Om Syriërs te kunnen terugsturen naar hun land, moet de Nederlandse regering de banden aanhalen met president Bashar al-Assad. Sommige coalitiepartijen staan hier welwillend tegenover.
Momenteel is er geen diplomatiek contact met de regering in Damascus; dat is sinds 2012 het geval. In dat jaar trok de Nederlandse regering haar ambassadeur terug uit Damascus en verklaarde de Syrische ambassadeur in Nederland tot ongewenst persoon. Bovendien erkende Nederland Bashar al-Assad niet langer als de vertegenwoordiger van het Syrische volk.
Nederland stond hierin niet alleen; de meeste westerse regeringen namen soortgelijke beslissingen, omdat de Syrische president verantwoordelijk wordt gehouden voor miljoenen moorden, martelingen en verdwijningen. Volgens voormalig Syrië-gezant Marcel Kurpershoek zat het regime achter 90 procent van de circa half miljoen doden in de burgeroorlog, vertelt hij aan NRC.
Maar Syriërs kunnen niet worden teruggestuurd zonder dat de diplomatieke banden worden hersteld, legt migratie-expert Huub Verbaten van Instituut Clingendael uit aan dezelfde krant. Hiervoor zijn documenten nodig, en mensen die terugkeren, moeten het land ook daadwerkelijk in kunnen.
Volgens NRC staan de coalitiepartijen NSC en BBB positief tegenover diplomatieke toenadering. NOS meldt echter dat Geert Wilders pleit voor het aanhalen van de banden, zoals hij tegen Nieuwsuur zou hebben gezegd, terwijl NSC en BBB hierover nog geen duidelijkheid hebben gegeven. De VVD is terughoudend over diplomatie met de Syrische president.