8.4 C
Amsterdam

Ook Universiteit Utrecht onderzoekt eigen slavernijverleden

Lees meer

De Universiteit Utrecht wil nu ook een onderzoek naar de eigen banden met het slavernijverleden, schrijft AD Utrecht. Eerder deden Amsterdam, Rotterdam en de stad Utrecht al zo’n slavernij-onderzoek, waarna steeds excuses volgden.

Het was al bekend dat universiteitsgebouwen gebouwd zijn of verfraaid met geld uit slavernij en dat enkele hoogleraren toentertijd goed verdienden aan de overzeese slavernijplantages. Maar verder weet de Universiteit Utrecht maar weinig over haar eigen slavernijverleden. Daarom moet vindt de universiteit nu dat er een onderzoek komen.

Maar voor excuses, zoals de gemeente Utrecht vorige week aanbood voor het eigen aandeel in het slavernijverleden, is het nu nog te vroeg, zo vindt een interne adviescommissie. Zo is het onbekend of de universiteit als instelling banden had met het slavernijsysteem, of dat de academie hier indirect van profiteerde. Dat moet allemaal eerst nog onderzocht worden.

‘Duidelijk is wel dat juist de locaties van de huidige binnenstadscampus, de duurste en fraaiste locaties in de stad, bij uitstek de plaats was waar de koloniale elite neerstreek’, aldus het universiteitsbestuur.

Volgens de adviescommissie hebben sommige hoogleraren geprofiteerd van de slavernij. Eén van hen was Christiaan Hendrik Trotz (1703-1773), die Rechten doceerde aan de universiteit. Hij was mede-eigenaar van plantage Georgia in het huidig Guyana.

De Universiteit Utrecht zal ook onderzoeken hoe ze om moet gaan met standbeelden, bustes, plaquettes, prijzen en naamgeving van ruimtes en leerstoelen. Vorig jaar toonde onderzoek aan dat de achttiende-eeuwse feministe Belle van Zuylen, naamgever van een leerstoel en een zaal in de universiteit, haar vermogen voor een groot deel dankte aan de slavernij.

- Advertentie -