Een 41-jarige dakloze man is door de rechter vrijgesproken van het in brand zetten van een Goudse moskee in aanbouw. Er is te weinig ‘rechtstreeks bewijs’ voor de betrokkenheid van Johannes R.
De brand, die plaatsvond op 3 april, zorgde voor maatschappelijke onrust. Juist in die periode kregen verschillende moskeeën in Nederland dreigbrieven op de mat. Maar al snel sloot het Openbaar Ministerie terroristische motieven uit. De precieze oorzaak van de brand is nog steeds onbekend. Er zijn geen jerrycans of andere materialen om brand mee te stichten gevonden.
De dakloze R. liep op de avond van de brand in de buurt van de moskee en rook volgens een getuige naar brand. Toch is er volgens de rechter te weinig ‘rechtstreeks bewijs’ dat R. verantwoordelijk is voor de brand. Dit komt onder andere door de te onduidelijke camerabeelden.
‘Ik heb niets tegen moslims’, vertelde R. twee weken terug in de Haagse rechtbank. ‘En ik had ook geen reden om warmte te zoeken, of überhaupt iets in brand te steken.’
De verdachte moest op 3 april buiten slapen, omdat hij was geschorst door het Leger Des Heils. ‘De avondklok gold en ik wilde niet in de binnenstad blijven vanwege de kans op een boete.’ Hij zegt zich niets van het voorval te herinneren vanwege een epileptische aanval diezelfde nacht.