewoon streven naar goed algemeen openbaar onderwijs.’
De moskeehal was voor de helft gevuld met Marokkaans-Nederlandse mannen, die vooraf en in de pauze van het debat even weggingen voor het gebed. Het pleidooi van Groot Wassink voor wat in de praktijk op veel minder islamitische scholen neerkomt, stuitte bij hen op minder verontwaardiging dan je wellicht zou verwachten. Een verklaring kan zijn dat velen Groot Wassinks woorden niet tot in de puntjes wisten te vatten. Na afloop werd dan ook nog een beknopte samenvatting gegeven van het debat – in het Arabisch.